Op 21 februari jl. publiceerde de Europese Commissie (EC) in totaal 4 documenten over toekomstige beleidsvoornemens met betrekking tot de visserij. De procedure om hierop posities te bepalen en te reageren is in gang gezet. Deze week hadden we hierover een overleg met het ministerie van LNV.
De belangrijkste twee documenten zijn het evaluatierapport Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en het Actieplan voor het beschermen en herstellen van mariene ecosystemen voor een duurzame en veerkrachtige visserij.
Voor alle duidelijkheid; deze documenten zijn geen wet- of regelgeving. Het zijn de wensen van de Europese Commissie en de indringende oproep aan de lidstaten en het Europees Parlement is om hier invulling aan te geven.
Gemeenschappelijk Visserijbeleid
Aan de ene kant wordt aangegeven dat het Visserijbeleid in het beheer van de visbestanden succesvol is, immers het aantal visbestanden dat volgens de hoge MSY-standaard geëxploiteerd worden is de afgelopen jaren spectaculair gestegen, van 5 naar meer dan 60.
Maar aan de andere kant maakt de EC gewag van ernstige tekortkomingen en daarbij wordt dan met name gedoeld op de Aanlandplicht. De EC geeft aan dat er geen herziening komt van het GVB wat betekent dat de Aanlandplicht in stand moet blijven.
De EC zet alles op meer controle en handhaving (zelfs met camera’s) en een kritische blik op de uitzonderingen.
Wij blijven herhalen dat deze insteek nooit succesvol zal worden, immers de Aanlandplicht is een onding, die nooit gaat werken, immers het draagvlak ontbreekt Europees breed.
Op dit moment is de Aanlandplicht nog enigszins te doen dankzij een reeks van uitzonderingen. Denk deze bijvoorbeeld eens weg in de garnalenvisserij en 80 mm visserijen.
Dit probleem speelt in de hele Europese Unie maar het lijkt er op dat de autoriteiten van de meeste lidstaten weg blijven kijken en dat is zondermeer een kwalijke gang van zaken. Kortom; lidstaten komen niet krachtig in het geweer wat de EC de mogelijkheid biedt om “verdeel en heers” toe te passen.
Zoals eerder gemeld werken België en Nederland op dit moment samen om de bestaande uitzonderingen in stand te houden. Deze samenwerking moet leiden tot een roadmap die voor 1 mei via de Scheveningengroep van lidstaten bij de Europese Commissie moeten worden ingediend.
Ingrijpende voorstellen
Het Actieplan voor herstel van ecosystemen suggereert in de titel al dat er iets kapot zou zijn en het document lezend leidt dat volgens de EC maar tot één conclusie namelijk het verbieden van bodemberoerende visserijen in aangewezen te beschermen gebieden.
Er zijn al veel gebieden aangewezen in het kader van Natura2000 of Kaderrichtlijn Marien (KRM) en er staan er nog de meerderen op de rol. Al deze gebieden zonder nuance of praktische benadering allemaal sluiten voor visserijactiviteiten gaat veel te ver.
In Nederland betekent dat heel concreet het einde van de garnalenvisserij; 70 – 80 % van deze visserij vindt immers in aangewezen Natuurgebieden plaats.
Vervolg
De EC wil duidelijk doorpakken en nog voor de zomer door de Raad van ministers een aantal conclusies aangenomen te krijgen. Lidstaten zouden hierin natuurlijk niet mee moeten gaan, we hebben het immers over ingrijpende zaken.
Inmiddels heeft de Visserijcommissie van het Europees Parlement (EP) een eerste bespreking gehad waarbij de Europese Commissie haar plannen heeft gepresenteerd. Over het Actieplan was het overgrote deel van de Visserijcommissie heel duidelijk; onacceptabel.
Wij hopen dat het standpunt van de Visserijcommissie in de verdere discussie binnen het Europees Parlement een juiste afspiegeling is van de mening binnen het hele EP. Dan moeten de eisen van de Europese Commissie afgezwakt worden.
De drie koepels van Europese visserijorganisaties , Europeche, Europese Associatie van PO’s (EAPO) en European Bottom Fisheries Alliance (EBFA) organiseren op 20 maart as. een bijeenkomst met ambtelijke vertegenwoordigers van de lidstaten om te overleggen over een strategie om deze volgende aanval op de visserij met een gaand vistuig proberen in te dammen.
Nederlands proces
Wanneer in Nederland meerdere ministeries betrokken zijn bij voorstellen uit Brussel wordt gewerkt aan een zogenaamde BNC-fiche. Een BNC-fiche wordt door een werkgroep opgesteld ter ‘Beoordeling van Nieuwe Commissievoorstellen’ (BNC) een geeft een korte samenvatting van nieuwe (beleids)voorstellen van de Europese Commissie en de mogelijke gevolgen hiervan voor de Nederlandse praktijk.
Deze procedure moet binnen 6 weken leiden tot een kabinetsstandpunt. Uiteraard is de mening van de minister van LNV hierin van groot belang. De eis van de EC zal genegeerd moeten worden, er zal op dit punt flexibiliteit moeten komen.