Presentatie Visserij in Cijfers 2018

Elk voorjaar presenteert Wageningen Economic Research (WER) de jaarcijfers van de visserijvloot van het jaar ervoor. Jaarcijfers zijn niet alleen interessant voor onderzoekers en beleidsmakers, ze zijn zeker ook interessant voor de sector zelf! De belangrijkste resultaten op een rijtje:

  • Alhoewel het niet zo hoog is als het recordjaar 2016, is het netto resultaat voor 2017 de kottervloot (garnalenkotters, grote platviskotters, euro- en middeslagkotters en flyshoot) opnieuw goed: 73 miljoen euro netto winst. Dit is een gevolg van onder andere hoge visprijzen en lage brandstofprijzen. De onderzoekers voegen wel hieraan toe dat men in het achterhoofd moet houden dat de sector tot 2011 ernstig verlies heeft geleden en dat nog niet alle schepen hiervan zijn hersteld. 
  • Schol: De stijging in de prijs van schol is opmerkelijk: van € 1,68 per kilo in 2016 naar € 2,90 per kilo in 2017. Onderzoeker Arie Mol van WER waarschuwt voor het economisch effect dat dat zou kunnen hebben op de markt: bij een hoge scholprijs zou de markt op zoek kunnen gaan naar substituten.
  • Garnalen: De aanvoer van garnalen was 25% minder ten opzichte van 2016. Ook hier is de hoge prijs opvallend: € 7,45 per kilo. Er wordt hierbij opgemerkt dat een lagere constante prijs beter zou zijn voor de markt.
  • Staandwant: Het aantal schepen loopt terug. De hoge huurprijs voor tong en de afnemende tongvangsten worden genoemd als verklaring.
  • Mosselcultuur: Het resultaat van de sector is gestegen ten opzichte van het moeilijke jaar 2016. Opvallend zijn de hoge prijzen van consumptiemosselen: van € 0,83 euro/kg naar € 1,09 euro/kg in 2017. Dit heeft te maken met de lage productie in het afgelopen jaar.
  • Nieuwe schepen: Er wordt verwacht dat er in 2018 zes garnalenkotters, twee MDV-twinrigschepen, drie flyshooters (twinrig), twee boomkorren en een boomkor twinrig in de vaart komen.

Vissen in een zee van (on)mogelijkheden
Ter aanvulling op de presentaties van de cijfers werden drie sprekers uitgenodigd om zich uit te spreken over de visserij van de toekomst. De bedreigingen voor de visserij werden nogmaals opgesomd: Brexit, windparken, gesloten gebieden, de aanlandplicht (geschat op 20-30 miljoen aan kosten) en de pulsontheffingen. Daarbij werd opgemerkt dat de visserij al eerder in staat is geweest om zichzelf door tegenslagen heen te slaan, zoals de afsluiting van de Zuiderzee, de afsluiting van zeegaten in de Delta en de sluiting van de haringvisserij in de jaren ‘70.

Kipster
Sander van der Burg (WER) richtte zich op windparken en medegebruik, onder het mom van: “If you can’t beat them join them.” Onderzoeker Pieke Molenaar (WMR) gaf zijn perspectief op de Nederlandse visserij over 10 tot 20 jaar. Hij noemt onder andere dat er internationaal wordt nagedacht over methoden om te vissen zonder netten; als de vis namelijk niet meer vast zou zitten in de kuil en aan boord zou worden gehesen, zou dat de kwaliteit van de vis kunnen verbeteren. Mogelijk zou vis zelfs levend aangeland kunnen worden, eventueel bijgevoerd onderweg.

Molenaar voegt er wel aan toe dat ontwikkelingen over het algemeen niet heel snel gaan, en dat we binnen 15 jaar waarschijnlijk niet van het net af zijn. Volgens Molenaar is een gemotiveerde vloot die wil experimenteren en daar ook de mogelijkheden toe heeft voor innovatie van groot belang. Tot slot keek Jan Willem van der Schans naar mogelijkheden op de markt, geïnspireerd door het zogenaamde ‘kipster-ei’ van de Lidl. Het idee: vraag een meerprijs voor het product op een afzetmarkt met geen of weinig alternatieven.

Op de site van WER zijn alle cijfers gepubliceerd.