Het jaarlijkse overleg over de uitzonderingen van de aanlandplicht heeft weer veel tijd en energie gekost. Voor de deadline van 1 mei 2023 is door de EU-lidstaten, verenigd in de Scheveningengroep, de Joint Recommandation bij de Europese Commissie ingediend. Na beoordeling door de het Europese wetenschappelijk advies bureau (STECF) neemt de Commissie een besluit.
Het is inmiddels een bekend en noodzakelijk gegeven. De aanlandplicht is in de gemengde visserijen nog een klein beetje hanteerbaar dankzij het grote aantal uitzonderingen op basis van hoge overleving dan wel deminimis.
Eind dit jaar loopt de driejaarlijkse termijn van de huidige vrijstellingen af en de Scheveningengroep, daarbij geadviseerd door de Noordzeeadviesraad, had dan ook een hele kluif om het verzoek tot ontheffingen in de vorm van een Joint Recommandation (gezamenlijke aanbeveling) op tijd, wat betekent voor 1 mei jl., bij de Europese Commissie ingediend te krijgen.
Uit het document blijkt dat alle voor Nederland belangrijke uitzonderingen opnieuw aangevraagd zijn. Hierbij kan gedacht worden aan schol in de boomkor 80 – 119 mm en uitzonderingen voor roggen en wijting.
Ook de deminimis-regeling aanlandplicht garnalenvisserij is samen met Duitsland opnieuw ingediend. Hierbij was nog wel een spannend punt omdat de lidstaten de aanvraag alleen wilden indienen wanneer vastgelegd werd dat met tenminste 24 mm wordt gevist.
Op verzoek van de sector is dit vastgelegd op 22 mm omdat bij MSC ook 24 mm geldt maar de maaswijdtemeting nogal verschillend uit kan pakken. Wel moet er rekening mee gehouden worden dat het gebruik van de zeeflap of een andere maatregel om ongewenste bijvangsten soorten te vermijden, jaarrond verplicht wordt.
In de Joint Recommandation is tevens gevraagd om bepaalde ontheffingen voor een langere duur dan 3 jaar toe te kennen omdat er elke keer toch veel werk verzet moet worden onder grote tijdsdruk om de aanvraagprocedure op tijd klaar te hebben.