Belangenbehartiging: Aanlandplicht
Onze standpunten
VisNed is voorstander van duurzame visserij, maar tegenstander van de aanlandplicht omdat:
- De theorie en de praktijk met betrekking tot de aanlandplicht niet op elkaar aansluiten. De aanlandplicht pakt contraproductief uit en vermindert duurzaamheid, terwijl ze bedoeld is duurzamer te vissen;
- De wetenschappelijke onderzoeken waar we aan meegewerkt hebben aantonen dat de aanlandplicht economisch en bedrijfstechnisch niet werkbaar is voor vissers op platvis;
- De vissersvloot bij ongewijzigd beleid in de loop van 2019 niet meer kan uitvaren door het volvissen van quota van choke-species terwijl er voor de doelsoorten nog volop vangstquota beschikbaar zijn;
- De maatregelen de gehele visserijketen ernstig zullen benadelen, zeker wanneer de aanvoer van verse vis terugloopt of stopt;
- Er geen duidelijkheid is over het proces rondom de invoering van de wetgeving, omdat de maatregelen voor vissers in de praktijk niet naleefbaar zijn en voor de overheid niet handhaafbaar. Er dreigt chaos;
- De aanlandplicht geen draagvlak heeft bij de Nederlandse vissers, maar ook volgens de wetenschap alleen verliezers kent.
VisNed pleit voor een werkbare discardban in plaats van een aanlandplicht. Dit houdt in dat:
- De focus ligt op het verminderen van de bijvangst in plaats van het aan land brengen ervan, er wordt volop geïnnoveerd ten behoeve van selectiviteitsverbetering en deze inspanning wordt gecontinueerd;
- Maatregelen pas genomen worden na gedegen onderzoek naar overlevingskansen van ondermaatse vis;
- Maatregelen pas worden ingevoerd nadat er duidelijkheid en overeenstemming is tussen overheid en sector over de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid ervan.
Aanlandplicht 2019:
Met ingang van 1 januari 2019 is in de visserij op demersale soorten de aanlandplicht volledig geïmplementeerd.
Echter, bij gebruik van bepaalde vistuigen gelden vrijstellingen / de minimis-regelingen waardoor niet alle vangsten onder de aanlandplicht vallen.
Bij gebruik van de volgende vistuigen mogen de navolgende soorten niet meer teruggegooid worden:
- Boomkor/puls 80 – 119 mm: tong, tarbot, griet, kabeljauw, wijting, schelvis, zwarte koolvis, Noorse kreeft en Noordse garnaal;
- Bij boomkor gebruik Belgisch paneel: wel ondermaatse tong registreren, hoeft niet te worden aangeland.
- Boomkor/puls 120 mm+: tong, schol, tarbot, griet, kabeljauw, wijting, schelvis, zwarte koolvis, Noorse kreeft en Noordse garnaal;
- Twinrig/fly shoot 80 – 99 mm: tong, tarbot, griet, kabeljauw*, wijting*, schelvis, zwarte koolvis, Noorse kreeft** en Noordse garnaal;
- Twinrig/fly shoot 100 mm+: tong, schol, tarbot, griet, kabeljauw, wijting, schelvis, zwarte koolvis, Noorse kreeft en Noordse garnaal;
- Staandwant (kieuw, schakel en warnetten): tong, kabeljauw, wijting, schelvis, zwarte koolvis, Noorse kreeft en Noordse garnaal.
* In IVc (Zuidelijke Noordzee) geldt dat in Twinrig/fly shoot 80-99 mm ondermaatse kabeljauw en wijting terug gezet mag worden, discards wel registeren.
** In ICES-gebied IV (Noordzee) geldt dat in Twinrig/fly shoot met maaswijdte 80 – 99 mm Noorse kreeft terug gezet mag worden, discards wel registreren.
De aanlandplicht is door de EU aangenomen wetgeving (artikel 15 van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid) die het vissers verbiedt om ongewenste bijvangst terug te gooien in zee. Alle vis moet worden aangeland. Het gaat daarbij om onverkoopbare, te kleine vis of vis waarvoor de visser geen quotum heeft (choke species). De wet is bedoeld om verspilling terug te dringen door vissers te dwingen om te investeren in maatregelen die de bijvangst beperken. Van de overheid mag de bijvangst worden verwerkt tot bijvoorbeeld vismeel, maar ondermaatse vis mag niet aan de consument worden verkocht. De wetgeving wordt in 2019 volledig ingevoerd om de sector de kans te geven met eigen maatregelen te komen. Die invoertijd was vier jaar, terwijl in vergelijkbare situaties landen meer dan 30 jaar nodig gehad hebben.