Vier innovatieprojecten kunnen per 1 september 2020 van start, voor een periode van twee jaar. VisNed is betrokken bij alle drie de projecten die betrekking hebben op de kottervisserij; de vierde richt zich op de mosselsector. Deze projecten worden gefinancierd vanuit het nationale innovatiebudget van 15 miljoen euro, via NWO.
Het gaat om onderzoeksprojecten, waar met name wetenschappers actief mee aan de slag gaan, en dus geen innovatieprojecten vanuit de praktijk. Feeling houden met de realiteit en behoeftes aan boord is een aandachtspunt, waar we goed op letten. De projecten (met Engelse namen) waar VisNed bij is betrokken, zijn:
Bottom Fishing Impact Tool
Geleid vanuit het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). Doel is de ontwikkeling van een online applicatie waarmee de bodemimpact van (nieuwe) vistuigen voorspeld kan worden, zonder dat eerst tijdrovend en duur veldonderzoek nodig is. Dit maakt het mogelijk om snel de duurzaamheidswinst van nieuwe ontwerpen te toetsen. Daarnaast kunnen ontwerpen met deze applicatie geoptimaliseerd worden voor een lage bodemimpact.
Low Impact Bottomtrawling
Geleid vanuit Wageningen Universiteit. Dit project richt zich op het verder optimaliseren van de selectiviteit bij het vissen met pulsen. Zowel op het gebied van grootteselectiviteit als op het gebied van soortselectiviteit, ziet men nog ruimte voor verdere verbeteringen bovenop de prestaties van de bestaande pulskor.
Daarnaast wordt gekeken naar de mogelijkheid om elektrische signalen te detecteren zodat de vis gericht kan worden gestimuleerd (in plaats van door middel van een breed pulsveld).
Numerical modelling of demersal fishing net systems for design optimization
Geleid vanuit de Technische Universiteit Delft. Doelstelling van dit project is de ontwikkeling van een computermodel waarmee de werking van een netontwerp kan worden gesimuleerd. Van oudsher worden ontwerpen in de praktijk getest en op basis van de bevindingen aangepast (leren door doen).
Ook in het Visserijinnovatiecentrum worden tegenwoordig praktijktests uitgevoerd maar er is nog altijd telkens een flinke investering nodig om iets uit te proberen.
De modellen bevatten bijvoorbeeld: de elastische vervorming van het materiaal, de dynamiek van afzonderlijke tuigonderdelen, de wisselwerking met de zeebodem, en de vloeistofdynamica. Daarmee zou het ontwikkelen van nieuwe tuigen een flinke impuls kunnen krijgen.
De financiering en de projecten worden in iets meer detail toegelicht op: de pagina van de financier NWO. VisNed feliciteert de betrokken onderzoekers van harte met het verkrijgen van de financiering, en kijkt uit naar een vruchtbare samenwerking.