Wat telt als natuur en wanneer is het genoeg?

De visserijorganisaties trekken gezamenlijk op in processen gekoppeld aan ruimtegebruik op zee. De ruimte om te vissen wordt steeds kleiner, waarbij het natuurbeleid en de energietransitie aanleiding geven om nu te praten over de gevolgen voor de visserij. Uiteraard met als doel om gesprek te voeren over hoe ervoor gezorgd wordt dat deze gevolgen gecompenseerd worden, voor zover consequenties van de plannen kunnen worden overzien. Tegelijk wordt gezegd dat er ‘extra mijlen voor natuur’ moeten worden gemaakt 

Wind op Zee is een nieuwe (maar niet de enige) sector die ruimte claimt. Natuurorganisaties zijn in de afgelopen 10 jaar een belangrijke speler geworden in de roep om ruimte op de Noordzee en Waddenzee.

Het natuurbeleid ligt grotendeels vast in Europese richtlijnen, zoals de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM). Doorgaans gaat het om het beperken van bodemberoerende visserij (gebieden sluiten) en is het beleid weinig flexibel, er volgen geen aanpassingen als de resultaten van maatregelen tegenvallen (denk aan de Scholbox).

Als het gaat om bodemberoering, dan zijn windparken ook gebieden waar straks geen bodemberoerende visserij meer plaatsvindt. Daarnaast wordt er volop ingezet op natuurontwikkeling in windparken. 

Vanuit de visserij geredeneerd, zijn windparken dus eigenlijk beschermde gebieden en een mooie bonus voor de natuurorganisaties, bovenop de reductie van visserijinspanning die de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden.

De visserij heeft dan ook onoverkomelijke bezwaren tegen én sluitingen voor wind op zee én daarnaast sluitingen in het kader van natuurcompensatie. Als meervoudig ruimtegebruik de norm is, dan moet dit gelden voor iedereen.

De bonus wordt wel geïncasseerd, maar de 'maatregelen' die de visserij zelf heeft gezet worden niet meegeteld als natuurmaatregelen. Dat is een arbitraire keuze. Je kan stellen dat iedere vorige saneringsronde, brandstofbesparing en de inzet op selectiever vissen, natuurbeschermingsmaatregelen zijn die de sector zelf heeft genomen.

De gezonde staat van de meeste commerciële visbestanden is vooral te danken aan visserijbeleid en niet aan natuurbeleid.

Gebieden waar minder of geen bodemberoerende visserij plaatsvindt worden straks uitgebreid met windparken, waar de natuur tot bloei kan komen. Maar daar speelt wel een verschil in perceptie tussen sector en NGO's. Je ziet dat deze discussie in meerdere gesprekstafels speelt: Wat is natuur, en wat is wenselijke natuur? Een enorm subjectieve vraag.

Is Natuur alleen echt natuur als er een Europees erkend KRM of N2000 label aan hangt? Wat is trouwens de gewenste natuursituatie en waarom zou dat niet in medegebruik met andere sectoren, hetzij energie of visserij kunnen? Ook in het dossier Wind op Zee maken we een worsteling mee om verlies van visgronden zoveel mogelijk te beperken, hoewel we allemaal zien dat dit heel ingrijpend zal worden.

VisNed maakt zich zorgen over de subjectieve waarden die aan natuur worden gehangen en de manier waarop men, of het nu onderzoekers of NGO's zijn, daarmee omgaan.