Er was steeds onduidelijkheid over de bijvangstregeling van zeebaars en dan met name over de vraag hoe de tweemaandelijkse periodes liepen. Met ingang van dit jaar is duidelijkheid gekomen hoe deze periodes worden ingevuld.
De aanvoer van zeebaars is aan beperkingen onderhevig. Zo is met gesleept vistuig gerichte visserij niet toegestaan en geldt voor de bijvangst een hoeveelheid per twee maanden, dit jaar vastgesteld op 760 kg zeebaars.
Mede in verband met het aanvoerverbod van zeebaars in de maanden februari en maart was er onduidelijkheid hoe de periodes moesten worden toegepast. Mocht, bijvoorbeeld door het aanvoerverbod in februari, in januari 760 kg aangevoerd worden en hoe loopt de telling met ingang van 1 april?
Nu is door een publicatie in de TAC- en Quotaverordening duidelijkheid gekomen, de tweemaandelijkse periodes lopen als volgt waarbij er dus sprake is van 5 periodes; januari – april, mei – juni, juli – augustus, september – oktober en november – december.
In elke periode mag 760 kg zeebaars aangevoerd worden. In totaal gaat het op jaarbasis om 5 x 760 kg, totaal; 3.800 kg. Deze mag niet bij elkaar genomen worden en niet benutte hoeveelheid in de ene periode mag niet meegenomen worden naar een volgende.