Overbruggingsregeling; druppel op een gloeiende plaat moet opmaat worden naar meer

Afgelopen dinsdag kwam minister Piet Adema van LNV eindelijk met een steunmaatregel voor de visserijsector. Hierbij wordt voortgeborduurd op de Europese de-minimis-regeling wat een karige regeling is. Wat VisNed betreft moet dit gezien worden als eerste stapje om de vloot gaande te houden.

In de brief aan de Kamer meldt de minister dat gehoor gegeven is aan de wens vanuit de Tweede kamer. Het betreft een regeling op basis van de-minimisverordening voor de visserijsector.  In totaal is hiervoor € 10 miljoen uitgetrokken.

Op basis van de de-minimisverordening voor de visserijsector kan over een periode van drie jaren tot maximaal € 30.000 aan de-minimissteun aan één onderneming in de sector worden verleend.

De minister geeft aan zich er van bewust te zijn dat de hoogte van de steun geen kostendekkend effect zal hebben voor de sector. De regeling zal als functie hebben de druk door de stijgende bedrijfskosten van dit moment voor de visserijsector te verlagen.

De Europese Commissie heeft reeds in het voorjaar deze regeling verruimd, aanvankelijk van € 30.000 naar € 65.000. Onlangs heeft Brussel de mogelijkheden tot compensatie van stijgende exploitatiekosten verder verruimd tot zelfs € 300.000 en de termijn voor steun verlengt tot 31 december 2023.

Duidelijk is dat de € 30.000, die nu in het vooruitzicht wordt gesteld, niet meer is dan een eerste gebaar. VisNed vindt deze tegemoetkoming van de minister dan ook een eerste stapje maar willen we met elkaar een vloot van enige omvang in de benen houden, dan zal een aanmerkelijk hoger bedrag beschikbaar moeten komen.

In de Tweede kamer klinken deze geluiden ook. Een motie om de minister hiertoe aan te sporen haalde het deze week niet, ook omdat alle regeringspartijen, deze niet steunde.

Inmiddels hebben SGP en BBB een motie ingediend waarin de minister van LNV wordt opgeroepen voor de aanstaande begrotingsbehandeling begin december een aangepast voorstel voor een steunregeling voor de kottervisserij aan de Kamer voorleggen. 

Geen verrekening

In tegenstelling tot de regelingen onder de Brexit Adjustment Reserve (BAR), sanering, stillig en liquiditeit, vindt financiering van de Overbruggingsregeling uit nationale middelen plaats.

Dit betekent dat de uitkering vanuit de Overbruggingsregeling niet verrekend hoeft te worden met uitkeringen in het kader van de BAR. Alle vissersvaartuigen, ook garnalenvissers en ook die gaan saneren, kunnen een aanvraag indienen.

Zodra de tekst van de regeling bekend gemaakt is, zullen wij de leden nader informeren.