Pim Visser sprak op een hoorzitting van het Europees Parlement (EP) over het vaststellen van vangsthoeveelheden en wetenschappelijk onderzoek. Een veel nauwere, intensievere en innovatieve samenwerking tussen visserij en wetenschap is essentieel.
VisNed is al veel jaren voorstander van betrokkenheid van de sector op het wetenschappelijk adviesproces. Daarin volgen we de Pelagische sector. Daarom was Martin Pastoors van de PFA gevraagd mee te denken over de inhoud van de presentatie. Vanuit de belangrijkste wetenschappelijke adviseurs (ICES en het STECF) waren ook presentaties in het EP, net als van een Portugese NGO, onderdeel van Seas at Risk.
Geen exacte wetenschap
Het EP wil zaken graag tot in het kleinste detail regelen, maar dat is niet praktisch. Pim Visser pleitte daarom voor een praktische, maar tegelijk zorgvuldige aanpak. Visserijbiologie is immers geen wetenschap die tot vier cijfers achter de komma dingen kan vaststellen. Er worden trends ontdekt. Dat werd vanuit STECF en ICES bevestigd.
Sector heeft zelf de beste gegevens beschikbaar
Vanuit de sector zijn we altijd wat terughoudend met het beschikbaar stellen van gegevens, omdat het gevoel leeft dat het tot slechte resultaten voor de visserij leidt. Toch lijkt het tij te keren. Hoe betrouwbaarder de inbreng hoe beter het resultaat.
Mooi voorbeeld daarin is de inzet vanuit VisNed om een betere TAC voor tarbot en Griet vastgesteld te krijgen. De VisNed wetenschappers, onder aansturing van Geert Meun hebben veel gegevens aangedragen waar ICES mee aan de slag kon. Gegevens die wetenschappers zelf nooit boven water hadden gekregen. Met als resultaat een realistischer inschatting van het bestand en een TAC die beter aansluit bij de visserijmogelijkheden.
En ook bij aanlandplicht zien we de enorme waarde van door de sector aangedragen gegevens. In het pulsonderzoek blijkt de enorme hoeveelheid aan data veel waardevolle informatie over lange termijneffecten op te leveren en kan het management zich aanpassen aan de nieuwe situatie.
Verantwoordelijkheid krijgen en nemen
In het verleden lag alle verantwoordelijkheid voor zowel gegevens als interpretatie bij de wetenschap. Door zelf wetenschappers in dienst te nemen en die in te schakelen in het proces neemt de sector verantwoordelijkheid. Die moet ze dan ook wel krijgen en dat vereist een andere instelling bij de instituties. Die moeten zich aanpassen aan een sector die betrokken is, verantwoordelijkheid neemt en zich verantwoordelijk gedraagt.
De wetenschappelijke instituten zien een andere rol op zich af komen. Ze gaan veel meer verifiëren en samenvoegen wat wetenschappers van buiten (lees de industrie) aanreiken dan dat ze alles zelf doen. Dat levert een beter en resultaat op tegen lagere kosten.
Een interessante toekomst
We staan aan de vooravond van interessante ontwikkelingen. Daarin moet de sector zich bewust worden van haar verantwoordelijkheid (ook financieel). Tegelijk moeten wetenschappelijke instituties, maar ook de beslissers in Den Haag en Brussel open staan voor moderne ontwikkelingen. Alleen dan krijgen we beter visserijbeheer wat behapbaar en betaalbaar blijft.