Afgelopen woensdag kwamen vertegenwoordigers van partijen die deelnemen in het Noordzeeoverleg (NZO) bij elkaar om van gedachten te wisselen over de situatie op de Noordzee na 2030. Visserijvertegenwoordigers pleiten voor een duidelijker positionering van de voedselproducenten waarbij naast gebieden voor wind op zee en natuur ook visakkers worden aangewezen.
Het huidige Noordzeeoverleg (NZO), waarin de in het Noordzeeakkoord vastgelegde afspraken tussen de Nederlandse overheid en stakeholders over de energie-, natuur- en voedseltransitie, worden uitgewerkt, loopt tot 2030.
Afgelopen woensdag was er onder leiding van voorzitter Sybilla Dekker en een professionele begeleider een bijeenkomst van alle stakeholders om te kijken waar we nu staan met de uitvoering van het Noordzeeakkoord maar ook welke aandachtspunten de verschillende deelnemende partijen (3 ministeries, energiesector, olie en gas, scheepvaart en havens, natuur- en milieuorganisaties, visserij en wetenschappelijke ondersteuning) wilden opbrengen voor de periode na 2030.
Namens de visserijsector gaf Andries de Boer een presentatie. Hoewel visserij altijd geconfronteerd wordt met onvoorziene zaken (kijk naar de recente grote kortingen bij tong) sprak Andries, met een verwijzing naar het Hoofdlijnenakkoord van de nieuwe regering, vertrouwen uit dat er anders naar de visserij gekeken wordt dan de afgelopen jaren het beeld was.
Verder ziet Andries graag dat er in Nederland een transitie plaats vindt richting een duurzaam opererende (economisch en ecologisch) vissersvloot van nieuwe vaartuigen.
Tijdens de dag werd in verschillende werkgroepen aandacht geschonken aan Ruimte voor voedselvoorziening, Beschermde gebieden, Medegebruik en gebiedsgerichte aanpak, Cumulatieve effecten, Uitkering “Transitiefonds” en Soortenbeschermingsplannen.
Bij Ruimte voor voedselvoorziening werd ook verwezen naar het Hoofdlijnenakkoord, immers naast aanwijzing van gebieden voor wind op zee en natuurbescherming dienen er ook gebieden te komen waar de visserij het primaat krijgt, de zogenaamde visakkers.
Deze ontwikkeling betekent niet dat we in andere open gebieden niet zouden mogen vissen maar, net als bij de energie- en natuurtransitie, moet de visserij ook gebieden kunnen claimen die beslist beschikbaar blijven voor de vloot.
Verdere invulling hiervan is binnenkort voorzien.