Europese visserijsector eist realisme bij de verdere invulling van het Europese visserijbeleid

“How far has the EU come in ending overfishing?” was de titel van het door de NGO PEW in Brussel georganiseerde seminar. Inmiddels heeft de EU de strengste MSY-principes ter wereld doorgevoerd, maar de NGO’s lijken van de bodemvisserij af te willen. Samen met de Brexit en aanlandplicht de ingrediënten voor de ‘perfect storm’ die op de visserij af komt.

 

Zowel Maya Kirchner van de Europese Commissie als Eurocommissaris de heer Vella gaven inzicht in de successtory van het Europese visserijbeleid. Tussendoor kwamen verschillende personen van wetenschap, economie, NGO’s en aanvoersector aan het woord. De economen en wetenschappers noemden ook het succes van het beheer waarbij dankzij MSY economisch gezien de visserij uit het dal geklommen is. Andere onderzoekers wezen erop dat maatregelen alleen zin hebben als hierbij de visserijsector betrokken wordt. En dat het doorvoeren van maatregelen tot meer selectiviteit niet eenvoudig is. Als er resultaat te behalen is, zullen vissers die moeten ontdekken en toepassen, anders komt dat niet van de grond. 

Strengste MSY-principes in de EU

Van de 75 belangrijkste bestanden worden er inmiddels 53 volgens het MSY-principe beheerd (in 2010 waren dat er slechts 5), 68% van de bestanden maar die in totaal 97% van de aanvoerwaarde vertegenwoordigen. Hierbij stelde de vertegenwoordiger van de internationale organisatie van visserijbiologen ICES dat de EU wereldwijd de strengste MSY-principes toepast, strenger dan bijvoorbeeld in de USA en Australië.

Mening sector

Javier Garat, voorzitter van Europêche refereerde ook nadrukkelijk aan de enorme vooruitgang van de bestanden in de Noordzee, de Baltische zee en de Noordwestelijke wateren en wees op de enorme offers die de visserijgemeenschappen door heel Europa heen gebracht hebben. Hij stelde dat niet het onmogelijke gevraagd kan worden nu in 2020 MSY-beheer, aanlandplicht en Brexit bij elkaar komen.

NGO’s

In deze bijeenkomst bleek ook dat de meeste NGO’s er geharnast in zitten: in het GVB is vastgelegd dat alle bestanden in 2020 op MSY-niveau beheerd moeten worden, en dat moet en zal ook gebeuren. De wet is de wet. Enige realiteitszin is niet te bespeuren, een enkele uitzondering daar gelaten. Laat staan dat NGO’s oog hebben voor de grote offers die de visserijsector de afgelopen decennia heeft gebracht en de gevolgen voor de sociaaleconomische omstandigheden in de visserijgemeenschappen.

Feitelijk blijkt het aantal ngo’s dat bodemberoerende visserij wil stoppen alleen maar groter wordt. Wat VisNed het meeste zorgen baart, is dat ngo’s al beginnen voor te sorteren op de periode na 2020. Er moeten volgens hun meer grotere vissen in de bestanden komen en ook andere ecologische parameters moeten veel meer aandacht krijgen. En de aanlandplicht kan alleen succesvol worden met cameratoezicht en repressie enz. Kortom; veel NGO’s lijken pas tevreden als de bodemberoerende visserij verdwijnt.

Aanlandplicht

Vanuit de Europese Commissie wordt staande gehouden dat de aanlandplicht “te doen is”. “Het gaat lukken, net zoals het gelukt is om de bestanden omhoog te krikken. We moeten gewoon aan de slag”, aldus Maya Kirchner van de Commissie. Het blijft uitermate wrang dat, ondanks alle signalen, onderhand tegen beter weten in, de Commissie dit blijft roepen. Vanuit de sector is erop gewezen dat alle problemen tot nu toe vooruit geschoven zijn en dat met name in de gemengde visserij een grote chaos voorzien wordt. Hierbij was het overigens wel jammer dat de Schotse visserijvertegenwoordiger Mike Park een afwijkend geluid liet horen. Volgens hem is de aanlandplicht wel te doen. Als we er maar in slagen het gedrag van de vissers te veranderen en nauwer samenwerken om problemen te lijf te gaan. Een uit de mond van een Brexeteer vrij ongeloofwaardig geluid.

Gesprek met Vella

Vella vindt dat de sector wel roept dat het onuitvoerbaar is, maar ondanks al het geroep nog steeds geen enkele vloot in de problemen is gekomen. Natuurlijk hebben we erop gewezen dat elke probleemsituatie tot nu toe vooruit geschoven is. Ook Puls is besproken. Vella erkende dat innovaties soms op heel rare manieren doodgeslagen worden. Ook voor hem is het onbegrijpelijk dat hierbij wetenschappelijke informatie zo terzijde geschoven is. Het EP en NGO’s; pleiten altijd voor het opvolgen van het wetenschappelijk advies en op dit dossier doet die informatie er ineens niet toe. Dat kan natuurlijk niet zo stelde Vella.