Tijdens het Algemeen Overleg (AO) met de Tweede Kamer afgelopen woensdag stelde Jaco Geurts van het CDA een aantal kritische vragen over de implementatie van de aanlandplicht aan Minister Schouten. Die gaf aan zich zeer bewust te zijn van de problematiek en chaos wil voorkomen.
Uitvoerbaar, naleefbaar en handhaafbaar!
Dit door VisNed (tot vervelens toe) gehanteerde mantra weerklonk bij het AO, zowel uit de mond van Kamerleden als de mond van de Minister. De aanlandplicht is geen van drie. Daar zijn goede beleidsmaatregelen voor nodig. De Minister gaf aan haar ogen niet te sluiten voor de heel reële problemen die dreigen. Ze zei te werken aan oplossingen en met de sector daarover binnenkort een Bestuurlijk Overleg (BO) te hebben.
Er dreigt een ‘perfect storm’
Al geruime tijd geeft VisNed flink tegengas bij de Europese Commissie en de Scheveningen Groep. Omdat zalvende woorden niet meer helpen nu een totale chaos dreigt. Daarom had VisNed het Kamerlid Geurts na zijn werkbezoek aan Goedereede schriftelijk uitgebreid op de hoogte gebracht van de laatste stand van zaken en onze enorme zorgen.
Gelukkig ziet de Nederlandse overheid, zowel politiek als ambtelijk, dat we op een ongelofelijke vastloper afkoersen. Als er tenminste geen radicale maatregelen genomen worden. Daarom is VisNed blij met de brede steun in het Parlement en van de Minister. Want aan chaos heeft niemand wat.
Apart probleem is de garnalenvisserij. In onze informatie heeft VisNed dat nadrukkelijk aan de orde gesteld. In het AO konden we tot onze vreugde constateren dat Minister Schouten de zorgen van VisNed nadrukkelijk deelt. Evenals als de VisNed- insteek: geen aanlandplicht voor garnalenvisserij. Maar de Minister worstelt nog met de manier waarop. Daarom is het zo belangrijk dat het bestuurlijk overleg, waar VisNed op heeft aangedrongen plaats gaat vinden.
Vissers ook aan zet: naleving wet- en regelgeving
In het AO was de Minister ook heel duidelijk: als er wet- en regelgeving is dan verlangt ze van de sector dat die loyaal wordt nageleefd. Alleen dan kan ze het beleid van rek- en ruimte, waar haar voorgangers ook op ingezet hebben, waarmaken.
De NVWA
Dat de NVWA gehouden is om het naleven van wet- en regelgeving te handhaven staat niet ter discussie. Maar de manier waarop dit gebeurt, willen wij wel met de Minister en de Inspecteur-Generaal van de NVWA bespreken. Hier is het vaak de toon die de muziek maakt.
Daarom zijn de VisNed-vertegenwoordigers ook zo geschrokken van de ongemeen harde woorden van de NVWA vertegenwoordiger in het laatste overleg Uitvoeringsagenda aanlandplicht. De Minister nuanceerde dat en erkende dat onwerkbare regelgeving niet door repressie werkbaar wordt. Tegelijk nam ze het voor de NVWA op, want die moet onmogelijke regelgeving controleren en de politiek draagt daar de verantwoordelijkheid voor.
|
Vaartuigen waarop VMS apparatuur is geïnstalleerd vóór 1 januari 2005 wordt door de NVWA aangeraden contact op te nemen met hun leverancier. Dit is nodig om met de leverancier af te stemmen wat er moet gebeuren om de volgsystemen up-to-date te houden.
Doordat de huidige satellieten waar Inmarsat gebruik van maakt het einde van hun levensduur naderen, moeten de in gebruik zijnde systemen overgezet worden op het nieuwere I-4 satellietnetwerk. Deze wijziging betekent voor de meeste schepen niets omdat de veranderingen op afstand kunnen worden doorgevoerd.
Voor schepen met apparatuur geïnstalleerd vóór 1 januari 2005 kan dit echter niet op afstand plaatsvinden en zal dit aan boord moeten gebeuren. Vissers wordt daarom aangeraden contact op te nemen met de leverancier om ook na deze wijziging nog steeds aan de VMS-verplichting te kunnen voldoen.
|
Op vrijdag 23 maart as. wordt van 13.00 tot 14.00 uur bij Wageningen Marine Research te IJmuiden (voorheen Imares) een bijeenkomst georganiseerd over netinnovatie in de tongvisserij. De bijeenkomst is speciaal voor vissers en nettenmakers.
Tijdens deze bijeenkomst worden onderwatervideobeelden van het vistuig en de vangst in de pulsvisserij geanalyseerd en wordt er nagedacht over welke selectieve netaanpassingen bedacht kunnen worden op basis van deze kennis.
Aanmelden
Indien vissers geïnteresseerd zijn deze bijeenkomst bij te wonen kan een mailtje gestuurd worden naar de NVB; secretariaat@vissersbond.nl
Informatiebijeenkomst
Aansluitend wordt bij WMR een voortgangsbijeenkomst over het project Netinnovatie Kottervisserij deel 2 georganiseerd Hieronder de invulling van de bijeenkomst. U bent van harte uitgenodigd. Eveneens opgave via bovenstaand emailadres.
Programma:
13:30 – 14:00 Inloop met koffie en thee
14:00 – 16:00 Welkomstwoord
Kees Verbogt (Ministerie LNV) –Discardplannen in Scheveningengroep
Pieke Molenaar (Wageningen Marine Research) – tussentijdse resultaten Netinnovatie en vooruitblik 2018
Lotte Huisman (Stichting de Noordzee) – de VisHack: terugblik
Pieke Molenaar (Wageningen Marine Research) – Project ‘Platvis in beeld’: het maken van onderwaterbeelden op zee.
Discussie met aanwezigen
|
Deze week verstuurt de Coöperatieve Visserijorganisatie (CVO), een enquête aan alle Nederlandse kotters en kotters onder buitenlandse vlag met een Nederlands belang. De vragen gaan over ontwikkelingen in het vaarpatroon zoals we die de laatste jaren waarnemen.
In de begeleidende brief schrijft CVO-voorzitter Kees van Beveren het volgende:
“Van oudsher worden in de Nederlandse kottervisserij korte visreizen gemaakt. Vanuit meerdere motieven waren weekreizen van maandag – vrijdag/zaterdag het meest gangbaar. 200 zeedagen was ongeveer de norm, vanuit quota-spanningen hebben we ook jaren gekend met minder zeedagen, zoals 172 zeedagen eind jaren 80 en 152 zeedagen begin jaren 90. Economische resultaten waren dan vaak niet minder, integendeel.
De laatste jaren zien wij veranderingen, o.a. wat het vaarpatroon betreft. Bij sommigen werd het vaarpatroon 10 dagen in de 2 weken. Of lange weekreizen van een midweekse dag op een midweekse dag. Meer recentelijk is er een ontwikkeling dat met gebruikmaking van (gedeeltelijke) aflosbemanningen vrijwel continue gevaren/gevist wordt.
Over deze ontwikkelingen wordt binnen de organisaties/PO’s maar ook op de vloot een discussie gevoerd. Hoe wordt er op de vloot over gedacht? Wat zijn de voor- nadelen bij een bepaald vaarpatroon? Economisch, ecologisch (visgebieden wekelijks enige tijd met rust laten) maar ook kijkend naar de sociale/maatschappelijke ontwikkelingen. Houden wij onze goede Nederlandse bemanningen nog wel op de vloot? Zijn veranderingen in vaarpatroon wenselijke ontwikkelingen ook naar de toekomst toe? Hoe denken de bemanningen hierover?
Het samenwerkingsverband van PO’s, de CVO wil graag een aantal vragen aan elke kotter (eigenaar en bemanning) voorleggen om inzicht te krijgen over hoe er over deze ontwikkelingen gedacht wordt.”
Deelname belangrijk
In totaal volgen er een 20-tal vragen waarvan een aantal alleen voor garnalenvissers of Kanaalvissers. Het is van belang dat zoveel mogelijk kotters aan de enquête deelnemen. Ingevulde formulieren kunnen tot 9 april 2018 per post of email teruggestuurd worden naar het CVO-secretaraat of ingeleverd worden bij de eigen PO.
Indien er vaartuigen zijn die onverhoopt geen enquêteformulier hebben ontvangen kan contact opgenomen worden met het secretariaat van VisNed; info@visned.nl of het secretariaat van de CVO; secretariaat@cvo-visserij.nl
|
De nieuwe visserij-jaarboeken zijn deze week uitgekomen en zullen zo snel mogelijk aan de VisNed-PO’s worden verstrekt. De leden van VisNed kunnen bij hun eigen PO terecht voor het in ontvangst nemen van 2 jaarboeken per vaartuig.
Hiervoor kan ook contact opgenomen worden met het secretariaat van VisNed. Voor de (Urker) leden die langs kunnen komen op het kantoor te Urk liggen eveneens 2 jaarboeken klaar. Wij rekenen graag op jullie komst.
Relaties van VisNed die in aanmerking willen komen voor toezending van een nieuw jaarboek kunnen een mailtje sturen naar het secretaraat van VisNed: emailadres: info@visned.nl
|
De visserijactiviteiten van Nederlandse vissersvaartuigen in het Engelse Kanaal breiden gestaag uit. Al vele jaren vindt er overleg plaats tussen Franse, Engelse en Belgische visserijvertegenwoordigers en vissers om afspraken te maken over de ruimtelijke spreiding van hun visserij-activiteiten. VisNed is nu ook toegetreden tot dit overleg om de belangen van de Nederlandse vloot te behartigen.
Afgelopen week is deze conferentie voor de 39ste keer georganiseerd. Er worden afspraken gemaakt en op zeekaarten vastgelegd waar en wanneer niet met gesleept vistuig gevist wordt om in die gebieden vaartuigen die gebruik maken van passieve vistuigen, met name krabbenpotten, ongestoord hun werk te laten doen.
Dankzij deze vrijwillige afspraken is het aantal incidenten tot een minimum terug gebracht. Tijdens een rondgang langs de verschillende deelnemers bleek dat het in totaal ging om een handvol gevallen waarbij bij één helaas meer dan 150 potten verloren gegaan zijn. Maar iedereen is ervan overtuigd dat deze overlegstructuur ervoor zorgt dat, ondanks de grote hoeveelheid visserijactiviteiten, de incidenten tot een minimum beperkt blijven.
Voor het komende jaar werden afspraken vernieuwd. Hierbij werd ook overeengekomen dat het ontwikkelen van digitale kaarten nu snel ter hand dient te worden genomen. Tot nu toe gaat dat nog steeds met behulp van Decca-gegevens, een toch wat gedateerd systeem. Verder werd afgesproken om een lijst met telefoonnummers en emailadressen op te stellen van alle vaartuigen die in deze gebieden actief zijn. Veel schepen beschikken over internet waardoor snelle communicatie mogelijk is.
Brexit
Ook tijdens deze conferentie wierp de aanstaande Brexit haar schaduw vooruit. Niemand weet hoe deze definitief ingevuld gaat worden. Vanaf Franse kant werd erop gewezen dat vissers in dit verband al langer samenwerken dat het Gemeenschappelijk Visserijbeleid oud is namelijk vanaf 1980 terwijl het GVB dateert van 1983. Van Engelse zijde werd bevestigd dat de visserij in Het Kanaal, ook na de Brexit, niet zonder intensieve samenwerking kan. Uitgesproken werd dat deze positieve insteek ook in de toekomst de basis moet blijven voor dit Mid-Channel overleg. In de (pers)-verklaringen die na afloop werden opgesteld werd dat ook naar voren gebracht.
Andere zaken
Tijdens de 2-daagse bijeenkomst kwamen ook andere zaken langs zoals de veel te strikte vangstbeperkingen voor zeebaars en rog. Vissers zien een toename van deze soorten, met name grote vissen en de wetenschap merkt dat niet op zodat het probleem van onrealistische beheersmaatregelen alleen maar toeneemt en hier moet toch een eind aan komen. VisNed zal elk initiatief vanuit Frankrijk en Engeland om te komen tot verruiming van de vangstmogelijkheden met kracht ondersteunen.
|
Er gaat onderhand in de Europese visserij geen vergadering voorbij of de aanlandplicht domineert de agenda. Dat was ook het geval tijdens de vergadering van het Uitvoerend comité (ExCom) van de Noordzee-adviesraad (NSAC) vorige week in Gotenburg. Net als in de NWWAC (zie verslag elders in deze nieuwsbrief) waren de sectorvertegenwoordigers duidelijk: de Europese visserij is niet klaar voor de volledige introductie van de aanlandplicht, niet op zee en niet bij de overheden.
De discussie over de aanlandplicht vond plaats vanuit de Scheveningengroep, het overleg van lidstaten rond de Noordzee dat zgn. Joint Recommendations (gezamenlijke aanbevelingen) opstelt hoe de aanlandplicht ingevuld moet worden.
Om het besluitvormingsproces per 1 januari 2019 op tijd klaar te hebben, dient een Joint Recommandation uiterlijk in april bij de Europese Commissie te zijn ingediend. Voor de Noordzee is er echter een groot aantal zaken niet gereed voor besluitvorming. Er zijn bijvoorbeeld geen oplossingen voor veel van de chokespecies-situatie. Voor de Nederlandse vloot geldt dat voor de choke-situatie van schol, rog en tarbot. Maar elk land heeft zijn eigen choke-species. Voor de Schotten is heek wat schol is voor ons en voor de Engelsen gaat het weer om wijting.
Ook vanuit VisNed is in deze vergadering duidelijk naar voren gebracht dat er op 1 januari 2019 geen oplossingen zijn. Maar de realiteit dringt maar niet door. “Als we niet tot die erkenning komen is straks de hele vloot in overtreding en dat kunnen we toch niet op het bordje van vissers en hun families en leefgemeenschappen leggen want daar hebben we het wel steeds over”, zo hield Pim Visser de vergadering voor.
Ook is erop gewezen dat het doorvoeren van de aanlandplicht zal leiden tot een verhoging van de Visserijsterfte. Net als het doorbreken van de vaste verdeelsleutel van de TAC’s over de lidstaten hebben de politici in hun wijsheid besloten dat hiervan geen sprake mag zijn. Dat is iets dat toch niemand voor ogen heeft?
De discussie over de interpretatie van het artikel in het Gemeenschappelijk Visserijakkoord (GVB) over de aanlandplicht geeft nog steeds verwarring en dus geen duidelijkheid of garnalenvisserij wel of niet onder de aanlandplicht valt. Het is natuurlijk te gek voor woorden dat hierover de discussie nog steeds loopt. Ook dit is een goed voorbeeld waaruit blijkt dat echt niemand klaar is voor de volledige implementatie van de aanlandplicht.
De NSAC concludeert dat controle en repressie de introductie van de aanlandplicht nooit zal kunnen afdwingen. Niemand ziet het belang, niemand ziet nut en noodzaak en dus ook niemand wordt eigenaar van het probleem. En bij een gezamenlijk probleem moeten er ook gezamenlijke oplossingen gevonden worden. Dat geldt ook voor de NGO’s. Deze blijven zich afvragen of de visserij er wel alles aan doet om ongewenste bijvangsten te vermijden.
Technische Maatregelen
Het verslag van de bespreking met de Europese Commissie over dit onderwerp werd besproken. De problemen rond Puls waren hierbij aan de orde gekomen. Ook de Europese Commissie zit in haar maag met het standpunt van Het Europees Parlement vooral omdat in de discussie en het besluit de wetenschappelijke informatie op bizarre wijze terzijde is geschoven.
Aan de andere kant worden wel veranderingen in vispatronen vastgesteld die regionaal grote invloed kan hebben. Daarom refereerde de VisNed-vertegenwoordiging aan de afspraken die met Engeland gemaakt zijn en aan de gesprekken die met België plaats vinden alsmede ook de initiatieven die er nog steeds richting Frankrijk ondernomen worden maar waar de bereidheid nog steeds ontbreekt.
In de vergadering is overlegd hoe we in dit dossier verder moeten nu er vanuit de Raad van ministers en het Europees parlement ingrijpende wijzigingen worden voorgesteld die de onwerkbaarheid van de Technische Maatregelen aanmerkelijk zullen vergroten. Er is niet besloten tot het ondersteunen van verzoeken om het hele besluitvormingsproces stop te zetten maar de brief van de NSAC waarin haar wensen in dit dossier verwoord zijn zal na een update opnieuw naar de partijen gestuurd worden die binnenkort de triloog-onderhandelingen gaan opstarten.
Brexit
De NSAC staat in de starthouding om bij dit onderwerp een standpunt te bepalen. Inmiddels is bekend hoe de Europese Unie de vervolgonderhandelingen wil gaan invullen. Het wachten is nog steeds op het “white paper” van het VK met daarin opgetekend haar voornemens. Het uitbrengen hiervan is al een paar keer uitgesteld. Zodra dit document er is komt de Focusgroep, met daarin deelname vanuit VisNed, bij elkaar.
De Engelse visserijorganisatie NFFO heeft recent nog wel een verklaring uitgegeven waarin opgeroepen werd om de hele discussie over Brexit en visserij te depolitiseren, dat wil zeggen dat de politieke kopstukken niet met dit dossier aan de haal moet gaan want dat zal alleen maar leiden tot verliezers. VisNed ondersteunt deze insteek van de NFFO van harte ondanks dat er inhoudelijk natuurlijk verschil van mening zal blijven bestaan.
|
Niet alleen in Nederland wordt de frustratie rond de aanlandplicht groter. In elke lidstaat waarschuwen vissers en hun vertegenwoordigers de Europese Commissie en de lidstaten voortdurend voor de grote ramp die eraan komt.
Maar men weigert vooralsnog te luisteren. Het wordt daarom chaos en een clash van ongekende proporties of op het laatste moment komt toch het gezonde verstand naar boven en worden oplossingen gezocht. VisNed rekent nog steeds op het gezonde verstand, niemand wil toch de visserijsector het ravijn induwen? Verder wordt de roep richting Europese Commissie om het voorstel Technische Maatregelen terug te trekken steeds luider en werd bekend dat het nieuwe Managementplan voor het beheer van de stocks binnenkort uitgebracht wordt.
Afgelopen woensdag en donderdag kwam de Adviesraad voor de Noordwestelijke wateren (NWWAC) twee dagen bijeen in Madrid. Tijdens de vergaderingen van de werkgroepen en ook tijdens de vergadering van het Uitvoerend comité (ExCom) domineerde de aanlandplicht overduidelijk de discussies. Vanuit met name Frankrijk maar ook vanuit Spanje, Ierland en het Verenigd Koninkrijk werd soms wanhopig gewezen op het grote aantal problemen dat op tafel ligt en waarvan iedereen weet dat er voor 1 januari 2019 geen oplossing gevonden is.
Vraag is dan ook: komen beleidsbepalers en politici tijdig tot inkeer? Worden er toch oplossingen geforceerd of worden de vloten geconfronteerd met onwerkbare situaties die bij doorvoering en handhaving in veel gevallen zal leiden tot vroegtijdige vangstverboden en dus het stilleggen van schepen.
Iedereen roept dat dit niet aan de orde kan zijn maar tegelijkertijd laat de inventarisatie van de knelgevallen (choke-mitigation-tool) zien dat de lijst van chokespecies aanzienlijk is. Voor de Nederlandse fly shooters in het Engelse Kanaal staan kabeljauw, wijting en schol op deze lijst. Maar bijvoorbeeld Spanje heeft in diverse gebieden ook geen quota beschikbaar en de huidige regels rond de aanlandplicht bieden geen oplossing. Vanuit dit land wordt dan ook gepleit om een inventarisatie van niet benutte quota die dan beschikbaar zou moeten komen voor landen die een tekort van diezelfde quota heeft.
Goede vis gaat overboord!
Heel duidelijk werd het probleem met kabeljauw in het gebied ten westen van Schotland naar voren gebracht. Hier geldt een 0-TAC en in de gemengde visserij een bijvangstpercentage van slechts 1,5 %. Een schotse visserman deed zijn verhaal waarbij ook een filmpje werd getoond waarop te zien was dat hij grote kabeljauw weer terug moest gooien. De visserman stelde: “wij gaan niet naar zee om vis te vangen, maar we verlaten de haven om zoveel mogelijk kabeljauw te mijden. We stomen hier honderden mijlen extra voor en toch lukt het ons niet, de kabeljauw zit in onze netten.”
Vanuit de visserij werd gesteld dat de huidige TAC’s niet overeenkomen met de vangsten. Nu moet vaak goede vis weggegooid worden en onder de aanlandplicht moet deze wel binnen gebracht worden maar mag deze niet voor menselijke consumptie bestemd worden. De enige oplossing die op dit moment denkbaar is dat de quota voldoende verhoogd worden om chokespecies te voorkomen.
Zeebaars
Verslag werd gedaan van de onlangs gehouden benchmark voor zeebaars. Een benchmark is een wetenschappelijk exercitie waarbij zoveel mogelijke informatie over een stock wordt beoordeeld om te kijken of dat tot nieuwe inzichten van de toestandsbeoordeling leidt. Vorige jaar was dat bijvoorbeeld het geval bij Noordzee-tarbot met als resultaat dat de TAC met 40 % verhoogd kon worden.
Dat zit er helaas niet in bij zeebaars. De eerste informatie geeft aan dat er door de wetenschap geen grote wijziging in de perceptie van deze stock plaats zal vinden. Dat betekent dus in grote lijnen: een teruglopende stock met een veel te hoge visserij-inspanning. Binnenkort komt het rapport over de benchmark beschikbaar en komt de focusgroep van de NWWAC bij elkaar om daarop een reactie te geven. VisNed neemt uiteraard deel in deze focusgroep.
Ook in deze discussie uitten de vissers hun frustratie over de afgekondigde beheersmaatregelen. Er wordt door de visserij een toename van de stock gezien die echter niet opgemerkt wordt door de wetenschap. Daardoor worden de maatregelen steeds verder aangescherpt met o.a. een totaal aanvoerverbod in februari en maart en het verlagen van het bijvangstpercentage van 3 naar 1 %, stuk voor stuk maatregelen die alleen maar een toename van de discards in de hand werkt. De vertegenwoordiger van de Europese Commissie kwam niet verder dan te stellen dat er begrip was voor de frustratie en roep de visserij op om met goede data te komen die de wetenschap dan kan beoordelen.
Sint Jacobsschelpen
Veel aandacht was er voor een Engelse presentatie over Sint Jacobsschelpen waarbij het Engelse onderzoeksinstituut CEFAS nu ook, naast het Franse onderzoeksinstituut IFREMER, bestandsopnames doet in het Engelse deel van het Kanaal. Uiteraard moet hiervan nu een tijdsreeks worden opgebouwd.
Naar aanleiding van deze presentatie werd er vanaf Franse zijde bij de Engelse en Ierse schelpenvissers op aangedrongen om de Franse maatregelen voor een goed beheer van de stock en een juiste bevoorrading van de markt ook te gaan respecteren. Hierbij gaat het om diverse gesloten tijden en gebieden en het toepassen van een minimum maat van 110 mm. Dit onderwerp komt in de julivergadering terug wanneer IFREMER ook meer informatie beschikbaar heeft.
En Nu? Nieuwe Verordening Technische Maatregelen
Zoals bekend zijn er de afgelopen decennia 3 pogingen gedaan om een nieuwe verordening op te stellen die evenzovele keren gestrand is. Iedereen roept dat het deze keer wel moet lukken, vooral omdat de huidige regelgeving niet toereikend is om de bepalingen van de aanlandplicht uit te kunnen voeren. Eén voorbeeld: de lijst met doelsoorten en percentages leidt heel vaak tot discards en de aanlandplicht gaat dat verbieden.
Echter, na het voorstel van de Europese Commissie met daarin wel vereenvoudigingen hebben de Raad van ministers en het Europees Parlement (met het desastreuze Puls-amendement) hun posities bepaald. Op 19 maart starten de trilogen om tot één gezamenlijke tekst te komen. Echter, welhaast iedereen is ervan overtuigd dat de standpunten van de Raad en het EP zover afstaan van wat nog een werkbaar compromis is, dat de druk richting Europese Commissie wordt opgevoerd om het hele voorstel terug te nemen en een vierde poging op te starten om wel naar werkbare wetgeving te komen. Dit moet resulteren in alleen een raamverordening met daarin hoofdlijnen vastgelegd en de verdere uitwerking over te laten aan de regionale groepen.
De NGO’s roepen al enige tijd om terugtrekking, inmiddels ook gesteund door een deel van het EP en (overigens om heel andere redenen) nu ook vanuit de aanvoersector. In de NWWAC is ook voorgesteld om terugtrekking aan de Commissie te vragen maar, gezien de grote consequenties, is een tussenweg gekozen, namelijk terugvallen op het voorstel van de Commissie en bij nieuwe regelgeving in ieder geval geen bijlagen met doelsoort en bijvangstpercentages. Maar in de vergadering werd al duidelijk gemaakt dat dit geen reële optie is. Als de Europese Commissie besluit tot terugtrekking vallen we weer terug op de EG-Vo. Technische Maatregelen uit 1998.
VisNed is overigens wel van mening dat het beter is helemaal op nieuw te beginnen waarbij het wenselijk is dat een besluit over Puls wel op rationale en wetenschappelijke argumenten gebeurt waarbij emotie de discussie en besluitvorming niet domineert.
Overigens kan de Europese Commissie op elk moment, zelfs als de trilogen al gestart zijn, besluiten tot terugtrekking. Binnenkort komt hier meer duidelijkheid over.
Managementplan westelijke wateren
Ter vervanging van een groot aantal beheerplannen per soort (in de westelijke wateren zijn er alleen al voor tong in verschillende gebieden 3 beheerplannen) werkt de Europese Commissie aan één omvattend Managementplan dat van toepassing moet worden voor in totaal 37 demersale- en diepzee-stocks.
Het managementplan heeft als doel om het beheer op MSY-niveau te realiseren waarbij onderkend wordt dat voor lang niet alle soorten ook al MSY-streefwaarden zijn bepaald. In die gevallen kiest de Europese Commissie voor het voorzorgsprincipe.
Toen de vertegenwoordiger van de Commissie die noemde waren de NGO’s er als de kippen bij om te roepen dat in het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) vastgelegd is dat alle soorten in 2020 op MSY beheerd moeten worden. Kortom; dit wordt nog een pittige discussie.
De timetable is dat de Europese Commissie nog deze maand met een voorstel komt, dat hierover in het najaar de trilogen plaats vinden en een politiek akkoord wordt voorzien in het voorjaar van 2019 nog voor de nieuwe verkiezingen voor het Europees Parlement.
Overleg met Fransen
Met de voorzitter van de werkgroep Engels Kanaal de fransman Pascal Coquet kwamen we te spreken over ontwikkelingen in Het Kanaal, o.a. over de toename van het aantal fly shooters. Op 29 maart as. staat over diverse onderwerpen zoals Brexit, aanlandplicht en Technische maatregelen een overleg in Frankrijk gepland tussen Nederlandse en Franse visserijorganisaties. Tijdens dit gesprek zal ook van gedachten gewisseld worden over ontwikkelingen in het Engelse Kanaal. Dit zou kunnen leiden tot een speciale werkgroep die hierover een toekomstvisie gaat ontwikkelen.
|
|
In samenwerking met, en onder leiding van onze Green Dealpartner KIMO zet VisNed zich al geruime tijd in om van het Fishing for Litter-project een nog groter succes te maken dan het al is. Nog niet alle vissers doen mee en daar willen we graag verandering in brengen. Het project nadert de 100 deelnemers en we willen deze mijlpaal zo snel mogelijk bereiken!
Welke kotter meldt zich als 100ste deelnemer aan voor het programma Fishing for Litter? Om het project ook op de haven van Vlissingen een duwtje in de rug te geven wordt op zaterdag 17 maart vanaf 9:30 een bijeenkomst georganiseerd op de visafslag. VisNed zal daar bij zijn. Alle vissers en andere geïnteresseerden die belangstelling hebben deel te nemen aan het project zijn van harte welkom deze bijeenkomst bij te wonen. Belangstellenden kunnen zich opgeven door een email te zenden aan jdijk@odijmond.nl of het deelnameformulier in te vullen op de website: http://www.kimonederlandbelgie.org/contact/
De bijeenkomst zal plaatsvinden op zaterdagochtend, 17 maart 2018.
Inloop: 9.30 uur met koffie/thee,
Aanvang: 10.00 uur
Locatie: Kantine van de Zeeuwse Visveiling
Eerste Binnenhavenweg 11
4382 NT Vlissingen
Klik hier voor de brief met uitnodiging.
Ga voor meer informatie over KIMO en Fishing for Litter naar: http://www.kimonederlandbelgie.org/fishing-for-litter/
|
Afgelopen dinsdag vergaderde de NSAC-Focusgroep aanlandplicht in Londen. Belangrijke uitkomst: Vanuit VisNed zal een advies geschreven worden over schol. Vorig jaar is besloten tot een jaar uitstel voor schol onder de aanlandplicht omdat er op de werkterreinen overleving, selectiviteit en marktontwikkelingen nog volop onderzoek gaande was. Op dit moment kunnen we vaststellen dat er, dankzij de VisNed-projecten Overleving en Best Practices II, wel meer informatie beschikbaar is, maar dat dit nog niet geleid heeft tot voldoende kennis en inzicht om een vrijstelling op basis van hoge overleving definitief aan te kunnen vragen. Die vrijstelling met ingang van 2019 is voor de vloot wel nodig.
Vanuit economische motieven is het absoluut ondoenlijk om ondermaatse schol aan boord te moeten houden, maar ook de overlevingsproeven bieden perspectief dat er nog stappen gezet kunnen worden. Daarom dient er nu niet gekozen te worden voor het definitief onder de aanlandplicht brengen van schol met als gevolg 100% visserijsterfte en dus toename van de visserijmortaliteit wat negatief zal uitwerken voor het beheer van de stock.
Een overheid kan toch niet aan de ene kant de vloot te verplichten tot het beheren van een stock op MSY en aan de andere kant maatregelen uitvaardigen die het verhogen van de sterfte door de visserij juist in de hand werkt?
Voor schol maar ook voor roggen (zie ook artikel over Roggen-workshop) zal daarom gepleit worden voor een vrijstelling op basis van hoge overleving, waarbij, gezien het werk dat nog gedaan moet worden, waarschijnlijk door de Europese Commissie nadere voorwaarden verbonden zullen worden. In ieder geval kunnen we daarmee tijd kopen om een catastrofe per 1 januari 2019 te voorkomen.
Knopen doorhakken
Schol was niet de enige soort op de agenda. Binnenkort moeten er knopen doorgehakt worden over de invulling van de aanlandplicht 2019. De werkgroep Aanlandplicht van de Noordzee-Adviesraad, waar Geert Meun namens VisNed aanwezig was, gaat de lidstaten rond de Noordzee en de Europese Commissie over dit onderwerp van advies te dienen. Duidelijk is dat het aantal knelpunten onverminderd groot is en dat deze niet allemaal voor 1 januari opgelost zullen zijn.
Geconstateerd wordt dat de groep van lidstaten, verenigd in de Scheveningengroep, onder grote tijdsdruk staat. De Joint Recommandation (“gezamenlijke advies”) moet begin mei bij de Europese Commissie ingediend worden. Duidelijk is dat de fasering van de afgelopen jaren alleen wat tijdswinst heeft opgeleverd maar geen echte oplossingen. Ook zal het verhogen van de TAC met de zgn. top-ups niet tot oplossingen leiden omdat deze vaak niet terecht komt bij degene die deze het hardst nodig heeft.
Bij veel vissoorten lijkt het erop dat de Scheveningengroep niet verder komt dan een opsomming van wat tot nu toe gedaan is, waarbij geen verdere oplossingen worden aangedragen en aan de Europese Commissie wordt gevraagd “de zaak over te nemen.” We mogen wel constateren dat de lidstaat Nederland, onderhand als enige, proactief opereert en met voorstellen komt die de vloot in ieder geval verder probeert te helpen. Daarvoor is VisNed LNV zeker erkentelijk.
De NSAC-werkgroep vindt de aanpak van de andere lidstaten geen goede zaak. Daarom zal de NSAC een zo concreet mogelijk advies opstellen. In de bijeenkomst van afgelopen dinsdag werden de bouwstenen voor dit advies besproken waarbij begonnen werd met het opstellen van een lijst van soorten in de Noordzee waarbij problemen te verwachten zijn. In totaal kwam de werkgroep tot 10 soorten waarbij voor Nederland van belang: schol, roggen, wijting en zeebaars.
Voor elk van de soorten wordt een korte probleemanalyse opgesteld en wat er moet gebeuren om in ieder geval vastlopers te voorkomen. Nederland schrijft - zoals aangegeven - het advies over Schol. Na de aanzienlijke verhoging van de TAC voor tarbot en griet zijn deze soorten vooralsnog geschrapt als potentiele chokespecies.
|
Afgelopen dinsdag vergaderde de Tweede Kamer drie uur lang over de visserij. De Kamerleden waren vooraf uitgebreid geïnformeerd door VisNed over aanlandplicht, wind op zee, technische maatregelen, Fishing for Litter en het voorstel van de Europese Commissie voor de nieuwe richtlijn voor Havenontvangstinstallaties. Puls domineerde het overleg. Negatieve berichtgeving van de NOS gaf daar zeker een impuls aan. Een aantal Kamerleden gebruikte (toch wel enigszins opportunistisch) deze berichtgeving voor een frontale aanval op minister Schouten.
Puls: Stemmingmakende berichtgeving omarmd door enkele Kamerleden
In het weekeinde voor het Algemeen Overleg (AO) kwam de NOS met een reportage over het pulsdossier en de vermeende onregelmatigheden die daarmee verbonden zouden zijn. Afgelopen weken sprak VisNed uitgebreid met de betreffende journalist. Hij wilde het naadje van de kous weten over de vergunningverlening en de onderzoeken. Dat vertelden wij tot in detail. Aan boord van de TX 1 deed Cor Vonk zijn verhaal over het pulsonderzoek.
Van alle beschikbare informatie maakte de NOS uiteindelijk een sensationeel bericht. Gebaseerd op hun interpretatie van de afspraken tussen Brussel en Den Haag over pulsonderzoek. Het optuigen van het onderzoek had inderdaad sneller gemoeten. Daar hebben we als sector ook om gevraagd en aan meegewerkt.
Maar wij gaan niet over onderzoeksprogramma's, wij kunnen er niets aan doen dat onderzoek lang duurt, dat inkoopprocessen bij de overheid heel langzaam gaan, dat EVF-accountants barrières opwerpen tegen een kordate aanpak, dat kabinetten in de jaren rond 2010 te maken hadden met enorme bezuinigingen; dat je inmiddels dierproefvergunningen nodig hebt voor onderzoek en dat het lang duurt voor je die krijgt; dat de regeling van Europese financieringen veranderde en voor een vacuüm in de financiering zorgde en ga zo maar door.
Negatieve berichtgeving die koren op de molen van Fransen is, die het woord ‘bedrog’ meteen voor in de mond hebben. En een aantal Kamerleden gebruikte (toch wel enigszins opportunistisch) deze berichtgeving voor een frontale aanval op minister Schouten.
Iedereen ziet aanlandplicht vastlopen, maar uitweg lijkt lastig
In het AO brachten diverse Kamerleden ook de dreigende vastloper bij de implementatie van de aanlandplicht per 1 januari 2019 nadrukkelijk onder de aandacht van de minister. Heel specifiek werd ook de situatie rond de garnalenvisserij genoemd. De minister erkende de ingewikkelde situatie. Zij vertelde de Kamer dat ze medio april een Bestuurlijk Overleg (BO) met de sector heeft.
Zij vertelde ook alles in het werk te stellen om de dreigende chaos te voorkomen. Door in het overleg met de lidstaten rondom de Noordzee, de zogenaamde ”Scheveningengroep” voorstellen te doen voor het maken van werkbare discardsplannen. Zij erkende de enerzijds lastige situatie rond de overleving van schol, waar een pakket aan maatregelen nodig lijkt en de heel hoopvolle resultaten van de overlevingsproeven voor tong en rog. Dat biedt aanknopingspunten voor een werkbaar discardsplan.
Ook voor de garnalenvisserij ziet de minister lichtpunten in de vorm van deminimis bepalingen en andere uitzonderingsmogelijkheden die de regeling biedt.
IJsselmeer: heel veel inspanning voor minuscule deelsector
VisNed heeft geen betrokkenheid bij de visserij op het IJsselmeer. Toch was die visserij prominent onderdeel van de beraadslagingen. Wat daarbij overduidelijk wordt is dat het zeer lastig is om als sector in gezamenlijkheid goede plannen te maken en dat de uitvoering van die plannen kennelijk behoorlijk gedwarsboomd kunnen worden door een kleine groep vissers. De term ‘de goeden moeten onder de kwaden lijden’ viel veelvuldig.
Dat geeft ons te denken, want ook in de kottervisserij moeten we nog heel wat zaken zelf regelen. En dat ook hier zomaar sprake kan zijn van ‘goeden die lijden onder kwaden’ is helemaal niet ondenkbeeldig.
|
Afgelopen weekeinde stemden de EU-leiders in met het akkoord over de Brexit overgangsperiode tot 2021 met aansluitend een briefing in Brussel over de betekenis hiervan. VisNed was erbij.
VisNed is onderdeel van de European Fisheries Alliance die het afgelopen jaar keihard gelobbyd heeft voor een zo goed mogelijk Brexit resultaat voor de Europese vissers. Dat betekent in feite dat er zo min mogelijk moeten veranderen tot 2021. Dus geen veranderingen in toegang tot wateren en quotumverdeling. Ook geen verandering in gebruik van puls en geen verandering in toegang tot de markten. En dat is nu ook daadwerkelijk afgesproken.
Britse sector boos en teleurgesteld
Al vanaf dag 1 na het referendum roepen de Britse vissers dat zij na Brexit rekenen op honderdduizenden tonnen extra quotum. Zij noemen dat een ‘sea of opportunities’. Ze claimen bij de toetreding tot de EU te zijn verraden en dat dit verraad zich niet mag herhalen. Ze reageren boos, verontwaardigd en teleurgesteld op de gepresenteerde transitieperiode tot 2021.
VisNed is van mening dat hun verwachtingen onrealistisch hoog gespannen waren. Wij willen de goede verhoudingen voortzetten, maar een aantal Britse collega’s is daar overduidelijk niet in geïnteresseerd. Dat is jammer, want na 2021 mag er dan wel Brexit zijn, er is nog steeds sprake van twee keer daags eb en twee keer daags vloed. En zullen we gewoon allemaal en samen de netten in de gezamenlijke Noordzee uitwerpen.
Sector als wisselgeld
De omvang van de visserijsector in het VK en in de EU is gering (ong. 0,5% van de economie). Ook is het aantal arbeidsplaatsen beperkt. Het is een sector met een geringere economische waarde, maar een heel hoge emotionele kant. En daarom wordt er enerzijds hard voor gestreden, maar is ze tegelijkertijd economisch gezien goedkoop wisselgeld. Zowel aan de kant van het VK als aan de EU kant. En ‘ruilen is huilen’.
Daarom roepen wij steeds dat er in de verhoudingen tussen de landen zo min mogelijk moet veranderen. Want de interne veranderingen waar in het VK zo hard om geroepen wordt, kunnen ze gewoon nu al doorvoeren, daar was geen Brexit voor nodig. Wel is een beetje visie en wat politieke moed nodig. Met een ongewijzigde internationale quotum toedeling en een ongewijzigde toegang tot de internationale markt is iedereen beter af. Maar die realiteitszin is bij velen in het VK helaas nog niet ingedaald. Daarom gaan we als VisNed in EUFA verband de komende 33 maanden nog heel hectische tijden tegemoet.
|
Na de reorganisatie bij de NVWA is het verslofte overleg weer opgepakt. Dat is vanaf nu keten-breed, dus met aanvoer, afslagen, handel en verwerking.
Op de agenda stonden o.a. gebruik verboden netvoorzieningen, IJsselmeer en Garnalenvisserij. VisNed bracht een aantal praktijk punten in: zoals E-Logboek en strafpunten, Braadje en Naheffing over 2016 en 2017.
Verbetering op naleving nog onvoldoende
Al enige tijd heeft de NVWA van het opsporen van verboden netvoorzieningen een speerpunt gemaakt. Helaas scoren ze daar te hoge percentages mee, terwijl ze, net als VisNed, hoopten op een verbetering. Met regelmaat maakt VisNed dit gevoelige onderwerp bespreekbaar. Recentelijk nog in de bijeenkomst in Goedereede en op de vergadering van PO Urk.
Ook spraken Urker vissers er recentelijk over met minister Schouten. Dat zijn positieve ontwikkelingen te noemen. Maar de NVWA ziet nog geen verbetering en die moet er wel komen.
Binnen VisNed is het onderwerp bestuurlijk aan de orde. Afgesproken is dat vanuit de sector de activiteiten en plan van aanpak op dit gebied verder uitgewerkt worden. Binnen VisNed komt het dan weer op de bestuursagenda, waarna hierover het gesprek met de NVWA wordt aangegaan. Eerst in een technisch overleg, waarna het voor de zomer bestuurlijk wordt afgehecht. Daarbij gaat het nadrukkelijk om de nalevingsgezindheid in alle visserijen.
VisNed verbaasd over NVWA Naheffingen
Afgelopen weken kregen vissers een brief met een naheffing over controle in de afslagfase in de bus. Dat stelde VisNed aan de orde, met de mening dat dit niet klopte. Er zijn immers afspraken gemaakt bij de overgang van deze keuringen van het Productschap Vis naar de NVWA.
Van die afspraken bleken onze gesprekspartners niet op de hoogte. Daarom gaan we die uit de archieven opdiepen en bespreken. VisNed vindt en adviseert daarom aan de leden dat ze de rekeningen van de NVWA tot nader order niet hoeven te betalen, zodra er helderheid is zullen we de leden via deze nieuwsbrief nader informeren.
Bejegening NVWA-inspecteurs baart zorgen
Dat ieder zijn of haar werk op zo goed mogelijke manier doet is duidelijk. Dat niet iedereen altijd even blij is met activiteiten van NVWA-inspecteurs is ook bekend. Dit laat onverlet dat VisNed van mening is dat iedereen zich altijd fatsoenlijk moet gedragen. Vissers moeten hun tong in toom houden en hun handen thuis. En van andermans spullen blijf je af. Simpel.
Tegelijk moeten inspecteurs niet op alle slakjes zout leggen, zaken in hun verband blijven zien en proportioneel afhandelen. Zo zijn er volgens VisNed belangrijkere dingen dan focus op het ‘braadje’ ook wel ‘zootje’ genoemd. Maar nogmaals: wij hebben duidelijk verklaard op geen enkele manier misdragingen van vissers te rechtvaardigen, of dat zelfs maar te suggereren.
|
De Nederlandse overheid maakt zich in de Scheveningengroep van lidstaten rond de Noordzee hard voor een uitzondering voor roggen op de aanlandplicht, want dat is dringend gewenst.
Samen met de Nederlandse Elasmobranchen Vereniging (NEV) zet VisNed volop in om de vrijstelling op basis van hoge overleving te realiseren. Vorige week was bij LNV een internationale bijeenkomst, met ook inbreng uit Engeland, België en Zweden om de voortgang te bespreken.
Knellend quotum
Eerder is onderkend dat Nederland een groot probleem heeft wegens een tekort aan quotum. VisNed heeft vorig jaar mei in een notitie aan eurocommissaris Vella al duidelijk gemaakt dat de Nederlandse vloot voor eind februari het rogquotum heeft opgevist.
Er kan dus gesteld worden dat roggen in het kader van de aanlandplicht de eerste chokespecie wordt waarmee de Nederlandse vloot geconfronteerd gaat worden, als hiervoor in 2019 geen uitzondering is gerealiseerd.
De hoeveelheid roggen op de visgronden neemt de laatste jaren spectaculair toe maar de quota stijgen niet mee. Dit wordt veroorzaakt doordat er niet of nauwelijks wetenschappelijk onderzoek gedaan wordt naar de omvang en ontwikkelingen van de stand van roggen.
Uitzondering overleving
Vorige week werd duidelijk dat alle stakeholders ervan overtuigd zijn dat er een oplossing moet komen voor de aanlandplicht. Omdat er meer dan voldoende aanwijzingen zijn dat gevangen roggen kunnen overleven, wordt gewerkt aan een document waarin een aanvraag op basis van hoge overleving wordt opgesteld. Dit wordt binnenkort in de Scheveningengroep ingebracht. Hierbij wordt door WMR IJmuiden ook informatie gebruikt uit het VisNed-project overleving.
Voldoende wetenschappelijk informatie is er niet voor alle roggensoorten en niet voor alle vistuigen. Vandaar dat er aanvullende stappen genomen moeten worden waarbij de 3 sleutelelementen zijn: vermijding, selectiviteit en overleving. Ook zal informatie gedeeld worden over hoe bemanning aan boord het beste met roggen kan omgaan om bij het terug zetten de overleving positief te beïnvloeden. Partijen nemen vervolgens een termijn van 3 jaar om de maatregelen te monitoren en de sector dient in deze periode aan te tonen dat er op de 3 genoemde punten voortgang is geboekt.
Data-verzameling
Voor de sector is het van groot belang dat deze periode ook gebruikt wordt om tot betere toestandsbeoordelingen van roggen te komen zodat er ook gewerkt kan worden aan meer realistische quota. Als het huidige Nederlandse rogquotum slechts voldoende is om de bijvangst van nauwelijks 2 maanden van de NL-vloot aan land te kunnen brengen moeten we concluderen dat de wetenschappelijke informatie over deze stocks bij lange na niet toereikend is.
Daarom is VisNed één van de partners in het door de Franse sector getrokken SUMARIS-project waarbij meer data-verzameling de belangrijkste doelstelling is. Het Belgische ILVO is ook partner en verzorgde hierover een presentatie.
|
Tweemaal per jaar komen de leden van de European Association of Producer Organisations (EAPO) samen om te spreken over actuele thema’s. Afgelopen 22 maart vond deze vergadering in Brussel plaats. Als voorzitter van de EAPO leidde Pim Visser deze vergadering. Er werd gesproken over onder andere de aanlandplicht en een gelijk speelveld in Europa rondom markt, productie en afzet.
Aanlandplicht
Als afgevaardigde van de Europese Commissie nam Maya Kirchner deel aan het gesprek over de aanlandplicht. Ze sprak over het oplossen van het probleem rondom de ‘residual choke situations’, de overgebleven verstikkingssoorten; waarop werd gereageerd dat residual in dit geval wel een heel grote hoeveelheid soorten betreft. Niet alleen in de Noordzee, maar ook in de Noordwestelijke Wateren en voor de pelagische sector.
Pim Visser schetste de heel dreigende situatie en riep nogmaals op om de realiteit onder ogen te zien. Hij riep op om te stoppen met ‘keeping up appearances' : de schone schijn ophouden alsof er eigenlijk niets aan de hand is. Een houding die hij bij de Europese Commissie nog steeds herkent. Maar hij riep ook wederom op om gezamenlijk te komen tot een slim plan (in het Engels ‘a cunning plan’).
Maar deze EAPO-brede oproep vond nog steeds niet al te veel gehoor bij de Commissie, dus we gaan in 2019 jammer genoeg mee maken dat de wal het schip zal keren en wel Europa-breed. Tenzij de groepen van lidstaten wel oplossingen aandragen. Wij blijven als VisNed daartoe suggesties doen.
Gelijkspeelveld voor markt, productie en afzet
Na de lunch waren marktgerichte onderwerpen aan de orde. De EAPO-werkgroep over markten staat onder leiding van de Ier Sean O’ Donoghue.
DeEAPO was de aanjager van een workshop over de Productie en Afzetprogramma’s die PO’s verplicht zijn te maken. In die workshop bleek dat er in Europa grote verschillen zijn. In Frankrijk bijvoorbeeld worden PO’s uitgebreid gefacilieerd en in Nederland daarentegen hoegenaamd niet. Dat moet anders. Daarom neemt EAPO het initiatief om via haar leden met lidstaten in gesprek te komen om een gelijk speelveld te realiseren.
Daarnaast kwam de heffingsvrije import van vis in de EU aan de orde. EAPO heeft hiertegen nadrukkelijk een tegengeluid laten horen. VisNed bracht in die discussie in dat er geen enkele reden is om platvis van buiten Europa (m.n. China) zonder heffingen op de EU-markt toe te laten. Er is volop scholquotum en voor de verwerkende industrie heeft het invoeren van diepgevroren filets geen enkele toegevoegde waarde. Dat handelaren graag goedkope platvisfilets willen importeren begrijpen we, maar dat is volgens VisNed echt niet nodig. Samen met nog een aantal specifieke voorbeelden uit Spanje en Ierland hebben EAPO en ook Europêche aan de Europese Commissie advies uitgebracht.
|
Pim Visser sprak op een hoorzitting van het Europees Parlement (EP) over het vaststellen van vangsthoeveelheden en wetenschappelijk onderzoek. Een veel nauwere, intensievere en innovatieve samenwerking tussen visserij en wetenschap is essentieel.
VisNed is al veel jaren voorstander van betrokkenheid van de sector op het wetenschappelijk adviesproces. Daarin volgen we de Pelagische sector. Daarom was Martin Pastoors van de PFA gevraagd mee te denken over de inhoud van de presentatie. Vanuit de belangrijkste wetenschappelijke adviseurs (ICES en het STECF) waren ook presentaties in het EP, net als van een Portugese NGO, onderdeel van Seas at Risk.
Geen exacte wetenschap
Het EP wil zaken graag tot in het kleinste detail regelen, maar dat is niet praktisch. Pim Visser pleitte daarom voor een praktische, maar tegelijk zorgvuldige aanpak. Visserijbiologie is immers geen wetenschap die tot vier cijfers achter de komma dingen kan vaststellen. Er worden trends ontdekt. Dat werd vanuit STECF en ICES bevestigd.
Sector heeft zelf de beste gegevens beschikbaar
Vanuit de sector zijn we altijd wat terughoudend met het beschikbaar stellen van gegevens, omdat het gevoel leeft dat het tot slechte resultaten voor de visserij leidt. Toch lijkt het tij te keren. Hoe betrouwbaarder de inbreng hoe beter het resultaat.
Mooi voorbeeld daarin is de inzet vanuit VisNed om een betere TAC voor tarbot en Griet vastgesteld te krijgen. De VisNed wetenschappers, onder aansturing van Geert Meun hebben veel gegevens aangedragen waar ICES mee aan de slag kon. Gegevens die wetenschappers zelf nooit boven water hadden gekregen. Met als resultaat een realistischer inschatting van het bestand en een TAC die beter aansluit bij de visserijmogelijkheden.
En ook bij aanlandplicht zien we de enorme waarde van door de sector aangedragen gegevens. In het pulsonderzoek blijkt de enorme hoeveelheid aan data veel waardevolle informatie over lange termijneffecten op te leveren en kan het management zich aanpassen aan de nieuwe situatie.
Verantwoordelijkheid krijgen en nemen
In het verleden lag alle verantwoordelijkheid voor zowel gegevens als interpretatie bij de wetenschap. Door zelf wetenschappers in dienst te nemen en die in te schakelen in het proces neemt de sector verantwoordelijkheid. Die moet ze dan ook wel krijgen en dat vereist een andere instelling bij de instituties. Die moeten zich aanpassen aan een sector die betrokken is, verantwoordelijkheid neemt en zich verantwoordelijk gedraagt.
De wetenschappelijke instituten zien een andere rol op zich af komen. Ze gaan veel meer verifiëren en samenvoegen wat wetenschappers van buiten (lees de industrie) aanreiken dan dat ze alles zelf doen. Dat levert een beter en resultaat op tegen lagere kosten.
Een interessante toekomst
We staan aan de vooravond van interessante ontwikkelingen. Daarin moet de sector zich bewust worden van haar verantwoordelijkheid (ook financieel). Tegelijk moeten wetenschappelijke instituties, maar ook de beslissers in Den Haag en Brussel open staan voor moderne ontwikkelingen. Alleen dan krijgen we beter visserijbeheer wat behapbaar en betaalbaar blijft.
|
LIFE vertegenwoordigt de 10.000 kleinschalige vissers in Europa. In Brussels hebben zij hun plannen uitgebreid toegelicht.
De Low Impact Fishers of Europe (LIFE) organiseerde afgelopen maandag in Brussel een workshop waarin inzicht gegeven werd over het belang en de positie van de zogenaamde kleinschalige visserij in Europa. Men wint terrein maar LIFE vindt dat de stem van deze vissers nog nadrukkelijker gehoord moet worden.
LIFE bestaat op dit moment uit 31 organisaties afkomstig uit 15 landen. In totaal gaat het dan om 10.000 vissers die actief zijn met 6 – 8.000 vaartuigen. Als gekeken wordt naar de situatie in Europa omvat de kleinschalige visserij 92% van het aantal vissersvaartuigen die 65% van de werkgelegenheid voor zijn rekening neemt maar slechts 8% van de aanvoer in kgs. verzorgt. In Engeland is 77% van de vloot kleinschalig maar deze heeft maar 1,8% van de quota in handen.
De grootschalige visserij (en daartoe wordt in feite elk vaartuig langer dan 15 meter gerekend) heeft overal een stem en zit overal aan tafel maar dat kan zeker niet gezegd worden van de kleinschalige visserij. LIFE werkt er hard aan om hier verandering in aan te brengen.
Duidelijk is dat men hiermee in de Baltische zee al aardig op streek is. Zo heeft LIFE een zetel in de Adviesraad voor de Baltische zee, maar voor de Noordzee en de westelijke wateren is nog het nodige te doen.
Volgens LIFE moet de kleinschalige visserij in het centrum van de besluitvormingsprocessen komen; de kleinschalige visserij moet onderdeel van de oplossingen worden die er binnen het Gemeenschappelijke Visserijbeleid (GVB) aan de orde zijn.
Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie wees erop dat in het GVB de positie van de kleinschalige visserij aan belangrijkheid wint. Er zijn bijvoorbeeld bepalingen dat kleinschalige vissers preferenties hebben binnen de 12-mijlzone. Verder zijn er aan lidstaten bepaalde bevoegdheden toegekend om de positie van kleinschalige vissers te versterken. Denk hierbij aan de subsidieregelingen voor de visserij die beginnen met het beschikbaar stellen van nationale middelen.
Ook werd verwezen naar artikel 17 van het GVB waarin een lidstaat de bevoegdheid heeft om op basis van sociaaleconomische motieven tot een herverdeling van vangstmogelijkheden te komen. Hiervan is tot nu toe door geen enkele lidstaat gebruik gemaakt maar het is duidelijk dat de kleinschalige visserij graag ziet dat dit wel gaat gebeuren.
Afsluitend werd geconcludeerd dat er voor LIFE nog heel veel werk lag te wachten, de oproep werd gedaan dat de kleinschalige vissers absoluut niet moesten aarzelen hun stem te verheffen.
Vastgesteld kon worden dat dit een bijeenkomst was waar dossiers zoals de aanlandplicht, beheerplannen of Brexit niet aan de orde kwamen maar het vooral ging over de erkenning van de positie van deze groep vissers en hun wens tot een grotere inbreng in het besluitvormingsproces.
|
Er ligt veel op het bord van de visserijsector, en daarmee op het bord van VisNed. Tijd voor vernieuwing van het bestuursoverleg en herstructurering van het team.
Dossieroverleg van het VisNed team
Met het vertrek van Jurgen Batsleer, de komst van Noor Visser en met het oog op de twee vacatures, is het tijd voor het herzien van de structuur van VisNed. Wie doet wat en wie is waar verantwoordelijk voor? Met een grote hoeveelheid geeltjes werd langzaam maar zeker de structuur zichtbaar, waarbij VisNed de grotendeels ‘platte’ structuur zal behouden.
Bestuursoverleg ‘op locatie’
Om het bestuursoverleg (het overleg van de vertegenwoordigers van de PO’s en het VisNed-team) een nieuwe impuls te geven, is vorige week voor het eerst 'op locatie' overlegd. We waren te gast bij de PO Delta Zuid, te Yerseke. Op het programma stond natuurlijk de vergadering op het Mosselkantoor, een rondleiding door het WMR/NIOZ met presentatie over de overlevingsreizen en een kijkje bij de installatie waar deze vissen worden gehouden, en een lunch met uitzicht op de Oosterschelde. Het concept lijkt te bevallen. Komend bestuursoverleg 'op locatie' zijn we te gast op Urk.
|
Na veel studie en degelijke rapporten blijken de plannen voor Natura2000 in Duitsland behoorlijk bijgesteld.
Al heel veel jaren wordt gewerkt aan Natura 2000 maatregelen in Duits gebied. De plannen zijn steeds weer bijgesteld en aangepast. Afgelopen dinsdag werd in het overleg van lidstaten rond de Noordzee, de zgn. Scheveningengroep, vastgesteld dat die plannen nu de volgende fase in kunnen. Daar horen de plannen voor de Doggersbank overigens niet bij, daar is een apart proces voor.
Veel studiewerk
VisNed is actief lid van de Noordzee-adviesraad (NSAC) en vanuit die rol volgt Pim Visser dit proces tussen de lidstaten. Afgelopen week reisde hij voor de NSAC naar Berlijn waar de laatste versie van de plannen werd besproken.
De Duitse overheid had haar huiswerk goed gedaan. Er lagen degelijke rapporten op tafel, gebaseerd op recente gegevens. Daaruit bleek dat de plannen een behoorlijke bijstelling hadden ondergaan, waardoor de economische schade behoorlijk beperkter is dan eerst voorzien.
Er is nog wel een juridisch punt van samenloop van Kaderrichtlijn Marien (KRM) en Natura2000, waar onze Duitse zusterorganisatie een rechtszaak over voorbereidt. Maar dat is een intern Duitse aangelegenheid waar we vanuit de NSAC wel melding van gedaan hebben, maar verder geen partij in zijn.
De NSAC is er van overtuigd dat de plannen niet zo nadrukkelijk bijgesteld zouden zijn als in dit proces vanuit VisNedf niet zoveel inbreng zou zijn geweest.
Praktische invulling
Vanuit de NSAC kon VisNed met betrekking tot het maatregelenpakket inbrengen dat de gebiedssluitingen voor Natura2000 niet in isolatie gezien kunnen worden. Er zijn immers in het gebied ook veel windparken in ontwikkeling.
Van belang is aandacht voor de praktijk van controle en handhaving. VisNed wees op de moderne aanpak met Black Box in Nederland. Dat gaat met vallen en opstaan, maar zal uiteindelijk veel beter werken dan grote sluitingen met enorme bufferzones, omdat de traditionele VMS maar 1x per 2 uur pingt.
Recente meldingen vanaf de vloot hadden er voor gezorgd dat vanuit VisNed ook aandacht is gevraagd voor de doorvaart van de gebieden. Om voor de doorvaart het hele tuig eerst scheep te moeten zetten om het vervolgens na de doorvaart weer te moeten uitzetten is niet praktisch en tijdrovend. VisNed heeft daarom gepleit voor doorvaartcorridors waar met de tuigen aantoonbaar boven water en met stoomsnelheid doorvaart toegestaan zal zijn. Hierover volgt nog overleg.
Hoe gaat de Scheveningen groep nu verder?
De agenda in Berlijn was lastminute behoorlijk uitgedund. De voor de Nederlandse visserij zo belangrijke Natura2000 plannen van het Verenigd Koninkrijk voor de North Norfolk Banks and Haisborough and Winterton waren lastminute van de agenda afgehaald. Reden hiervoor was het feit dat er nog geen overeenstemming is tussen de Nederlandse en de Britse overheid.
VisNed heeft er bij de Nederlandse overheid op aangedrongen niet akkoord te gaan, omdat er in dat gebied een enorme samenloop is. Naast Natura2000 gebieden is daar sprake van windparkontwikkeling en liggen ook de recente puls gebieden waar we met de Engelse NFFO afspraken over hebben gemaakt.
|
Alle partners in de garnalenketen zijn verenigd in de Branche Organisatie (BO) Garnaal. PO’s, Afslagen en Handelaren. Samen maken zij de spelregels. Die spelregels zijn MSC goedgekeurd. Maar niet iedereen houdt zich aan de spelregels. De grote vraag in de vergadering van vorige week was “hoe gaan we hier als BO mee om”
Dilemma
VisNed was vertegenwoordigd door Maarten Drijver. Hij stelde heel duidelijk dat de geloofwaardigheid van de BO op het spel staat. Houdt de BO de rug recht of laat ze met zich sollen? Als dat laatste gebeurt dan is het hek van de dam en einde oefening. De leden van de BO leken met de vraag te worstelen.
Maarten Drijver in zijn rol van PO-bestuurder en VisNed-voorzitter niet. Korte termijndenken is wat VisNed betreft uit den boze. Tegelijk is VisNed niet blind voor de realiteit. Want het gaat immers om heel veel geld. Én PO’s lopen groot gevaar dat leden weglopen als de benadering hen niet zint. Dat is de afgelopen periode gebleken.
Wetsbetrachting of wetsverachting
De onduidelijkheden in de garnalenketen en de hoge kiloprijs van de vangsten maken het zeer aantrekkelijk de randen van regelgeving op te zoeken. Dat mag natuurlijk. Maar soms wordt er ook voor gekozen de randen te overschrijden. En dat is eigenlijk het begin van het einde. In de vergadering ging het over tape en folie en over zeefoppervlakte, spijlafstanden en snelheden. Allemaal zaken die een gelijk speelveld in de weg staan.
VisNed pleit voor een gelijk speelveld op basis van regels die breed draagvlak hebben en die nageleefd worden. Als er geen respect voor regels is kunnen ze net zo goed afgeschaft worden. Maar dat moet dan wel afgesproken zijn en voor iedereen gelden. En dat die keuze consequenties heeft moet aanvaard worden. Afgesproken is dat de BO in de komende weken hierover intern gaat overleggen en daarna een heel helder standpunt inneemt. De afslagen, verenigd in NOVA zullen in dat verband een advies over specificaties voor en controle op het zeefproces opstellen.
Ziftselhandel
De BO sprak ook over de handel in ziftsel en pilots daarover. Er werd, zo bleek, geëxperimenteerd met handel in ziftsel, terwijl niet duidelijk is of dat wel toegestaan is. Het onderwerp ‘ontheffing’ leidde tot grote spraakverwarring. Die ontheffing is er naar zeggen wel, maar niemand kan die laten zien. Afgesproken werd dat het zoeken naar goede verwaarding van afval niet gehinderd moet worden, integendeel. Maar dat zoiets wel via de BO moet lopen, zodat alle ketenpartners precies weten wat er wel of niet gebeurt. De kaaipraat en berichtenstroom op WhatsApp komt zomaar op gang. De emoties lopen dan al snel hoog op. Dat kan en moet voorkomen worden door de informatie via de BO te laten lopen.
Gelijk speelveld
Dat een gelijk speelveld voor alle ketenpartijen wenselijk is werd na deze BO-vergadering duidelijk. Dat gelijke naleving van regels en afspraken cruciaal is. Dat vereist gelijke behandeling en rechte ruggen. Maar ook helderheid. Nu is de NVWA verantwoordelijk voor controles aan boord op zeven en vistuigen, de ILT voor bemanningsvoorschriften, de NVWA voor hygiëne, de BO (via Control Union) voor het zeven en de CVO (ook deels via Control Union) voor de naleving van het managementplan dat MSC gecertificeerd is.
Dat moet op een vergelijkbare manier gebeuren en wie wat doet moet voor iedereen helder zijn. Daarom is de komende maanden tijd ingeruimd om tussen al die instanties af te stemmen en zaken zo in te richten dat er voor alle betrokkenen helderheid ontstaat. Daarom nog maar eens herhaald: een echt gelijk speelveld, met duidelijke regels en een strenge en rechtvaardige scheidsrechter is een voorwaarde voor succes.
|
Van half april tot eind juli zullen werkzaamheden worden uitgevoerd aan het Nemo Link kabelproject dat tot doel heeft de electriciteitsnetwerken van het Verenigd Koninkrijk en Belgie met elkaar te verbinden. VisNed is gevraagd aandacht te schenken aan dit project in de nieuwsbrief. Tijdens de werkzaamheden in Belgische en Franse wateren wordt om veiligheidsredenen namelijk een corridor ingesteld waarbinnen het verboden is om te vissen over gedeeltes waar de kabel nog niet is ingegraven. Om de naleving hiervan te waarborgen zullen wachtschepen langs deze gedeeltes patrouilleren.
Nemo Link vraagt om steeds de instructies van de wachtschepen en van de maritieme coördinatiecentra, het Préfet Maritime en het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum (MRCC), op te volgen bij het naderen van de corridor. Het niet opvolgen van instructies van de bevoegde instanties zou op basis van de Belgische wetgeving tot gerechtelijke procedures kunnen leiden. Na afloop van de werkzaamheden zal de zone waarbinnen het visverbod geldt weer volledig toegankelijk zijn voor de visserij. Klik hier voor meer (contact)informatie en de route van de kabel.
|
Over negen maanden zal de aanlandplicht volledig van kracht zijn. Hoe kunnen netinnovaties bijdragen aan het werkbaar maken van de aanlandplicht?
Vorige week vrijdag tijdens een bijeenkomst over de stand van zaken rondom de netinnovatie-projecten sprak Johan Nooitgedagt van de Vissersbond over innovatie. “In negen maanden zijn er hele mooie dingen mogelijk, toch Brita?”
Ook het ministerie van LNV gaf tijdens de bijeenkomst uitleg. Een uitzondering op de aanlandplicht voor bepaalde soorten kan een deel van het probleem oplossen. Het aanvragen van een uitzondering op de aanlandplicht kan worden gedaan via een zogenaamd Joint Recommandation oftewel discardplan.
Maar, een uitzondering krijg je niet zomaar. Om zo’n aanvraag zo overtuigend mogelijk te maken, wordt er daarom vaak een pakket voorgesteld: de uitzondering wordt samen met een plan om ongewenste bijvangsten te verminderen of de overleving te verhogen voorgesteld. Innovatieve netten kunnen in zo’n pakket een belangrijke rol spelen!
Netinnovaties
Het afgelopen jaar is er veel geprobeerd. Ontsnappingspanelen, scheidingswanden en ga zo maar door. Met name voor de tongvisserij blijft het heel lastig om ondermaatse bijvangsten te verminderen zonder dat ook maatse tong wordt verloren. De focus zal zich nu richten op het scheiden van de tong uit de rest van de vangst, om zo te kunnen werken met verschillende maaswijdten. Het ministerie gaf aan dat Nederland internationaal goodwill heeft gecreëerd door zo actief bezig te zijn met netinnovaties.
Platvis in beeld
In de afgelopen maanden is ook gebleken dat we veel kunnen leren van de filmbeelden die met verschillende GoPro’s in het net zijn gemaakt. Wat er eigenlijk in het net gebeurt en hoe de vis zich daar gedraagt is nuttige informatie als je netten slim wil aanpassen. Via de site van WMR kun je het project ‘Platvis in beeld’ volgen en enkele filmpjes bekijken: https://www.wur.nl/nl/project/Platvis-in-Beeld-1.htm
Experimenteren
Pieke Molenaar (WMR) roept vissers op om mee te doen aan experimenten met innovatieve netten en ook zelf met ideeën te komen. Geïnteresseerde vissers en vissers met ideeën hierover kunnen zich melden bij Pieke (pieke.molenaar@wur.nl).
|
De overheid is bezig met het opstellen van een strategisch plan voor de Noordzee tot 2030. Dat plan willen ze in gezamenlijkheid samen maken met alle betrokkenen: de verschillende ministeries, andere overheden, Noordzeegebruikers, kennisinstituten en maatschappelijke organisaties samen. VisNed vertegenwoordigt de kottervisserij in dit proces, maar dat blijkt niet makkelijk te zijn.
Meepraten en meeschrijven
Participatie is de kern van het proces: in alle fasen mogen de verschillende partijen meepraten en zelfs meeschrijven. Brede dialogen, maandelijkse werksessies, ‘joint fact finding’; er wordt van alles georganiseerd. Dat klinkt mooi, maar van de relatief kleine organisatie van VisNed vraagt dat veel. Overal bij aanwezig zijn slurpt kostbare tijd. Maar als je er niet bij bent, wordt jouw inbreng niet meegenomen.
Visserij in de minderheid
De maatschappelijke organisaties lijken hun weg naar deze bijeenkomsten goed te hebben gevonden. Stichting Duinbehoud, Stichting de Noordzee, Stichting Anemoon, de Vogelbescherming; allemaal schoven ze aan bij de zogenaamde ‘natuurtafel’, een subgroep tijdens de bijeenkomst afgelopen 19 maart. De opvatting dat de Noordzee Nederlands grootste natuurgebied is, werd breed gedragen.
Medegebruik windparken
Om dieper in te gaan op de ‘kansen’ die windmolenparken bieden, werd er een speciale workshop georganiseerd op woensdag 28 maart. VisNed was erbij. Niet om te zoeken naar de kansen voor de visserij, maar om de verwachtingen hieromtrent bij te stellen: bodemvissen vang je nou eenmaal niet zo makkelijk als je de bodem niet mag aanraken. Schepen groter dan 24 meter mogen überhaupt het park niet in. Staandwantvisserij (met de verankering aan weerszijden van het park) zou misschien wel een optie zijn. Hiervoor ligt reeds een aanvraag voor een pilot bij LNV.
Participeren belangrijk
Hoewel het proces rondom het strategisch plan voor de Noordzee ons tegenstaat en de sfeer niet erg motiverend is, zal VisNed het belang van de visserij telkens blijven uitdragen. Wij staan voor de belangen van de Nederlandse visserijsector!
|
Ook binnen de Nederlandse passieve visserij leven er een aantal vragen over de pulsvisserij. VisNed belegde samen met de Vissersbond een bijeenkomst met deze vissers waar wetenschappers van WMR en het ministerie van LNV hun vragen beantwoordden en de stand van zaken van het onderzoeksprogramma konden toelichten. Aanwezigen waren van te voren in de gelegenheid gesteld om hun vragen op te sturen zodat deze zo uitgebreid mogelijk beantwoord konden worden. Deze bijeenkomst vond plaats op 16 maart in IJmuiden.
Vanuit WMR waren de leider van het onderzoeksprogramma Adriaan Rijnsdorp en Nathalie Steins aanwezig om vragen te beantwoorden. Ook Evelien Ranshuysen van het Ministerie van LNV, dat opdrachtgever is van het onderzoeksprogramma naar de effecten van de pulsvisserij, gaf acte de presence. Tijdens de bijeenkomst is antwoord gegegven op een groot aantal vragen die uiteenliepen van vragen over gebruikte voltages, de effecten op het bodemleven, het verspreidingspatroon van de visserij en waarom vissen met elektrische stimulering in China nu wel verboden is. Een verslag van de bijeenkomst met daarin alle vragen en antwoorden alsook de presentatie van WMR vind u hier.
|
VisNed herinnert de leden graag aan de vragenlijst van de CVO over ontwikkelingen in de kottervisserij. Wij verzoeken de ingevulde enquête zo spoedig met behulp van de antwoordenveloppe of per email in te sturen of in te leveren bij de eigen PO.
|
De eerste Nederlandse kotters maken zich op om in het Skagerrak of in de Noorse zone te gaan vissen. Voor het vissen in beide gebieden gelden aanvullende regels. Vandaar dat melding van de kotter aan de eigen PO dat in de Noorse zone of Skagerrak gevist gaat worden van groot belang is.
Voor het vissen in de Noorse zone moeten kotters groter dan 200 GT een vergunning aan boord hebben. Schepen kleiner dan 200 GT moeten op de lijst staan van vaartuigen die gerechtigd zijn om in de Noorse zone te vissen. Aanvragen kunnen ingediend worden via Jurie Romkes van het VisNed-secretariaat. Email: jromkes@visned.nl
Voor meldingen en het registreren in het E-logboek gelden aanvullende regels dus is het van belang om hierover tijdig contact te hebben met de softwareleveranciers van het logboek. Ook moet men de Noorse visserijwetgeving in het Engels aan boord hebben. Hiervoor kan eveneens contact opgenomen worden met Jurie Romkes.
Voor het vissen in het Skagerrak moet toestemming via de eigen PO verkregen worden. De PO geeft ook aan hoeveel kilogram schol, tong en kabeljauw een lid mag aanvoeren. Voor het vissen in het Skagerrak geldt sinds vorig jaar een maaswijdte van 120 mm. Ook gelden voor het lossen in een Deense haven aanvullende bepalingen, zowel op het gebied van vangstmeldingen als douane faciliteiten.
Daarom is het van belang dat een vaartuig aan de eigen PO doorgeeft wanneer het in de Noorse zone of het Skagerrak gaat vissen. Zodat de campagne "om de Noord" zonder strubbelingen verloopt.
Afspraken
Vorig jaar waren er wel wat problemen. Vandaar dat er eerder dit jaar gesprekken geweest zijn met de Deense visserijorganisatie. Dit heeft geleid tot werkafspraken over bijvoorbeeld het informeren van posities waar staandwant en potten geplaatst worden.
VisNed herhaalt hier nadrukkelijk de oproep dat Nederlandse vissers zich aan de spelregels houden, ook wat betreft de technische maatregelen.
|
Door tegenvallende aanvoer van schol heeft de PAP-commissie besloten de regeling op 100% van de basishoeveelheid te laten staan.
Het Coördinatiecomité PAP-schol, opererend onder de CVO, monitort voortdurend de aanvoer en marktontwikkelingen van schol. De aanvoer van schol is de laatste weken ronduit teleurstellend te noemen. De PAP-commissie ziet geen reden om de regeling aan te passen. Omdat deze toch niet gehaald wordt blijft deze op 100% staan.
De aanvoer en prijsvorming van schol zag er de afgelopen periode als volgt uit:
Aanvoer en prijsvorming schol in Nederland* |
week |
2017 |
2018 |
4 |
1.011 ton |
€ 1,46 |
867 ton |
€ 1,90 |
5 |
1.049 ton |
€ 1,47 |
600 ton |
€ 2,09 |
6 |
476 ton** |
€ 1,57 |
706 ton |
€ 2,08 |
7 |
901 ton |
€ 1,46 |
126 ton** |
€ 2,30 |
8 |
477 ton |
€ 1,54 |
501 ton |
€ 2,30 |
9 |
425 ton |
€ 1,92 |
215 ton |
€ 2,44 |
10 |
553 ton |
€ 1,77 |
389 ton |
€ 2,55 |
11 |
492 ton |
€ 1,69 |
308 ton |
€ 2,51 |
12 |
402 ton |
€ 1,79 |
279 ton |
€ 2,62 |
* zonder Breskens en Den Oever. ** Urker biddagweek.
De aanvoer in het eerste kwartaal van 2018 blijft ver achter bij de verwachtingen en ook de benodigde hoeveelheid. Deels is dat te verklaren door de matige weersomstandigheden maar ook de vangbaarheid is duidelijk minder dan in voorgaande jaren in dezelfde periode.
Nieuwe PAP-regeling schol
Zoals eerder gemeld zijn de hoeveelheden in de 3 categorieën aangepast: 500 ton is verlaagd naar 430 ton en 1.000 ton naar 860 ton.
Met ingang van maandag 26 maart 2018 is de derde periode van 4 weken ingegaan. Deze loopt van week 13 t/m 16 (26 maart – 21 april 2018).
Besloten is de aanvoerregeling ongewijzigd te laten zodat deze er voor de nieuwe periode van 4 weken als volgt uit ziet:
• Een vaartuig met een basiscontingent schol tot 430 ton mag in de 4-weekse periode week 13 t/m 16 maximaal 100 ton schol aanvoeren;
• Een vaartuig met een basiscontingent schol van 430 tot 860 ton mag in de 4-weekse periode week 13 t/m 16 maximaal 115 ton schol aanvoeren;
• Een vaartuig met een basiscontingent schol van meer dan 860 ton mag in de 4-weekse periode week 13 t/m 16 maximaal 130 ton schol aanvoeren.
De PAP-regeling schol kent 2 aanvullende bepalingen om de flexibiliteit te vergroten:
• Een vaartuig dat een deel van het jaar gericht op schol vist (bijvoorbeeld een pulser die omschakelt naar scholvisserij) wordt gedurende maximaal 16 weken (4 perioden van 4 weken) ingedeeld in de naastliggende hogere categorie. Een contingenthouder tot 430 ton in de categorie 430 – 860 ton; een contingenthouder 430 – 860 ton in de categorie > 860 ton.
• Het is toegestaan om de aanvoerregeling van drie 4-weekse perioden samen te voegen tot een kwartaal-contingent. De visser mag dan zelf bepalen wanneer hij deze periode invult. In deze periode mag per week niet meer aangevoerd worden dan 40 ton. Als u hiervan gebruik wilt maken, dient u dit door te geven aan de PO (inclusief de betreffende periode).
Vaartuigen die gebruik willen maken van bovenstaande flexibiliteitsbepalingen dienen dit vooraf aan te geven bij de PO.
Bovenstaande regelingen gelden ook voor de visserij in het Skagerrak.
|
In 2018 hebben de Nederlandse PO’s in CVO-verband maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te maken en om vroegtijdige sluiting van deze quota te voorkomen. Voor zeebaars gelden door de overheid ingestelde maatregelen. Het totaaloverzicht:
PAP-regeling schol:
Een vaartuig met een basiscontingent schol tot 430 ton mag in de 4-weekse periode week 13 t/m 16 maximaal 100 ton schol aanvoeren,
Een vaartuig met een basiscontingent schol van 430 tot 860 ton mag in de 4-weekse periode week 13 t/m 16 maximaal 115 ton schol aanvoeren,
Een vaartuig met een basiscontingent schol van meer dan 860 ton mag in de 4-weekse periode week 13 t/m 16 maximaal 130 ton schol aanvoeren.
Rog: Minimum aanvoermaat: 55 cm. Een vaartuig mag per week/reis langer dan een week maximaal 40 kg per soort (stekelrog - RJC, Grootoog rog - RJN, gevlekte rog - RJM) aanvoeren. Indien van één of meerdere soorten meer dan 40 kg aangevoerd wordt mag dit in totaal niet meer zijn dan 125 kg dood gewicht. Let op: graag juiste codes gebruiken om dubbeltellingen, dus verlies van quota te voorkomen.
Bij overtreding minimum maat en/of maximale hoeveelheid wordt door de PO een heffing opgelegd van € 5,00 per kg. Deze maatregel geldt niet voor het Skagerrak.
Tarbot, griet: Minimum aanvoermaat: 30 cm. De maximaal aan te voeren hoeveelheid tarbot/griet per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen is door de PO’s vastgesteld op 2.000 kg dood gewicht.
Bij aanvoer van meer dan 2.000 kg en/of kleiner dan 30 cm tarbot / griet wordt een heffing van € 10,00 per kg toegepast. Ook deze maatregel geldt niet voor het Skagerrak.
Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 – 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV.
Noorse kreeft: Noorse kreeft valt enerzijds onder Aanlandplicht maar tegelijk mogen ondermaatse Noorse kreeft gediscard worden onder de minimis-regeling, dus feitelijk is er niets gewijzigd t.o.v. vorig jaar. Daarom is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding.
Zeebaars; Minimum maat voor zeebaars voor alle vlootsegmenten is 42 cm. Gerichte visserij op zeebaars met sleepnetten en staandwant is verboden. Totaal aanvoerverbod voor alle typen vistuigen in de maanden februari en maart. Vaartuigen met gesleepte vistuigen (waaronder boomkor, twinrig, borden en fly shoot) mogen in januari en vanaf 1 april vangsten van zeebaars aan boord houden mits deze vangsten per dag niet meer bedragen dan 1 % van het gewicht van de totale vangst. De totale vangst aan zeebaars mag per maand niet meer bedragen dan 100 kg. Nederlandse handlijn- en staandwant-vissers zijn in 2018 alleen gerechtigd zeebaars aan te voeren wanneer zij hiervoor van RVO een vismachtiging zeebaars hebben ontvangen. Daartoe gerechtigde handlijnvissers mogen op jaarbasis maximaal 5.000 kg zeebaars aanvoeren. Staandwant-vissers mogen op jaarbasis maximaal 1.200 kg zeebaars aanvoeren.
|