DV Vrijdag 1 juli komt minister Staghouwer van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) voor een werkbezoek aan Urk. Uiteraard zullen wij ook deze gelegenheid aangrijpen de minister te wijzen op de kritieke situatie waarin de visserijsector zich bevindt.
Bij zijn aantreden heeft VisNed de nieuwe minister gefeliciteerd met zijn benoeming en hem Gods zegen toegewenst op zijn werkzaamheden.
Tegelijkertijd hebben we hem uitgenodigd voor een werkbezoek aan Urk. Uiteraard krijgt een nieuwe bewindspersoon tientallen uitnodigingen uit alle voedselproducerende ketens. Minister Staghouwer heeft eerder al een bezoek gebracht aan de visserij in Scheveningen.
Vandaar heeft het enige tijd geduurd voordat een bezoek aan Urk ingepland kon worden maar vrijdag 1 juli as. is het zover. Wij hebben ook de wethouder Visserij van de gemeente Urk uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn.
De minister heeft aangegeven niet in een zaaltje te willen overleggen met bestuurders maar zoveel mogelijk zaken te aanschouwen, vandaar brengen we bezoeken aan de Visserijschool, de haven en de Coöperatie/TCD.
Natuurlijk zullen we de minister wel aanspreken op zijn reacties tot nu toe waar de visserij en aanverwante sectoren op indringende wijze al meerdere keren aandacht gevraagd heeft voor de zeer kritieke situatie waarin de sector zich bevindt, zeker na het uitbreken van de oorlog en de ongekend explosief gestegen brandstofkosten. Deze typeren wij tot nu toe: “warme woorden maar daden blijven uit.”
Kameroverleg
In een overleg tussen de minister en de Tweede kamer vorige week woensdag ter voorbereiding op de Landbouw en Visserijraad van afgelopen maandag is ook uitgebreid gesproken over de zorgelijke situatie in de visserijsector.
Duidelijk is waar te nemen dat, na eerder BBB en SGP, nu ook regeringspartijen VVD en CU aandringen op steun voor de sector. De CU heeft deze week een motie van deze strekking ingediend.
In zijn reactie gaf de minister aan dat het niet zo kan en mag zijn dat de visserij in Nederland verdwijnt, Maar ook de minister maakt zich zorgen hierbij verwijzend naar een rapport dat Wageningen Economic Research |(WEcR) heeft opgesteld waarbij maar op dit moment liefst 70 procent van de visserijbedrijven “onder water staat”.
Ook de minister erkende daarom dat er op korte termijn voor de vloot iets moet gebeuren waarbij hij zoekende is naar wat passend en verstandig is om de sector te helpen.
De minister gaf verder aan zeer ongelukkig te zijn met de trage voortgang rond de Brusselse goedkeuring van regelingen waardoor hij zijn voornemen om voor de zomer met een totaalpakket aan regelingen te komen (innovatie, sanering, vlootontwikkeling) niet gerealiseerd kan worden.
Op 6 juli as. staat tussen Kamer en minister een nieuw overleg gepland, de minister heeft toegezegd dat hij voor de tijd een Kamerbrief zal sturen waarin hij, voor zover mogelijk, zijn toekomstvisie over de aanvoersector weer zal geven. Wij gaan ervan uit dat de minister op 1 juli op Urk hierover in en outs gaat delen.
Gezien de recente ontwikkelingen blijven wij nadrukkelijk pleiten voor een steunregeling op korte termijn om de brandstofcrisis enigszins het hoofd te kunnen bieden.
Navraag uit VisNed in Brussel heeft nogmaals bevestigd dat directe steun vanuit de lidstaten toegestaan is omdat een directe link gelegd kan worden tussen de oorlog in Oost-Europa en de ontwikkelingen op de internationale oliemarkt. Hiervoor heeft de Europese Commissie de voorwaarden versoepeld.
In deze context is het mogelijk dat er in totaal € 65.000,00 steun kan worden verleend, bestaande uit twee verschillende componenten; deminimis € 35.000 en aanvullend € 30.000 als laatstgenoemde bedrag in de afgelopen 2 jaar niet eerder toegekend is.
De financiering van de stilligregeling, die door het ministerie van LNV in 2020, in verband met COVID-19 marktverstoring, is opgetuigd, is deels met Brussels geld gefinancierd. Er zal dus gekeken moeten worden hoe de deminimis verder ingevuld kan worden. De Europese Commissie zegt dat dit aan de lidstaten is.