Volle agenda Noordzeeadviesraad

Gisteren kwam het Uitvoerend Comité van de Noordzeeadviesraad bijeen om te overleggen over een scala aan onderwerpen. Internationale afstemming met collega’s en andere stakeholders blijft van groot belang zeker nu na Brexit het speelveld gecompliceerder is geworden.

Het Uitvoerend Comité, onder voorzitterschap van de Deen Kenn Skau Fisher, kwam bijna een volle dag bij elkaar, dit was nog altijd digitaal. Naast een aantal huishoudelijke zaken (werkprogramma, budgetten, werkgroepen en benoemingen) vond een informatie-uitwisseling met de Europese Commissie plaats over een aantal actuele onderwerpen waarbij de stand van zaken over de EU-VK-onderhandelingen de belangrijkste was.

EU - Verenigd Koninkrijk

De delegaties van de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk zijn nog steeds in gesprek met elkaar maar er wordt weinig voortuitgang geboekt. Dit komt omdat er over veel zaken overeenstemming is bereikt en de standpunten over de paar belangrijke onderwerpen waarover verschil van mening en aanpak is zijn over en weer bekend. Zelfs op het hoogste politieke niveau van Eurocommissaris en Britse visserijministers is hierover contact met elkaar.

De vraag is dan ook wie nog bereid is om te bewegen en dat zal toch moeten gebeuren. Geen overeenkomst is een optie die ook nog nadrukkelijk op tafel ligt maar dit zou in feite alleen maar verliezers opleveren.

Alleen al op het punt van internationale ruilen is het van belang dat er een overeenkomst komt. Het VK en meerdere lidstaten hechten hier grote waarde aan. In het VK liggen al vaartuigen voor de kant omdat er geen deal gesloten is tussen het VK en Noorwegen. Wanneer er ook geen overeenkomst komt met de EU zou dit voor vissers aan beide kanten van de Noordzee veel negatieve gevolgen hebben. Politici en beleidmakers moeten zich dat terdege realiseren. Desgevraagd gaf de Europese Commissie aan dat er geen harde deadline op tafel ligt. De voorlopig vastgestelde TAC’s gelden tot 31 juli en (ruim) voor die tijd zal er duidelijkheid moeten zijn.

Scheveningengroep

Nederland is dit jaar voorzitter van de EU-landen rond de Noordzee verenigd in de Scheveningengroep. De vertegenwoordiger van het ministerie van LNV gaf een toelichting op de werkzaamheden die de eerste maanden van dit jaar gedaan zijn. Veel werk is verricht voor de Joint Recommandation Aanlandplicht waarbij de ontheffingen en vrijstellingen voor volgend jaar voor 1 mei jl. bij de Europese Commissie moesten worden ingediend.

Andere zaken die spelen zijn Technische Maatregelen voor het Skagerrak en de discussie tussen Europese Commissie en lidstaten over de kortingen op de TAC’s in verband met toegekende vrijstellingen aanlandplicht. De voorzitter van het Uitvoerend Comité bedankte terecht het Nederlandse voorzitterschap voor de zeer goede samenwerking waarbij de inbreng vanuit de Noordzeeadviesraad goed ontvangen wordt.

Vissersvrouwen

In de vergadering werd door de organisatie Women in Seafood Industry (WSI) een presentatie gehouden over vrouwen in de visserij. Op dit moment zijn er in Europa 200.000 personen in de visserij actief, waarvan 10.000 vrouwen, dus 5%. Volgens deze club is er een enorme achterstand voor de positie van vrouwen waar snel verbetering in moet komen. WSI vraagt hier overal aandacht voor.

Nieuwe werkelijkheid

De Noordzeeadviesraad is na het vertrek van de Engelse en Schotse visserijvertegenwoordigers en NGO’s op zoek naar de juiste manier hoe het belangrijke advieswerk onder het nieuwe gesternte het best ingevuld kan worden. 

Tegelijkertijd is het de laatste jaren steeds moeilijker gebleken om consensus te bereiken over adviezen en standpuntbepalingen waardoor het steeds vaker voorkomt dat er gewerkt moet worden met meerderheids- en minderheids-standpunten. Tijdens deze bijeenkomst werd vanuit het secretaraat een presentatie gegeven van bevindingen die het functioneren van de Adviesraad moet verbeteren. Het gesprek hierover wordt voortgezet.