Brussel: Belangrijk netwerk en overleg

Na de Europese verkiezingen komt het werk in het Europees Parlement (EP) weer op gang. Afgelopen dagen waren er daarom diverse overleggen in het EP. Ook vergaderde de Europese Associatie van Producentenorganisaties (EAPO) en de Noordzee Adviesraad (NSAC) in Brussel en mochten we onze mening over de aanlandplicht geven aan een delegatie van het Britse House of Lords. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie organiseerde haar jaarlijkse haringparty, een belangrijk netwerk evenement.

Er worden de komende jaren belangrijke besluiten genomen in Brussel, onder meer over de Aanlandplicht, het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB), de nieuwe Controle verordening, het nieuwe Europees fonds en over de invoering van de Plastic-richtlijn.

Nederlandse vertegenwoordiging in het Europees Parlement

We mogen ons als Nederlandse visserijsectorgelukkig prijzen met maar liefst vier Nederlandse Europarlementariërs van drie belangrijke politieke groepen in het Visserij Comité (PECH). Peter van Dalen (Chr. Unie) en Annie Schreijer (CDA) zijn lid van de commissie, Jan Huitema (VVD) en Bert Jan Ruissen (SGP) zijn plaatsvervangend lid.

Peter van Dalen werd gekozen tot eerste vicevoorzitter van de Visserijcommissie. Een groot verschil met de periode 2009-2014, toen er nog geen enkele Nederlander lid was van deze commissie.

Op initiatief van Annie Schreijer en Peter Van Dalen, overlegden Nederlandse visserij betrokkenen met de Nederlandse Europarlementariërs over de manier waarop de communicatie rond de processen in het EP vorm gegeven kunnen worden en hoe we elkaar optimaal geïnformeerd kunnen houden. Het was een nuttig overleg, wat de komende maanden concreet gemaakt gaat worden. Het betekent voor VisNed dat we de taken rondom al die Brusselse dossiers goed beleggen en optimaal contact hebben met zowel de teams van de Europarlementariërs als onze Europese koepelorganisaties EAPO en Europêche.

EAPO en Noordzee Adviesraad over schol

De uitkomsten van de ICES adviezen 2020 stonden prominent op de agenda van de Noordzee Adviesraad en de EAPO werkgroep. Over deze ICES adviezen schreven we in onze vorige nieuwsbrief al uitvoerig. Ook tijdens deze presentatie werden vragen gesteld over de bijstelling van het assessment voor Noordzee-kabeljauw. Vorig jaar was het nog positief, het bestand ging omhoog en had bijna MSY bereikt, maar nu worden we geconfronteerd met een negatieve bijstelling waarbij aangegeven is dat de nieuwe inzichten erin resulteren dat blijkt dat het bestand vanaf 2016 al weer naar beneden ging. De discussie leidde tot de vraag hoe we in 2020 voorkomen dat kabeljauw een chokespecies wordt.

Vanuit VisNed is het verlagen van de minimummaat voor schol op de agenda gezet. Door die maat te verlagen naar 25 cm, krijgt de verwerkende industrie meer grondstof beschikbaar en verminderen we de ongewenste bijvangst met 20%. Vanuit de vergadering werden vragen gesteld over de biologische en de markttechnische gevolgen van zo’n mogelijke verlaging. Die gaan we komende maand in kaart brengen en vragen ook een wetenschappelijke analyse van de gevolgen van deze wijziging.

We weten al vele jaren dat de scholbox nooit gebracht heeft waarvoor deze is ingesteld, meer biodiversiteit. Integendeel; hoe dynamisch en rijk aan vis en ander leven dit gebied ooit was, zo arm is het nu sinds instelling van visserijbeperking. Vanuit de Belgische sector is er vraag naar het actualiseren van de evaluatie van de scholbox. Afgesproken werd dat hierover een verzoek aan de Europese Commissie zal worden gedaan.

House of Lords over aanlandplicht

Na Brexit, is het Verenigd Konikrijk zelfstandig bevoegd om de aanlandplicht anders in te vullen of af te schaffen. Afgelopen jaar heeft het House of Lords (het Britse Hogerhuis enigszins te vergelijken met onze Eerste Kamer) over de aanlandplicht een zeer kritisch rapport uitgebracht.

Een delegatie van dit Britse parlement was naar Brussel gekomen om daar diverse meningen te horen, waaronder die van EAPO. Er is onderbouwd dat de aanlandplicht in haar huidige vorm onwerkbaar en niet te controleren is. Een slecht staaltje regelgeving, omdat er in gemengde visserij altijd ongewenste bijvangst is en omdat de toepassing tot verstikking van de visserij leidt. Het is een te radicale wijziging van beleid in te korte tijd.

Ook is benadrukt dat vissers alleen gewenste vangst willen en dat ongewenste vangst wel werk, maar geen besomming oplevert, wat op zich al aanstuurt op selectiviteit. Vanuit de Nederlandse ervaring kon verteld worden over de projecten “overleving”, “Best practices” en “Selectiviteit”, projecten die waardevolle informatie hebben opgeleverd. Ook is verteld over het Fully Documented Fisheries initiatief. Het was een open gesprek, waarbij ook nogmaals benadrukt kon worden dat de Britten voor Nederland de naaste buren op de Noordzee zijn en dat ook na Brexit zullen blijven.