In het Noordzeeoverleg wordt door overheden en stakeholders gesproken over het gebruik van de Noordzee tot 2030 in de situatie dat wind op zee en natuurbescherming grote claims legt op visgronden. Er is steeds gesproken over aanzienlijke bedragen om de vloot naar aard en omvang aan te passen. Vorige week werden we geïnformeerd dat een aanzienlijk bedrag ingenomen is en een andere bestemming heeft gekregen.
In de discussies bij de totstandkoming van het Noordzeeakkoord (NZA) werd aan de visserijsector meerdere honderden miljoenen in het vooruitzicht gesteld omdat de ruimteclaims van andere stakeholders enorme gevolgen zouden hebben voor de vloot.
Er werd dan ook geconcludeerd dat de vloot naar aard en omvang aangepast moest worden aan deze nieuwe werkelijkheid. Met omvang werd bedoeld; kleiner en naar aard werd bedoeld; met innovaties aangepaste schepen die ook economisch duurzaam zouden kunnen opereren.
Bij de presentatie van het NZA bleek van alle financiële bespiegelingen en toezeggingen er uiteindelijk € 119 miljoen over te zijn, nader ingevuld met € 74 miljoen voor sanering en € 45 miljoen voor innovatie. Het laatste bedrag kan niet één op één naar visserijbedrijven maar is bedoeld voor pilots ten dienste van de vloot om innovaties aan te jagen.
Het hoeft niet herhaald te worden maar het NZA zorgde voor een enorme splijtzwam in de aanvoersector, mede ingegeven doordat de vloot geen toekomstperspectief werd geboden en de financiële compensatie onvoldoende werd geduid.
Over de vraag wel of niet deelnemen aan het NZA werd lang gesteggeld en zorgde uiteindelijk zelfs voor het uiteenvallen van VisNed.
Vorig jaar bleek dat Brussel niet akkoord ging met de financiering van de sanering vanuit NZA-gelden en inmiddels is duidelijk geworden dat hiervoor de BAR-gelden, die dienen als schadeloosstelling voor economische verliezen ten gevolge van de Brexit, gebruikt gaan worden.
Dit betekende dat de € 74 miljoen uit het NZA niet benut wordt voor sanering. Een en andermaal is toen toegezegd en ook afgesproken dat dit bedrag beschikbaar bleef voor de visserij. Vanuit de visserij werd er bijvoorbeeld op aangedrongen om een deel hiervan te benutten voor een herstructurering, lees: sanering, van de garnalenvloot.
Groot was dan ook de verbazing dat vorige week tijdens een Aanvoeroverleg op het ministerie van LNV dat de € 74 miljoen in het kader van de zoektocht naar extra middelen in verband met de Voorjaarsnota, ingepikt was.
Uiteraard is hiertegen gelijk geprotesteerd. Vanuit de overheid werd aangegeven dat er tegenover staat dat er tot 2030 € 199 miljoen uit een klimaatfonds beschikbaar komt voor de visserij, samen met de resterende € 45 miljoen NZA en € 200 miljoen Brexitcompensatie in totaal € 444 miljoen.
In een overleg van het NZA afgelopen woensdag werd dit herhaald maar vanuit de visserij werd aangegeven dat er niets concreets is geregeld. Het zijn allemaal worsten die de vloot worden voorgehouden terwijl deze bezig is met een enorme overlevingsstrijd.
We kunnen niet anders stellen dat deze gang van zaken een minachting en schoffering van de visserij is. Het geeft aan dat de politiek onbetrouwbaar is.
Feit is dat er van alle prachtige verhalen die rond het NZA werden benoemd en opgetuigd, die voor een aantal visserijbestuurders de noodzaak tot deelname aan het NZA, rechtvaardigden, er uiteindelijk bitter weinig is overgebleven.
Heel wrang als bedacht wordt wat het NZA binnen de sector, ook bestuurlijk, allemaal te weeg heeft gebracht. Bestuurders, die steeds betoogd hebben dat we aan tafel moesten komen, zullen zich nu toch ook in hun hemd gezet voelen?