Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit organiseerde op 14 april jl. een Webinar over het gebruik van Remote Electronic Monitoring (REM) inclusief Closed Circuit Television (CCTV) in relatie tot de visserij. Het doel van het Webinar was om meer te weten te komen over CCTV en de ervaringen in sommige landen die het al hebben geïmplementeerd of waar proefprojecten lopen. Wetenschappers, de visserijsector en EU-functionarissen waren uitgenodigd om hun ervaringen en meningen te delen.
De discussie over toepassing van CCTV loopt al enige tijd en is een belangrijk onderwerp in de onderhandelingen over een nieuwe Europese controle-verordening tussen de Raad van visserijministers en het Europees Parlement.
Hierbij ligt een voorstel vanuit de Europese Commissie om cameratoezicht verplicht te stellen voor de vloten die hoge risico lopen om de geldende regels rond de aanlandplicht niet op te volgen. Hierbij wordt vooral gekeken naar vloten die vissen op gemengde soorten.
Het voorstel is zeer controversieel, vooral onder de Europese visserijsector. Onderwerpen als privacy- en gegevensbeschermingsrechten en de aanlandingsverplichting zelf worden ter discussie gesteld.
Mario Santos en Miguel Nuevo van de eenheid EU-wateren en Noord-Atlantische Oceaan bij het te Vigo gevestigde Europees Bureau voor Visserijcontrole (EFCA) zette de toon door aan te geven dat bij sommige vlootsegmenten de naleving van de aanlandplicht laag is.
Volgens EFCA ontbreken op dit moment de juiste instrumenten om adequate controles op de naleving van de aanlandplicht uit te voeren en ziet daarom REM en CCTV als een efficiënt controle- en monitoringinstrument. Het hoeft geen nader betoog dat EFCA haar pijlen eerst gaat richten op de vloten met “een hoog risico”, die de visserij op gemengde soorten doen.
Edwin van Helmond (onderzoeker Wageningen Universiteit) en de Deense onderzoeker Ditta Maja Noach presenteerden pilotprojecten uit Nederland en Denemarken.
Hieruit bleek dat zij dezelfde conclusie deelden: REM kan leiden tot een betere documentatie van de verplichtingen uit de aanlandplicht. Edwin van Helmond voegde toe dat REM de efficiëntie verhoogt en de transparantie en traceerbaarheid in vergelijking met klassieke elektronische monitoring.
Ditte Maja Noach (Denemarken) legde uit dat Deense vissers REM zien als een zware bewaking en zij hebben vanwege de aanwezigeheid van camera’s moeite om nieuwe bemanningsleden te werven.
Pim Visser en Thijs Vonk gaven met ervaringen uit het FDF-project de Nederlandse visie weer. De aanlandplicht is niet uitvoerbaar en afdwingbaar dus moeten we deze vervangen door een goede registratieplicht, waarvoor REM nuttig kan zijn.
Het beeld dat EFCA schetst over goede toepasbaarheid is een onjuiste. Thijs Vonk gaf in een videoboodschap aan dat vissers graag bereid zijn om te innoveren maar dat camera’s nog lang niet geschikt zijn voor controledoeleinden.
De installatie van camera’s en het functioneren aan boord vraagt veel aandacht om bijvoorbeeld de lenzen schoon te houden. In de toekomst denkt Vonk dat het systeem wellicht een bijdrage kan leveren aan een automatische vangstregistratie.
Nanou Beekman van het ministerie van LNV stelde de kwestie van privacy en gegevensbescherming aan de orde. Ook voegde zij toe dat het primaire doel van de aanlandplicht, namelijk het verbeteren van de selectiviteit en de duurzaamheid van de visserij, niet mag zijn vergeten.
Uit de bijdrage van Kenn Skau Fischer van de Deense PO bleek dat Deense vissers CCTV wel zien als een mogelijkheid maar zeker niet wanneer het verplicht is. Hij legde uit dat CCTV een bottom-up proces moet zijn, vergezeld van positieve prikkels zoals extra quota, in plaats van sancties. Pim Visser en hij waren het erover eens dat de EU-aanpak top-down is en niet rekening houden met de perspectieven van vissers.
Toekomst
Het is duidelijk dat de druk om Cameratoezicht te implementeren steeds verder zal toenemen. Maar VisNed blijft van mening dat dit instrument niet de oplossing is en ook niet zal worden om de naleving van de onwerkbare aanlandplicht af te dwingen.
Net zoals bij het huidige toezicht zal dit, tegen beter weten van de controlediensten, op enig moment weer leiden tot een onwerkbare situatie met uiteindelijk een nieuwe infractieprocedure tegen de lidstaten.
Pilotproject
Gisteren was er een overleg met het ministerie van LNV en de NVWA over de invulling van een pilotproject CCTV. De lidstaten hebben in EFCA-verband afgesproken dat elke lidstaat een pilot gaat invoeren en bij de organisaties ligt al enige tijd het verzoek op tafel om 2 boomkorschepen, die met 80 – 100 mm vissen, bereid te vinden aan deze pilot deel te nemen.
Vanuit VisNed hebben we nogmaals benadrukt dat we niet mee willen werken aan een pilot cameratoezicht omdat dit geen enkele bijdrage zal leveren aan het verbeteren van draagvlak voor de aanlandplicht.
Wat er in Brussel ook bedacht wordt, de aanlandplicht blijft niet uitvoerbaar, niet naleefbaar en niet handhaafbaar is. Het is een misvatting dat door de vloot verplicht uit te rusten met camera’s de aanlandplicht wel aan deze criteria gaat voldoen.
De feitelijke situatie is dat sinds de regels binnen het Europese Gemeenschappelijke Visserijbeleid met de introductie van de aanlandplicht en verdere regels rond het beheer van de visbestanden de vloot kapot gereguleerd wordt en de stroom onwerkbare regels blijft doorgaan.
Voor de overheid spelen er twee zaken; de infractieprocedure die Nederland aan zijn broek heeft in verband met het onvoldoende toezicht houden op de aanlandplicht en het ontbreken van informatie over de vraag of met camera de toezichtsvraagstukken kunnen worden beoordeeld die bij controlediensten leven.
In het gesprek hebben VisNed en Ned. Vissersbond aangegeven dat als er vanuit Brussel geen enkel perspectief geboden wordt aan de visserman deel te nemen aan een pilot waar, ongeacht de uitkomsten, het eindresultaat al duidelijk is; Brussel wil camera’s in gaan zetten als toezichtmiddel te beginnen met de hoge risico-vloten en daarbij staat de boomkor 80 mm natuurlijk hoog op het lijstje.
Het gesprek wordt voortgezet maar vooralsnog is er vanuit de sector geen enkele bereidheid te bespeuren verder in deze compleet onrealistische fuik te zwemmen.