Deze week vond het maandelijks overleg plaats tussen het ministerie van LNV, RVO en de sector in de vorm van het Aanvoeroverleg en overleg Aanlandplicht en Technische maatregelen. Een scala van onderwerpen passeerden de revue; hieronder informatie over een aantal zaken.
Technische maatregelen
Sinds de nieuwe EG-Vo. Technische maatregelen in 2019 verscheen zijn er nogal wat wijzigingen die leidden tot onduidelijkheden en vragen.
De discussie over definities voor gerichte visserijen verloopt erg traag. Dit houdt verband met de aanlandplicht waarbij bijvoorbeeld doelsoortpercentages niet werkbaar meer zijn.
Verder zijn er veel aanvullende bepalingen zoals panelen vierkante mazen en wordt de situatie op zee voor de visserman steeds gecompliceerder omdat bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk (VK) voor haar wateren afwijkende regels voorschrijft.
Het voorstel om de voor de visserij op inktvis een grotere maaswijdte voor te schrijven is ook nog steeds onderwerp van gesprek tussen de lidstaten. Frankrijk wil bijvoorbeeld een uitzondering voor de visserij op makreel met bijvangst aan inktvis. Andere lidstaten willen geen uitzonderingen om een effectieve maatregel in stand te houden.
Ruilmechanisme met het VK
Na de Brexit is vorig jaar een tijdelijk ruilmechanisme afgesproken tussen het VK en de Europese Commissie (EC) waarbij de mogelijkheid geboden werd dat lidstaten rechtstreeks ruilafspraken met het VK konden maken.
In het Comité tussen Europese Unie en het VK waarin overlegd wordt over visserijaangelegenheden is onlangs afgesproken om de tijdelijke regeling om te zetten naar een permanente.
We kunnen blij zijn dat de ruilmogelijkheden in stand blijven op het niveaus van PO’s ondanks dat het VK niet meer in de EU is dus een derde land is. Bij Noorwegen is dit ook regelmatig geagendeerd maar daar wil de Europese Commissie op geen enkele manier aan meewerken.
Met het VK is uiteindelijk een bijzondere oplossing in het belang van de visserijvloten aan beide kanten. We merken trouwens wel dat aan de VK-kant de voorwaarden verbonden aan de ruilvoorstellen nogal verscherpt worden.
Voor Nederland is dit eveneens van groot belang want voor de kottervloot halen wij regelmatig Noorse kreeft, roggen en Kanaal-wijting uit het VK.
Notificeren van maatregelen
Er liggen afspraken dat partijen elkaar consulteren en informeren (notificeren) over maatregelen die genomen worden en impact hebben op de vloten van andere landen.
Recent werden we geconfronteerd met het ingrijpende besluit van het VK waarbij het Engelse deel van de Doggersbank gesloten wordt voor alle bodemberoerende visserijen.
De Europese Commissie (EC) heeft haar ongenoegen over deze gang van zaken naar voren gebracht en hierbij aangegeven dat deze maatregelen diverse vloten (Denemarken, Nederland) onevenredig zwaar raken met disproportionele effecten.
De EC en het VK verschillen van mening of het VK wel of niet juist en zorgvuldig handelt. Het VK betoogd dat de maatregelen voor iedereen gelden, dus niet discriminerend zijn.
Wij houden toch voor ogen dat het VK wel heel graag de Deense visserij op zandspiering en de Nederlandse visserij op schol kwijt wil en deze mogelijkheid daartoe aangrijpt. Daarbij past ook de profileringsdrang van de Britse overheid na Brexit om vooral zich heel groen te presenteren.
Noors boomkorverbod
Een ander voorbeeld waarbij zonder consultatie en vooraankondiging een ingrijpend besluit is genomen is het verbod op het gebruik van de boomkor in de Noorse zone.
Het, op verzoek van Nederland en België, bezwaar vanuit de Europese Commissie (EC) over deze overval heeft geleid tot een uitstel tot 1 juni van toepassing van deze maatregel.
De EC heeft gevraagd om nader overleg en daarom het besluit tot toepassing van het verbod op te schorten tot 1 oktober. Deze week was er op het hoogste niveau tussen de EC en Noorwegen overleg over visserijzaken maar er is nog geen duidelijkheid gekomen of dit uitstel ook verleend wordt. Zodra hier meer informatie over komt informeren wij de leden uiteraard.
Non-quotasoorten
In de Brexit-overeenkomst tussen de EU en het VK zijn er ook afspraken gemaakt over onderzoek naar toekomstig beheer van non-quotasoorten. Hiervan zijn er nogal wat, denk aan diverse soorten schelpen en krabben, maar ook soorten zoals inktvis, zeebaars, rode mul, rode en zwarte poon, schar, bot, zeebrasem enz.
Vanuit verschillende geledingen, zoals NGO’s en kleine kustvissers wordt geroepen om beheer en bescherming terwijl juist vissers vaak mogelijkheden willen benutten om bakens te verzetten.
Regelmatig worden ICES en het wetenschappelijk adviesbureau van de Europese Unie, STECF, gevraagd om informatie waarop beheer eventueel gebaseerd kan worden. Deze week had STECF nog een workshop waarbij vanuit VisNed deelgenomen wordt in de discussies.
Duidelijk is dat er veel ontwikkelingen c.q. veranderingen gaande zijn in de zeeën, ook op het gebied van migratie van bestanden. Vaak moeten wetenschappers dan ook antwoorden schuldig blijven op de vraag of en zo ja, op welke manier bestandsbeheer kan plaats vinden.
Het zijn allemaal moeilijke processen die we uiteraard zo goed mogelijk blijven volgen en waarbij we inbreng blijven leveren.