Uitzondering aanlandplicht garnalenvisserij besproken

Sinds de introductie van de Europese aanlandplicht geldt in de garnalenvisserij een uitzondering voor de gequoteerde soorten die bijgevangen worden. Deze uitzondering loopt eind 2023 af. Vorige week was in het Duitse Bremerhaven een tweedaagse bijeenkomst om te overleggen over het vervolgtraject.

Ambtelijke diensten, wetenschappers en visserijvertegenwoordigers uit Denemarken, Duitsland, Belgie en Duitsland namen deel aan deze workshop.

De huidige vrijstelling is toegekend onder voorwaarde dat er een onderzoeks-programma opgetuigd zou worden naar omvang van de bijvangsten van gequoteerde soorten en mogelijke selectiviteitsverbeteringen.

Dit onderzoeksprogramma loopt inmiddels enkele jaren en tijdens de tweedaagse workshop gaven de lidstaten inzicht in de voortgang en uitkomsten van het onderzoeksprogramma waarbij vastgesteld moest worden dat dit hier en daar vertraging heeft opgeleverd in verband met COVID-19 perikelen.

Vanuit WMR werden de eerste tussentijdse Nederlandse onderzoeksresultaten gepresenteerd van de bijvangsten aan vissoorten in de garnalenvisserij. Vrij recent is het aantal deelnemende garnalenvissers uitgebreid.

Tijdens een samplingweek worden er 2 trekken bemonsterd waarbij een deel van de vangst in een zak opgevangen worden die aan het eind van de reis aan WMR beschikbaar wordt gesteld. Deze monsters worden gebruikt om een schatting te maken van de bijvangstpercentages in de garnalenvisserij.

Amerik Schuitemaker gaf namens de Coöp. Visserij Organisatie (CVO) een overzicht van de ontwikkelingen rond MSC in de garnalenvisserij, over diverse netinnovaties en het IRC-Shrimp-samenwerkingsverband tussen wetenschap en sector.

Bijvoorbeeld de wettelijke minimummaaswijdte in de garnalenvisserij is 16 mm maar in het kader van het MSC-managementplan verplichten de vissers zich om met een maaswijdte van 24 mm te vissen.

Om in de garnalenvisserij de uitzondering op de aanlandplicht te behouden, is continuering van het bijvangstsamplingprogramma en voldoende deelname van vissers heel belangrijk. Een deelnemende kotter ontvangt een vergoeding van € 100,00 per sample.

Tijdens de bijeenkomst werd ook vooruit gekeken waarbij overlegd werd wat er moet gebeuren om een nieuwe aanvraag voor de uitzondering op te tuigen.

Lidstaten overleggen hierover in de zgn. Scheveningengroep en om de uitzondering per 1 januari 2024 voor te kunnen zetten moeten hierover in het overleg van lidstaten uiterlijk mei 2023 overeenstemming bereikt zijn.

De Europese Commissie heeft kenbaar gemaakt aan de lidstaten dat de onderbouwing van de aanvraag nieuwe informatie moet bevatten dat uit de onderzoeksprogramma’s gehaald moet worden.

Vragen werden gesteld over wel of niet juiste toepassing van de huidige uitzonderingsregel in de vorm van een deminimis maar duidelijk is dat de garnalenvisserij niet zonder deze uitzondering kan.

Immers anders zullen de kosten voor de verwerking en aanlandingen buitenproportioneel stijgen en zal ook het hele quotumsysteem moeten worden aangepast omdat veel garnalenvissers niet over quota beschikken. Kortom; nog veel werk aan de winkel.