Voorwaarden saneringsregeling moeten aangepast worden

Nadat de visserijsector met verbijstering kennis genomen heeft van de nieuwe voorwaarde verbonden aan de onlangs gepubliceerde saneringsregeling voor de kottervisserij is er intensief overleg op gang gekomen tussen de visserijorganisaties met daarbij juridische en beleidsmatige ondersteuning. Dit heeft begin deze week geleid tot een brandbrief aan de minister met het verzoek om een gesprek op korte termijn.

In de brief schrijven we onder andere: “In het belang van onze leden en van de visserijgemeenschappen zijn wij genoodzaakt alles in het werk te stellen om een oplossing te vinden voor één specifieke voorwaarde in de saneringsregeling.

Het gaat om de subsidievoorwaarde dat het visserijbedrijf zijn waardevolle vangstrechten (contingenten) zou moeten inleveren bij de overheid en zonder dat daar een vergoeding tegenover staat.”

Vervolgens wordt uitgebreid beargumenteerd dat de inname van de contingenten het doel van de saneringsregeling onnodig en ongeschikt maakt,

Ook geven we aan dat de nieuwe voorwaarde  - die op een zomerachternamiddag aan de sector is bekendgemaakt - feitelijk neer komt op onteigening van vermogen van een visserijonderneming zonder compensatie; kapitaalvernietiging voor visserijbedrijven in het bezit van vangstrechten.

Het is bekend dat sommige visserijbedrijven al enige tijd financieel gezien met hun rug tegen de muur staan. Deze visserijbedrijven worden voor het blok gezet door het stellen van deze voorwaarde.

Het accepteren ervan staat gelijk aan kapitaalvernietiging, terwijl het weigeren ervan gelijk staat aan het niet ontvangen van de subsidie.

Een ander belangrijk punt is dat de uitwerking van de voorwaarde oneerlijk en willekeurig is, immers een vissersvaartuig zonder vangstrechten ontvangt een gelijke saneringsvergoeding dan een vissersvaartuig met (grote) vangstrechten. Dit is in strijd met het gelijkheidsbeginsel en heel onrechtvaardig.

Door de handelswijze van de minister wordt door de minister enorm ingegrepen op de visserijmarkt wat een doorbreking is van een bij wet vastgelegd systeem dat we al meer dan 40 jaar kennen. Hiervoor bestaat onvoldoende wettelijke basis en het op deze wijze ingrijpen in het marktmechanisme is onwenselijk.

Wij willen op heel korte termijn met de minister in overleg treden om tot een oplossing, dat is een aanpassing van de voorwaarden, te komen.

De volledige brief aan de minister is HIER te lezen.