Wij zijn VisNed
De vereniging van kottervissers
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
![]() VisNed behartigt de belangen van de Nederlandse kottervisserij |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanlandplicht: Hoe hangt de vlag er nu bij?Wordt de aanlandplicht praktisch uitvoerbaar of stevenen we af op chaos? De groep van hoogste beleidsambtenaren moet deze maand een aantal knopen doorhakken om die chaos te voorkomen. Op donderdag 23 mei komt de zgn. High Level Group van de Scheveningengroep bijeen om een aantal belangrijke besluiten te nemen over hoe de aanlandplicht er met ingang van 1 januari 2019 uit komt te zien. Zoals onderhand bekend mag zijn, is in de regelgeving over het Gemeenschappelijk Visserijbeleid vastgelegd dat de aanlandplicht voor gequoteerde soorten op 1 januari 2019 volledig geïmplementeerd moet zijn. De fasering, die dan 3 jaar heeft geduurd, loopt dus op zijn einde. Nog lang niet klaar Hoe de vlag er nu bij hangt Garnalenvisserij Besluitvorming Resumerend Aan boord moeten wel worden gehouden: ondermaatse schelvis, zwarte koolvis en griet. Dit geldt ook voor ondermaatse tong als niet met het Belgisch paneel wordt gevist. VisNed blijft er voor pleiten dat de hele 80 mm boomkor/puls-vloot gebruikt maakt van het Belgisch paneel, dan kunnen we ook de ondermaatse tongetjes laten zwemmen. VisNed is het ministerie van LNV alsmede de Nederlandse Elasmobranchen Vereniging en Stichting De Noordzee zeer erkentelijk voor de grote gezamenlijke inzet die we samen met name het laatste jaar gepleegd hebben om te proberen voor de aanlandplicht pragmatische oplossingen te vinden. Vanaf vorig jaar oktober is door genoemde partijen hieraan hard gewerkt. Het VisNed-bestuur heeft de bovenstaande aanpak inmiddels geaccordeerd en bestempeld als de enige mogelijkheid om de aanlandplicht, die keihard in regelgeving is vastgelegd, toch uitvoerbaar te krijgen. VisNed waardeert de constructieve samenwerking met genoemde partijen in hoge mate om tot een voorlopig aanvaardbare werkwijze te komen met daarbij wel de uitdaging om de komende 3 jaar te gebruiken om tot definitieve oplossingen te komen. Workshop Aanlandplicht Europees Parlement: het is te veel en het is te snelDe invoering van de aanlandplicht is veel ingewikkelder dan vijf jaar geleden gedacht. De regeling heeft wel gezorgd voor versneld en veelvuldig nadenken over selectiever vissen. Dat vertelden wetenschappers aan de leden van het Europees Parlement afgelopen maandag tijdens een workshop in Brussel. Het ging vooral over verstikkingssoorten, de 'choke species'. Opvallend genoeg was er echter nauwelijks aandacht voor de economische en sociale impact van deze bizarre beleidsmaatregel. De Europese Commissie merkte op dat de invoering van het beleid de kans (en dus de tijd) moet krijgen om succesvol ingevoerd te worden. Er is vooral gewezen op de bijdrage die vanuit de Adviesraden, waarin VisNed actief deelneemt, wordt geleverd. De bijdragen gingen over drie gebieden: Noordzee, Zuidwestelijke wateren en Noordwestelijke wateren. In de Noordzee is de situatie complex, zo betoogde Dr. Clara Ulrich van het Deense wetenschappelijke instituut DTU Aqua. Zij verwees naar het advies van de Noordzee Adviesraad en het daarin opgenomen pleidooi voor een geleidelijke invoering. Kortom: het voorkomen van de 'big bang'. Zij benadrukte echter ook dat de maatschappelijke druk om discarding te bestrijden groot is. Dat er dus vooral voort gegaan moet worden op de ingeslagen weg van verduurzaming. Zij noemde Schol als voorbeeld van een bestand wat het uitstekend doet, ondanks hoge discardcijfers in de 80 mm visserij. Een aanlandplicht is hier een nutteloos beheersinstrument zo betoogde zij. In haar presentatie (en ook die van anderen) kwam naar voren dat een veranderde quotum-toedeling naar vloten van diverse landen onderdeel moet zijn van het voorkomen van verstikkingssoorten. En daar staat VisNed genuanceerd in. De huidge verdeling van aanlandquota mag niet veranderd worden en de zg 'top ups' met discardquotum moeten daadwerkelijk daarvoor gebruikt worden en niet als extra aanland quotum, dat was ook nooit de bedoeling. Dat het Brexit proces hierbij een zeer complicerende factor is werd ook duidelijk. Kortom: wij zien haar observaties voornamelijk als een ondersteuning van de insteek van VisNed: van een onwerkbare aanlandplicht via verduurzaming naar een werkbare discardsban. Een tegenvaller in alle presentaties was het totaal ontbreken van gegevens over sociaal economische invloeden. Ook was er niets te horen over kosten, aan boord niet en op de wal niet. Volgens VisNed een gemiste kans. Pim Visser had hiervoor scherpe vragen voorbereid, maar zoals gebruikelijk was de tijd te kort en konden vanuit het publiek geen vragen gesteld worden. De presentatie over de Noordwestelijke wateren was voor onze vissers in Het Kanaal ook van belang. Die wateren kenmerken zich door een zeer groot oppervlak en een grote verscheidenheid aan visserijen. De quotumsituatie is hier zo complex dat discarden onvermijdelijk is, tenzij visserijen heel vroeg gesloten worden. Daarbij verzuchtten veel Euoparlementariers dat het allemaal veel ingewikkelder was dan ze zich hadden voorgesteld. Er werd geroepen om een 'plan B'. Maar dat is er niet. Tegelijkertijd waren er toch ook parlementariers die deze rampspoed vooral als een stimulans zagen om toch vooral op de ingeslagen weg voort te gaan. En de Europese Commissie reageerde naar de mening van VisNed op een heel aparte manier. Zij verweet de visserijsector en de lidstaten simpelweg dat die onvoldoende gebruik maken van het geboden instrumentarium. VisNed heeft gelukkig op 29 mei een gesprek met de hoogste leiding van DG Mare, waarin in detail en met voorbeelden zal worden aangeven dat dit verwijt aan ons volkomen onterecht wordt gemaakt. Alle, maar dan ook alle instrumenten zijn in onze visserijen ingezet. En VisNed werkt meer dan constructief mee in de zoektocht naar oplossingen. De inzet van VisNed in projecten is uniek in Europa. Dat gaan we op 29 mei laten zien. Als alles geprobeerd is, dan kan er geen verwijt gemaakt worden, dan zijn de mogelijkheden gewoon op. Voor de komende drie jaar zijn die mogelijkheden overigens optimaal gebruikt (zie het artikel hierover elders in deze nieuwsbrief).
Opening twee gesloten pulsgebieden op 1 juni. Dikke pluim voor pulsvissers!De vrijwillig voor puls gesloten gebieden "Welland" en "East Lowestoft" gaan op 1 juni weer open. Nederlandse vissers hebben zich goed aan de afspraken gehouden. Daar zijn we trots op! Na een overleg in Londen eind december 2017 sloten VisNed en de NVB in januari van dit jaar een overeenkomst met onze Engelse zusteroganisatie NFFO. Er werd afgesproken om in drie gebieden niet langer met het pulstuig te bevissen. De gebieden Welland en East Lowestoft gaan nu op 1 juni 2018 weer open. Voor het gebied Welland gaat de sluiting per februari 2019 weer in en voor het gebied East Lowestoft op 1 oktober 2018. Het gebied "Ramsgate/Thames", beter bekend als "de Falls" kent een jaarrond sluiting. Met deze overeenkomst hebben we een heel belangrijke stap gezet. Het is gebleken dat een vrijwillige overenkomst tussen vissers sneller geregeld is en beter werkt dan een opgelegde regeling vanuit overheden. Waar het echt om gaat Dikke pluim CVO enquête over vaarpatronen goed ingevuldOnlangs sloot de termijn voor het indienen van de door de CVO opgezette enquête over ontwikkelingen in de kottervisserij met betrekking tot de vaarpatronen. Op dit moment is Noor Visser van VisNed bezig met het verwerken van de enquête en het analyseren van de uitkomsten. De enquête is vanuit de CVO (de overkoepeling van Nederlandse PO's) opgezet om te inventariseren hoe er vanuit de vloot wordt gedacht over de ontwikkelingen wat betreft vaarpatronen. Via de CVO is de enquête aan elke kotter in Nederland en aan de vlagboten verzonden. Maar liefst 212 enquêtes zijn ingevuld ontvangen door de CVO, dat is een mooi resultaat! Daarnaast zien we dat de enquêtes zeer zorgvuldig zijn ingevuld en dat er uitgebreid is gemotiveerd. We willen de vissers die de tijd ervoor hebben genomen om de enquête in te vullen alvast bedanken. Er wordt op dit moment gewerkt aan het analyseren van de uitkomsten. Nog heel even geduld dus!
International Pulse Dialogue meetingDe derde International Pulse Dialogue Meeting die op 19 juni in Amsterdam wordt georgansieerd is een belangrijke ontmoetingsplek voor de internationale stakeholders rond puls visserij. Ook het op 30 mei te verwachten ICES pulsadvies komt aan de orde. Doel van de Dialogue Meeting is om met zoveel mogelijk betrokkenen de laatste informatie over pulsvisserij te delen. De aan de Scientific Advisory Board gestelde (vaak kritische) vragen en hun vertaling in het lopende onderzoek vormen een van de hoofdmoten van de bijeenkomst. Daarom is voor hen een hoofdrol weg gelegd. Er wordt verslag gedaan van de onderzoeksvoortgang. Details over de laatste stand van het grote onderzoek op de pulsvloot, de onderwaterbeelden uit pulstuigen, en de werking van controle en handhaving (incl. de nieuwste versie van de data logger) worden op een informatiemarkt met de aanwezigen gedeeld. De presentatie van het laatste ICES rapport over puls visserij komt in de middag uitgebreid aan de orde. Het bepleiten van pulsvisserij vanwege de verminderde CO2 uitstoot, de verminderde bodemberoering en het economsich voordeel horen daar niet bij. Terughoudendheid past Nederland op dit moment. We liggen onder een vergrootglas en de procedure rondom het al dan niet toelaten van pulsvisserij komt de komende weken en maanden in Brussel in een cruciale fase. Het is daarom van het allergrootste belang dat de aanwezigen in Amsterdam in alle rust hun gedachten rond de objectieve feiten met elkaar kunnen delen en bespreken. Om hen het werken in de praktijk te tonen wordt een varende excursiereis met een pulskotter georganiseerd op de middag voorafgaand aan de bijeenkomst. De uitnodigingen naar de (voornamelijk buitenlandse stakeholders) voor excursie en dialoog gaan komende week de deur uit. De International Scientific Advisory Board heeft de leiding over deze dialoog dag. Voor de Nederlandse kottersector is die dag geen actieve rol weg gelegd en VisNed geeft op die bijeenkomst dan ook geen acte de preseance. Als er Nederlandse vissers zijn die toch heel graag aanwezig willen zijn, dan kunnen ze contact opnemen met het VisNed secretariaat.
Overdracht of verkoop van uw visserijbedrijf: de actuele ontwikkelingenWER (voorheen LEI), Flynth en VisNed organiseren regionale bijeenkomsten over bedrijfsopvolging. De eerste vindt plaats op zaterdag 9 juni as. in Den Helder.
Bedrijfsopvolging is een belangrijk onderwerp in de visserij. Overdracht van vader op zoon is niet vanzelfsprekend en als hier wel sprake van is, is dat fiscaal-juridisch niet gemakkelijk. En als er geen opvolging is hoe kan dan het beste een bedrijfsoverdracht opgetuigd worden? Over deze aspecten organiseren WER (voorheen LEI), Flynth en VisNed een aantal regionale bijeenkomsten. De eerste vindt plaats op zaterdag 9 juni as. in Den Helder en is bestemd voor de vissers uit de kop van Noord-Holland (Texel, Den Helder en Wieringen). Hier treft u de uitnodiging aan en VisNed roept u op hiervan gebruik te mak Overdracht of verkoop van uw visserijbedrijf: de actuele ontwikkelingen en. Aanmelden kan via het emailadres: urk@flynth.nl of telefonisch: 088-236 9400 Zienswijze tegen Wob-verzoek ingediend namens 30 visserijbedrijvenAfgelopen woensdag heeft Wybenga Advocaten uit Rotterdam namens meer dan 30 visserijondernemers en namens VisNed en NVB een zienswijze bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ingediend tegen het openbaar maken van persoons- en bedrijfsgegevens van de schipper en de eigenaar van vissersvaartuigen die in 2017 door de NVWA onderworpen zijn aan een inspectie op zee. Eerder is duidelijk geworden dat de informatie uit de controlerapporten opgevraagd wordt door een advocaat. Hij/zij wil kennelijk informatie over visserij-inspecties naar aanleiding van een incident van zijn cliënt dat in 2017 heeft plaatsgevonden. Deze advocaat is op zoek naar aansprakelijke partijen en/of wil de overheid aansprakelijk stellen. Echter, als in het kader van de WOB stukken openbaar worden gemaakt, worden die niet alleen aan die advocaat toegezonden, maar ook gepubliceerd op rijksoverheid.nl (en zijn ze dus voor iedereen te raadplegen). Mede op advies van Wybenga Advocaten heeft VisNed besloten een zienswijze in te dienen waarin bezwaar gemaakt wordt tegen het op deze manier openbaar maken van deze informatie. In de zienswijze wordt gemotiveerd en met een beroep op van toepassing zijnde wetgeving bezwaar gemaakt tegen het openbaar maken van persoonsgegevens en bedrijfs- en fabricagegegevens. Onder persoonsgegevens wordt verstaan: naam van de schipper (komt 3 x voor), geboortedatum, BSN-nummer en emailadres. Onder bedrijfs- en fabricagegegevens wordt begrepen: naam eigenaar en informatie over motorvermogen, positie van de inspectie, welk type visserij en de maaswijdte (voorgeschreven en gemeten), op welke (doel)soorten wordt gevist, welke documenten aan boord zijn en de vissoorten en kilogrammen per soort aan boord. Al deze gegevens dienen gekwalificeerd te worden als persoons-, bedrijfs- en fabricagegegevens als bedoeld in de WOB. In de zienswijze wordt gerefereerd aan andere soortgelijke situaties uit de landbouw en veeteelt, kortom meer dan voldoende jurisprudentie. Ook RVO heeft in het recente verleden aangegeven dat op de afgegeven Vismachtiging vertrouwelijke bedrijfs- en fabricagegegevens vermeld staan, zoals vangstquota etc. Openbaarmaking van deze gegevens dient achterwege te blijven. De schipper-eigenaar heeft deze informatie verstrekt en inzage gegeven in documenten in contacten met de NVWA omdat hij daartoe op grond van wetgeving verplicht is. Echter deze informatie is wel als vertrouwelijk te beschouwen en openbaarmaking dient achterwege te blijven mede omdat het concurrentiegevoelige informatie betreft. Mocht de NVWA besluiten de ingediende zienswijze (deels) niet te honoreren zal eventueel de rechter worden gevraagd om openbaarmaking tegen te houden. Afhankelijk van het besluit van de NVWA kan worden bezien of dit nodig is, waarbij wij overigens verwachten dat de NVWA de ingediende zienswijze zal honoreren. Implementatie VN verdrag C188 Werk in Visserij stap dichterbijEind dit jaar kan het C188 verdrag rond zijn. Wat betekent dat voor Nederlandse vissers in de praktijk? De arbeidsrechten van vissers verschillen sterk van land tot land. Daartoe is al meer dan tien jaar geleden een verdrag gesloten. In jargon heet dat C188. Het regelt belangrijke rechten voor vissers. Nederland liep belsist niet voorop met het goedkeuren van dit verdrag. Dat vonden we als sector heel spijtig, maar dat gaat nu gebeuren. Deze week overlegde de Sectorraad - waarin VisNed samenwerkt met de Pelagische Reders, de NVB en de vakbonden op sociaal gebied - met drie Minsiteries en kon een grote stap gezet worden op weg naar goedkeuring en implementatie van het verdrag. Eind dit jaar kan dat na advies van Raad van Sate en behandeling in Tweede en Eerste Kamer rond zijn! Dat verdrag C188 en de erkenning door Nederland is van groot belang. Lidstaten kunnen namelijk eisen dat schepen aan de eisen van het verdrag voldoen terwijl de lidstaat het verdrag nog niet erkend heeft. Dat is bijvoorbeeld het geval voor Nederlandse schepen in Franse havens. Als Nederland lopen we dus een beetje achter, maar die achterstand wordt nu snel ingelopen. Het constructieve overleg hierover met de Ministeries van Sociale Zaken, Infrastrcutuur en Waterstaat en Veiligheid en Justitie heeft de erkenning aan het einde van het jaar een stap dichterbij gebracht. De sectorraad Visserij is ons overlegplatform en het gesprek werd vanuit de sector dan ook geleid door haar voorzitter, Ment van der Zwan. In hem is ook een enorme expertise gebundeld, waar we ons als kottersector heel gelukkig mee prijzen. Praktische invoering
EU-project PANDORA van startHet nieuwe Europese onderzoeksproject PANDORA waar VisNed partner in is, heeft als doel om de toestandsbeoordelingen van visbestanden te verbeteren door met name biologische kennis toe te voegen aan de modellen. De bedoeling is om de toestandsbeoordelingen efficiënter en robuuster te maken, zodat visserijen daarmee meer winstgevend kunnen opereren. Naast VisNed nemen ook drie pelagische visserijorganisaties deel aan het project: de Nederlandse PFA, de Deense DPPO, en de Schotse SPFA. Andere van de in totaal 25 partijen komen uit heel Europa, en het project wordt geleid vanuit de Deense Technische Universiteit (DTU-Aqua). VisNed woonde de startbijeenkomst van het project deze week bij op Majorca. Verschillende ideeën worden binnen het project in case studies ontwikkeld en getest, in de Noordzee, Golf van Biskaje, Baltische Zee, Noorse Zee, en de Middellandse Zee. Uiteindelijk levert het project een “gereedschapsset” op, die de partijen die met toestandsbeoordelingen te maken hebben ook echt moeten kunnen inzetten. Dit is in elk geval gericht op de visserijbiologen die de toestandsbeoordelingen van oudsher uitvoeren, maar het project richt zich ook specifiek op deelname van visserijorganisaties en vissers aan het beoordelingsproces. Dat begint bij het verzamelen van gegevens: hoe kan de visserijsector gegevens verzamelen waarmee de beoordelingen vooruit kunnen worden gebracht. Deze gegevens zijn bijvoorbeeld gericht op de biologie van de vissen. Modellen doen aannames en maken gebruik van versimpelingen; dat is altijd het geval. Maar de gedachte is dat de nauwkeurigheid van de modellen verbeterd kan worden door de versimpelingen indien nodig te vervangen door nieuwe inzichten in, en harde gegevens over, de onderliggende biologische processen. Naast het verbeteren van de bestandsschattingen in termen van hoeveelheden vis, wordt ook aandacht besteed aan de economische en sociale kant. De bedoeling is om aan de beleidsmakers inzichtelijk te maken hoe keuzes in het visserijbeheer doorwerken op de economische en sociale prestaties van de vloot. Daarmee wordt het mogelijk om meer transparantie en een betere balans in het visserijbeheer te brengen. In de Noordzee is in eerste instantie een belangrijke soort waar VisNed binnen het project in samenwerking met Wageningen Marine Research en de Universiteit van Amsterdam aan beoogt te werken de schol. Het project heeft een looptijd van vijf jaar, en in de komende jaren zal VisNed periodiek via deze nieuwsbrief berichten hoe het onderzoek nader gestalte krijgt en wat voor bevindingen er worden gedaan. Dit project heeft financiering ontvangen van het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 van de Europese Unie onder Subsidieovereenkomst Nr 773713 (PANDORA). Strikte regels voor bemanningsleden van buiten de EUDe inzet van bemanningsleden van buiten Europa was afgelopen week weer in het nieuws. VisNed ervaart dat hier nog steeds de nodige onduidelijkheid over heerst. Om die reden herhalen wij de boodschap uit verschillende nieuwsbriefartikelen van vorig najaar nog eens. De regels zijn strikt en de risico’s voor scheepseigenaren aanzienlijk. Bemanningsleden van buiten Europa mogen namelijk alleen buiten de 12 mijlszone werken. Ze mogen daar binnen geen arbeid verrichten. Dus ook niet lossen, schilderen of andere klusjes in de haven, tenzij er een tewerkstellingsvergunning van het Ministerie van Sociale Zaken is, maar deze worden maar zeer zelden verstrekt. Zonder zo'n vergunning kan de overheid een forse boete opleggen en in geval van een ongeval kan er zomaar een nare (juridisch) situatie ontstaan. Ook tellen deze bemanningsleden niet mee als het gaat om de bemanningssterkte. Het inzetten van bemanningsleden van buiten de Europese Unie brengt dus grote risico’s met zich mee en bij (zelfs kleine) ongevallen zijn er consequenties qua (on)verzekerdheid van schip en bemanning. Ook blijkt de verhouding met de bemiddelings- of uitzendbureaus ingewikkeld en niet even duidelijk. Ook niet voor de bureaus zelf. Veel vragen leven, zoals: “wie is de werkgever van deze werknemer?”, “wie moet belasting en premies inhouden en afdragen?”, “hoe verhoudt zich dit tot de maatschap?”, “is er een arbeidsovereenkomst?”; " is deze werknemer aangemeld bij de Vereniging tegen Zee risico?”; “is voor deze werknemer medisch zorg verzekerd (bij Anker in Groningen)?” en nog veel meer. Deze vragen worden in eerste instantie gesteld bij opvarenden van buiten de EU. Maar ook bij werknemers binnen de EU is dat van belang. En let daarbij op onbedoelde en ongewenste consequenties: als aan boord naast de maatschapvisser ook sprake is van (buitenlandse) werknemers, gaat een heel ingewikkeld arbeids- en rusttijdenregime gelden. Kortom: als u met buitenlandse opvarenden werkt, zoek dan bij voorkeur binnen de EU en laat uw maatschap situatie (juridisch correct) in stand! En zorg dat u goed voorgelicht bent. Wind op Zee: Roekeloosheid troef!De plannnen voor Wind op Zee gaan met een roekeloze snelheid voort. In naam wordt aan visserij gedacht bij die plannen makerij, maar in de praktijk wordt er geen rekening met ons gehouden. Dat komt omdat wat we nu zien de uitwerking is van het beleid wat al 'op de plank lag'. Maar de overheid geeft aan in nieuw beleid wel rekening met visserij te willen houden. Voor VisNed komt dat echter als mosterd na de maaltijd. De rampspoed is geschied. Het VisNed bestuur overlegde hierover afgelopen woensdag en stond voor een duivels dilemma. Verzetten of meebewegen was de vraag. Volgens VisNed is een transitie naar een nieuwe en innovatieve vloot die past bij de nieuwe realiteit van veel windparken op een steeds kleiner wordende Noordzee uiteindelijk de enige manier om er uit te komen. In de bestuursvergadering schetsten vertegenwoordigers van netbeheerder Tennet en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat het lange termijn beeld over wind op zee en alles wat daar mee samen hangt. Het scenario van het Planbureau voor de Leefomgeving dat ordegrootte 25-30% ruimte-beslag voor Wind op Zee claimt is beslist niet denkbeeldig. En dat is alleen Nederland nog maar. De spanning tussen visserij en windparken wordt veroorzaakt door simpelweg de palen en de kabels. Veilig navigeren tussen de palen en vissen over al die kabels met de huidige vloot lijkt een hele lastige opgave. Verzekeringstechnische problemen maken het vissen in de windparken feitelijk onmogelijk. Vanuit ecologisch oogpunt zijn er grote vragen over de negatieve effecten van onderwatergeluid, veranderde zeestroming, veranderende windvelden en magnetisme. Er is een enorme kennislacune. Desondanks gaat de ontwikkeling voort met een aan roekeloosheid grenzende snelheid. Er kan onherstelbare schade aan het ecosysteem van de Noordzee worden aangericht. De snelheid van beleid betekent dat het wel eens te laat kan zijn als die ecologsiche schade straks ontdekt gaat worden. Zonder een fundamentele verandering valt er niet meer rendabel te vissen. Voor een groot deel van de vloot dreigt dan het doek te vallen, net als voor een aantal visafslagen en visverwerkers/handelaren. Dat is het ‘afknijp scenario’ en betekent de ondergang van nogal wat familie bedrijven. Dat is voor VisNed een onacceptabel vooruitzicht. Als bedrijven moeten verdwijnen vanwege Wind op Zee, moeten zij ‘gewoon’ netjes weggesaneerd kunnwn worden. Maar dit is niet vanzelfsprekend. In het regeeraccoord wordt de spanning tussen Wind op Zee en visserij erkend. Daarom rekenen we op een serieus gesprek over dit onderwerp. En we hebben een mede slachtoffer: de natuur. Want ook die belangen dreigen volkomen ondergeschikt te raken aan de ongebreidelde uitrol van Wind op Zee, zoals gezegd: die gaat met een roekeloze snelheid.
Informatie Nemo Link over aanleg elektriciteitskabelLET OP: Sinds enkele weken wordt er een nieuwe elektriciteitskabel aangelegd tussen België en het Verenigd Koninkrijk. Deze werkzaamheden lopen voor het gedeelte in Belgische en Franse wateren door tot eind juli. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de kabel volledig ingegraven wordt zodat de visserij hiervan geen hinder meer ondervindt. Echter, tijdens de aanleg, tot het moment van ingraven, dient de kabel wel gevrijwaard te blijven van visserijactiviteiten. Wij verzoeken de leden die in dit gebied vissen dan ook dringend de werkzaamheden rond de aanleg te respecteren. Luister daarbij ook uit op VHF-kanaal 16 en 10 zodat door de werkschepen en wachtschepen contact met de aanwezige vissersvaartuigen kan worden onderhouden. Het is in een ieders belang (kabellegger en visserij) dat overlast en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen. Voor meer informatie kunt u hier terecht. Belangrijk: Maak de RI&E op ordeHet aan boord hebben van een geactualiseerde RI&E is een wettelijke verplichting die volgt uit de ARBO wet. VisNed roept haar leden op om dit z.s.m. voor elkaar te hebben. Hier volgt in het kort nogmaals hoe vissers aan de verplichting kunnen voldoen. Om een RI&E op te stellen is een online tool gemaakt die visserijondernemers hiervoor moeten gebruiken. Deze tool is te vinden op www.rie.nl. Ga naar de website en zoek op kottervisserij. Daar kunt u zich registreren en een profiel aanmaken. Met een profiel kunnen verschillende RI&E's voor meerdere schepen aangemaakt worden als dat nodig is. De voortgang is op ieder moment op te slaan zodat het invullen op een ander moment hervat kan worden. Het invullen van een RI&E hoeft dus niet in één keer te gebeuren. Uit de ingevulde vragen volgt uiteindelijk automatisch een stappenplan dat dient om de ontbrekende punten aan te vullen en mogelijk onveilige situaties aan te pakken. Achtergrondinformatie die kan helpen bij het opstellen van de RI&E is door de Sectorraad Visserij en Pro Sea beschikbaar gemaakt op https://www.vistikhetmaar.nl/dossiers/rie-kotters/. Leden die vragen hebben kunnen ook bij VisNed terecht. Neem hiervoor contact op met David Ras via dras@visned.nl of 0527-684141.
VisNed medewerkster Noor Visser mee met garnalenkotterTwee maal was ik mee geweest met een pulskotter op de Noordzee, maar over garnalenvissen en de Waddenzee wist ik eigenlijk weinig. Hoe leer je iets over visserij? Meedoen. Vorige week ging ik mee met de garnalenkotter WR 54 van de familie Rotgans. M’n zeebenen en zeeziekte-tabletjes kon ik thuis laten: het was een zonnige week zonder wind of golven. Het water was helder. Dat leverde mooie plaatjes op, maar voor de garnalenvangst was het heldere, spiegelgladde water minder gunstig; zo leerde ik aan boord. Als halve flex-vegetariër eet ik thuis weinig vlees. Niet omdat ik het niet lekker vindt (integendeel!), maar vanuit ecologische motivering (we kunnen niet met 7 miljard mensen vlees blijven eten, denk ik). Aan boord at ik echter wat de pot schafte. Aardappels, groente en … kippenvleugels, karbonades, cordonbleu, noem het maar op. Jan kan goed koken, en daar heb ik erg van genoten. Nu ik toch aan boord zat, was er genoeg tijd om eens samen naar de risico inventarisatie en evaluatie (RI&E) te kijken. Met de branche-RI&E bleek het neer te komen op een vragenlijst over alle mogelijke risico’s aan boord. Het doornemen van de onderwerpen bleek bij tijd en wijlen ook vermakelijk. Het toepassen van de veiligheidsregels op zo’n relatief kleine garnalenkotter levert nog al eens bizarre situaties op. Zo vertelde Erik dat er eens een inspecteur aan boord was geweest die had gevraagd of ze wel een brancard aan boord hadden, waarop Jan zich hardop had afgevraagd wie dan dat tweede eind zou moeten dragen, aangezien ze doorgaans maar met z’n tweeën aan boord zitten. Sinds vorige week heeft de WR 54 in ieder geval een ware ‘preventie medewerker’. Hulde! Ik wilde natuurlijk niet overkomen als tuttige Amsterdammer en had daarom bedacht dat ik alle trekken mee wilde doen. Dat is gelukt, alhoewel ik af en toe nog wel met slaap in m’n ogen boven de zoekbak stond. “Had je nog wat?” klonk het dan rechts van me, Erik leek grenzenloze energie te hebben en was altijd in voor een goed gesprek. Aan het eind van de week was ik bekaf van het ritme aan boord (en dan te bedenken dat ik nog niet eens wachten hoefde te doen). Ik besefte me maar weer eens wat een harde werkers vissers zijn. En daarnaast: wat een mooi beroep het is. Ik wil de vissers van de WR 54 nogmaals enorm bedanken voor hun gastvrijheid en de mooie week. Nieuwe PAP-regeling scholAanstaande maandag 21 mei 2018 begint in het kader van de PAP-regeling-schol de nieuwe periode van 4 weken. Deze loopt van week 21 t/m 24 (21 mei – 16 juni 2018). Besloten is de aanvoerregeling ongewijzigd te laten. Deze aanvoerregeling ziet er voor de nieuwe periode van 4 weken als volgt uit:
De PAP-regeling schol kent 2 aanvullende bepalingen om de flexibiliteit te vergroten:
Vaartuigen die gebruik willen maken van bovenstaande flexibiliteitsbepalingen dienen dit vooraf aan te geven bij de PO. Bovenstaande regelingen gelden ook voor de visserij in het Skagerrak. Overzicht benutting visquota 2018 en PO MaatregelenHieronder het meest recente benuttingsoverzicht van de uitputting in 2018 van de belangrijkste Nederlandse quota voor de kottervloot. Het overzicht is van 4 mei 2018. Dat betekent dat de aanvoer tot en met week 16 verwerkt zal zijn.
PO-maatregelen:
|
Postbus 59
8320 AB URK
Bezoekadres:
Vlaak 12 URK
Telefoon: 0527-684141
Fax: 0527-684166
Fotografie: oa. Albert de Boer, Willem Ment den Heijer en Jacob van Urk