Wij zijn VisNed
De vereniging van kottervissers
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
![]() VisNed behartigt de belangen van de Nederlandse kottervisserij |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nog altijd weinig informatie over BAR-regelingenEr wordt al geruime tijd gesproken over aanvullende financiële regelingen ter ondersteuning van de visserijsector. Ondanks veel inzet laat duidelijkheid over de mogelijkheden nog steeds op zich wachten zo bleek uit een overleg gistermiddag met vertegenwoordigers van het ministerie van LNV. Als gevolg van veranderde omstandigheden wordt al geruime tijd gesproken over herstructurering van de kottervloot waaraan een saneringsregeling een belangrijke bijdrage moet leveren. In eerste instantie werd gedacht aan een regeling in het kader van het Noordzeeakkoord omdat de vloot geconfronteerd gaat worden door een groot verlies aan visareaal. Toen dat in Brussel op weerstand stuitte is de koers verlegd richting financiering uit de Brexit Adjustment Reserve (BAR), het Europese fonds om schade die ontstaan is uit de Brexit te compenseren. De visserijcomponent voor Nederland in dit fonds bedraagt € 128 miljoen. Het ministerie van LNV voert intensief overleg met de Europese Commissie om een deze drie regeling tot stand te brengen:
Om voor sanering in aanmerking te komen moet, naast het criterium van een minimum aantal zeedagen en geen wijzigingen aangebracht zijn in het te saneren vaartuig, een link met schade voortvloeiend uit de Brexit aangetoond worden, o.a. verlies aan vangstrechten. De huidige stand is dat het ministerie gereageerd heeft op een aantal vragen over de Nederlandse regeling met daarbij het dringende verzoek om een gesprek op korte termijn. VisNed heeft de urgentie van snel duidelijkheid over de voorwaarden en bedragen etc. van de regeling nogmaals naar voren gebracht, wat door het ministerie zeker onderkent wordt. Het streven is nog steeds een regeling in het 1e kwartaal van 2022. VisNed heeft opnieuw ook gepleit voor het blijven bewandelen van het spoor van een saneringsregeling in verband met het grote verlies aan visgronden door wind op zee. Daarmee kunnen dan vissers geholpen worden die niet voldoen aan de criteria van de BAR. Het ministerie gaf aan dit zeker op de agenda te houden en hiervoor in te zetten op een herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Bij de stilligregeling wordt met name gekeken naar de Pelagische vloot maar zodra de voorwaarden bekend zijn zal ook gekeken of kotters hierin mee kunnen gaan. De liquiditeitsregeling wordt opgetuigd te compensatie van omzetverlies waarbij het 1e kwartaal 2021 vergeleken wordt met de basisperiode 1e kwartaal 2019. Uit onderzoek is gebleken dat tenminste 40 vaartuigen hiervoor in aanmerking komen. Ook hier geldt dat eerst de definitieve tekst beschikbaar moet komen alvorens onderzocht kan worden wie waarvoor in aanmerking komt. Het ministerie hoopt binnen enkele weken meer concrete informatie over de regelingen te kunnen geven met daarbij conceptteksten. Halfjaarlijks overleg met ScheepvaartinspectieTweemaal per jaar is er overleg met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Scheepvaartinspectie. Dat overleg vond twee weken geleden, toen dat nog kon, in persoon plaats. Er werd gesproken over de verdere afhandeling en communicatie over recente ongevallen, over de vertraagde administratieve afhandeling van certificeringen en over de bevindingen bij controles op zee. Vanuit ILT namen het hoofd vergunningverlening en het hoofd handhaving deel aan het overleg, evenals de office manager en een beleidsmedewerker van het Ministerie van I en W. Vanuit de sector waren Sectorraad, VisNed en NVB aan tafel vertegenwoordigd. Er is gesproken over zorgvuldigheid in communicatie bij de reactie vanuit het Ministerie van I en W richting de Onderzoeksraad voor veiligheid En in het vervolg daarop bij berichtgeving over de fatale ongelukken als gevolg van asymmetrische belading. Ook is gesproken over de veranderde regelgeving voor de vaart buitenom door mosselschepen. Een ongewenste verandering die er kennelijk is tussendoor geglipt. De RI&E kwam ook in detail voorbij. Veiligheid is belangrijk en de RI&E moet een levend document zijn, onderdeel van (werk)overleg aan boord. Maar het blijkt vooral een papieren tijger te zijn. Er is nog veel ruimte voor verbetering van het veiligheidsbewustzijn en daarin is de RI&E een belangrijk hulpmiddel De klachten van de sector over de praktische situatie bij ILT passeerden ook de revue. Er is een verandering in werkwijze geweest, met korting op personeel. Dat heeft geleid tot achterstanden en ergernis. Dat is inmiddels terug gedraaid maar het inhalen van de achterstanden lukt maar langzaam. Door Covid is er veel thuiswerk en kan er maar beperkt certificaten geprint worden. De telefonische bereikbaarheid is er tot 12 uur om zo in de middag efficiënt meer werk te kunnen verzetten. Er was een onbereikbaarheid op donderdagen, maar dat is hersteld. Vanuit ILT worden rederijen schriftelijk uitgenodigd, onder opgave van een venster van 6 maanden . De meeste schippers wachten te lang met het maken van een afspraak. Doe dat niet, is de oproep, maak snel na ontvangst van de brief een planning. Wacht niet tot het einde van het 6 maanden venster te wachten. Er komt geen rappel, er komt geen herinnering meer! Er is eind oktober een gerichte controle op zee geweest. De uitkomsten waren niet goed. Er zijn schepen naar binnen gestuurd omdat de bemannings-voorschriften ernstig niet nageleefd werden. Wij hebben aangevoerd dat er veilig met 5 man gevaren kan worden, ook als er in vermogen wordt terug gegaan naar 1.470 kW. Maar de voorschriften zijn duidelijk. Daarom blijven we suggesties doen om de regelgeving aan te passen, zonder aan de veiligheid op zee te tornen.
Veel vergaderen over vangstmogelijkheden 2022Het mag inmiddels bekend zijn dat na Brexit op het Europese speelveld van de visserij het beheer van de rijkdommen van de zee een stuk complexer is geworden. Vooral deze weken blijkt dat overduidelijk met de vele vergaderingen die gelijktijdig maar op verschillende plaatsen gehouden worden. Jarenlang was voor een aantal belangrijkste bestanden (schol, kabeljauw etc.) in de Noordzee en het Skagerrak de EU-Noorwegen-onderhandelingen van groot belang. Daarnaast was voor een aantal andere belangrijke bestanden (o.a. tong, tarbot, Noorse kreeft en roggen etc.) de besluitvorming in de Visserijraad van december van belang. Inmiddels is de situatie fundamenteel anders. EU-Noorwegen is gewijzigd in EU-VK-Noorwegen en vinden er separate overleggen plaats tussen de EU en Noorwegen. De EU met het VK en het VK met Noorwegen. Welke wijzigingen de nieuwe structuur aan de orde is bij het kuststaten-overleg waar de Faeröer, IJsland en anderen nog bij betrokken zijn laten we hier maar rusten. Inmiddels kan gesproken worden over tweetraps-overleggen immers over bijvoorbeeld de vaststelling van de TAC’s in Noordzee kunnen EU-VK-Noorwegen overeenstemming bereiken maar daarnaast moet er dan ook nog in EU-Noorwegen- en VK-Noorwegen-verband aanvullend overeenstemming worden bereikt over de toegang tot elkaars wateren. Eerder dit jaar hebben we gezien dat er wel een EU-VK-NO-akkoord kwam over de vaststelling van de TAC’s gevolgd door een EU-NO-akkoord over de uitruil van vangstmogelijkheden tussen de twee partijen en de toegang tot elkaars wateren. Maar tegelijkertijd zagen we dat het VK en Noorwegen onderling niet tot een overeenkomst kwamen met als resultaat dat gedurende dit jaar niet in elkaars wateren gevist mocht worden. Dit heeft aanzienlijke impact gehad voor de Schotse witvisvissers die een groot deel van het jaar in de Noorse zone vissen en de Noorse pelagische vissers die daardoor uit de Britse wateren zijn geweerd. De vergaderingen voor de visserijovereenkomsten 2022 vinden gedurende deze weken deels fysiek met beperkte delegaties plaats met vergaderlocaties in Brussel, Londen, Oslo en Edinburgh en daarnaast digitale inbreng van de lidstaten en het Europese bedrijfsleven. EU – VK – NODit overleg is bezig met het vaststellen van de TAC’s 2022 van een aantal belangrijke demersale en pelagische bestanden. De verhoudingen binnen dit overleg zijn, nu het VK een independent coastal state (onafhankelijke kuststaat) is, nogal gewijzigd. Zoals de gesprekken nu lopen zijn weinig verrassingen te verwachten, is Noordzee kabeljauw weer het belangrijkste gespreksonderwerp met daarbij de vraag in hoeverre de TAC’s van aan kabeljauwvisserij verbonden soorten, zoals schelvis, koolvis en wijting gekoppeld gaan worden, wat in de praktijk betekent minder stijging van deze TAC’s. Voor Nederland is met name van belang de TAC voor schol waarbij uitgegaan kan worden van een vaststelling conform het ICES-advies, wat een verlaging met 15% betekent. Wijting is ook belangrijk met een ICES-advies van plus 236% maar de koppeling met kabeljauw zorgt er waarschijnlijk voor dat er een aanmerkelijk lagere verhoging wordt afgesproken. De verwachting is dat de partijen op tijd met een overeenkomst komen. EU – NoorwegenDeze besprekingen concentreren zich met name op de toegang tot elkaars wateren en de ruil van vangstmogelijkheden met als belangrijkste vraag hoeveel Arctische kabeljauw wordt overgeheveld van Noorwegen naar de EU en wat wordt daarvoor terug geleverd. Het probleem dat op tafel ligt is welke lidstaten hebben baat bij de verkregen kabeljauw en welke lidstaten betalen met welke soorten. Hier zit in zijn algemeenheid een onbalans in en het is dus altijd een ingewikkeld proces om tot een afgewogen deal te komen. Alle lidstaten hebben belang bij de totstandkoming van een deal omdat de toegang tot elkaars wateren hieraan gekoppeld is. Ook voor de Nederlandse kottervisserij wordt toegang tot de Noorse zone steeds meer van belang. Vanuit de Europese industrie is gevraagd om gedurende het visjaar tussen de twee partijen ruilmogelijkheden op bedrijfsniveau mogelijk te maken, net zoals gebeurd is tussen de EU en het VK waarbij nu toch ook sprake van een derde land? EU – VKVoor het bereiken van een akkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koningrijk staat in de EU-UK Trade and Cooperation Agreement (TCA) een harde deadline namelijk 10 december. Voor de visserijovereenkomst 2021 werd er in verband met het heel laat tot stand komen van de TCA gedurende dit jaar onderhandeld op basis van voorlopige TAC’s en Quota’s en aanvullende afspraken. Partijen zetten nu volop in om de deadline van 10 december te halen. Hierdoor is het de verwachting dat veel zaken uit de overeenkomst 2021 gekopieerd gaan worden in de overeenkomst voor volgend jaar met alleen aanpassingen van getallen van de Quota’s. Hierbij worden de heikele punten zoals beheer non-quota, zeebaars, lange termijn beheer doorgeschoven naar in de inmiddels geïnstalleerde Specialised Committee waarin EU en VK overleggen over veel technische zaken. Inmiddels hebben de Nederlandse PO’s de lijst met aanvragen voor licenties om in 2022 in VK-wateren te mogen bij RVO ingediend die voor doorgeleiding aan de Europese Commissie zorg zal dragen. Internationale ruilenVoor de PO’s in de EU en het VK is het van belang dat de ruilmogelijkheden zoals dit jaar gecreëerd in 2022 ook mogelijk blijven. Vanuit de Nederlandse sector is de vraag opgebracht om ruilmogelijkheden tussen 2 jaren, de zogenaamde “cross-year-swaps” ook mogelijk te maken. De vele internationale besprekingen op verschillende niveaus worden voortgezet, er is gelukkig sprake van korte lijntjes tussen de ambtelijke dienst van LNV en de visserijvertegenwoordigers die zich bezig houden met deze onderhandelingen. Europese Commissie start procedure tegen NederlandDe aanlandplicht blijft voor grote problemen zorgen. Naast een voor de vissers niet uit te voeren regeling komt de overheid nu ook in het gedrang omdat blijkt dat toezicht niet uitvoerbaar is. En daarmee neemt de Europese Commissie (EC) geen genoegen en start een procedure tegen Nederland. Tijdens de onlangs gehouden maandelijkse vergadering van de werkgroep Uitvoeringsagenda aanlandplicht werd vanuit het ministerie van LNV medegedeeld dat de Commissie Nederland in gebreke stelt voor het niet goed controleren van en handhaven op de aanlandplicht. Een ingebrekestelling is de eerste stap van de Europese Commissie in het proces leidend tot een infractieprocedure voor het Europese Hof van Justitie. Naast Nederland hebben ook Spanje, Frankrijk, België en Ierland een dergelijke aankondiging gekregen. De EC heeft in een audit (zeg maar controlebezoek) naar het toezicht op de aanlandplicht aangegeven dat Nederland erin faalt om het toezicht op de aanlandplicht op een effectieve manier vorm te geven. Zowel de naleving van de aanlandplicht zelf als de registratieplicht van discards worden slecht nageleefd. Het ministerie van LNV en de NVWA hebben zelf ook geconcludeerd dat de huidige controlemiddelen niet effectief zijn voor het toezicht op de aanlandplicht. En in een dergelijke situatie eist de EC dat de lidstaat dan stappen onderneemt die moeten leiden tot verbeteringen waarbij o.a. gekeken wordt naar cameratoezicht. Nederland heeft gesteld dat cameratoezicht niet verplicht gesteld kan worden en dat de effectiviteit van deze maatregelen niet aangetoond is, daarvoor dient eerst een pilot te worden opgezet als onderdeel van een verbeterplan. Vanuit VisNed is opgeroepen dat overheid en sector samen optrekken. Overheid en sector zijn het er immers over eens dat de huidige aanlandplicht alleen enigszins werkbaar is dankzij het grote aantal uitzonderingen en dat het onbegonnen werk is te denken dat via repressie een maatregel waarvoor geen draagvlak bestaat toch af te dwingen zou zijn. We moeten ons gezamenlijk blijven inzetten op een herziening van het Gemeenschappelijke Visserijbeleid (GVB). LNV op overheidsniveau bij andere lidstaten en bij de EC en de sector via de zusterorganisaties in andere lidstaten en de Noordzeeadviesraad. Het is belangrijk dat een evaluatie van de aanlandplicht, vooruitlopend op een herziening ook in andere landen op de politieke agenda komt. Toekomst ontheffingenZoals eerder aangegeven is de huidige aanlandplicht enigszins praktisch in te vullen dankzij het grote aantal vrijstellingen om ondermaatse vis te mogen blijven discarden. Volgende week staat een brainstormsessie gepland waarbij overheid, wetenschap en sector overleggen over de uitzonderingen voor schol, roggen, wijting en in de garnalenvisserij met daaraan gekoppeld de vraag wat er moet gebeuren om deze uitzonderingen in stand te houden. Hierbij wordt ook gesproken over de vraag wat we hierin samen met België kunnen oppakken. Registratie discardsOndanks al het gedoe rond de aanlandplicht blijft het van belang dat we blijven aantonen dat deze regeling de vloot voor onoverkomelijke problemen stelt. Dat kan alleen door de discards ook te registreren, deze verplichting geldt, los van de aanlandplicht, al 10 jaar. Daarom herhaalt VisNed hier de oproep om alle ondermaatse vis, ook die terug gezet wordt op basis van een vrijstelling aanlandplicht, te registeren in het E-logboek. Het blijft van belang voor de Nederlandse overheid maar ook van de visserijsector dat richting de Europese Commissie aangetoond wordt dat de aanlandplicht een doodlopende weg is. Dat begint met het overleggen van goede cijfers om de omvang van het probleem te schetsen. VisNed zet beroep Pulszaken doorHet bestuur van VisNed heeft onlangs besloten om tegen de negatieve uitspraken van de rechtbank Rotterdam in hoger beroep te gaan bij de Raad van State. Vorige week zijn in deze zaken de nadere gronden ingediend. Na behandeling in februari jl. bij de rechtbank Rotterdam en aanhouding tot na het vonnis van het Europese Hof waarbij de lidstaat Nederland nul op het rekest kreeg op het verzoek het pulsverbod ongeldig te verklaren, heeft de rechtbank Rotterdam op 3 september jl. de ingestelde beroepen tegen intrekking van de pulsontheffingen ongegrond verklaard. Na bestudering van de vonnissen voor de groepen 1 en 2 en 3 is in overleg met de juristen van Wybenga Advocaten Rotterdam besloten om hierin niet te berusten. Hoewel de vonnissen uitgebreid gemotiveerd zijn, is hierop nog wel het een en ander af te dingen. Daarnaast kan het dan wel zo zijn dat de lidstaat Nederland gehouden is om EU-regelgeving onverkort uit te voeren maar dat betekent niet dat er dan geen sprake zou kunnen zijn van schade voor de betrokken ondernemers waarvoor de overheid verantwoordelijk gehouden kan worden. In aanvullend hoger beroepschriften wordt uitgebreid ingegaan op de juridische aspecten, maar ook wat de gevolgen zijn voor de ondernemingen van het afwijzen van het beroep tegen intrekking van de pulsontheffingen. Onze advocaten hebben in deze zaken ook contact met de advocaat van de NVB over de pulszaken van de NVB. Daarover loopt ook hoger beroep. Gekeken zal worden of het praktisch de voorkeur verdient dat de verschillende zaken door hetzelfde rechtscollege worden behandeld waarbij de zittingen achter elkaar gepland worden. Na 1 januari as., wanneer de ontvlechting van VisNed een feit is, zal het secretariaat van VisNed de coördinatie van deze procedures blijven invullen. Zuiver op de Graat? Onderzoek naar criminele ronselpraktijkenDe overheid maakt zich zorgen over de toenemende infiltratie van de onderwereld in de bovenwereld. Ook in de visserij. Daarom hebben onderzoekers van “Politie en Wetenschap’ gekeken naar de manier waarop criminelen misbruik proberen te maken van vissers. Een omvangrijk rapport over dit onderzoek is deze week verschenen. Er zijn de afgelopen jaren enkele spraakmakende rechtszaken geweest waarbij vissers die drugs hadden binnen gesmokkeld zich voor hun daden moesten verantwoorden. Het onderzoek laat zien dat het gaat om ‘enkele rotte appels’. Dat stelt enerzijds gerust, maar roept tegelijk op tot waakzaamheid. Dat criminele gedrag begon immers ooit toen die vissers zijn ingegaan op vragen van ronselaars. De contacten die gelegd zijn met het team ‘Volans’ wat vanuit diverse departementen en gemeenten aan dit onderwerp werkt, heeft geleid tot bijeenkomsten met vissers en een aparte modulen in VistIkHetMaar. Stuk voor stuk activiteiten om de weerbaarheid in de sector te vergroten. Het onderzoek is heeft een omvangrijk rapport opgeleverd en heet ‘Zuiver op de Graat’ en is beschikbaar via: www.politieenwetenschap.nl In Visserijnieuws van deze week wordt nader ingegaan op de bevindingen en aanbevelingen van het rapport. Nationale kennisdag gaat niet doorDe organisatie van de Nationale kennisdag visserij heeft aangegeven dat de voor morgen geplande bijeenkomst in Rotterdam helaas geannuleerd moet worden. In het bericht geven de organisatoren, platform Onderzoekssamenwerking en kennisplatform Vistikhetmaar geven aan dat in verband met de aangescherpte Coronamaatregelen de locatie in Rotterdam niet langer mee wil werken aan het organiseren van deze dag, morgen zaterdag 27 november. Daarnaast zijn er ook twijfels bij een deel van de genodigde en sprekers om met zoveel mensen bij elkaar te komen. Het nemen van dit besluit viel zwaar bij de organisatie. De organisatoren hebben veel tijd en energie gestoken in het programma en alle gastsprekers hadden enorm veel zin om hun kennis te delen. Gezien het grote aantal aanmeldingen is er duidelijk een behoefte om weer bij elkaar te komen en een blik te werpen op de toekomst van de Nederlandse visserijsector. De organisatie blijft dan ook gemotiveerd en zegt: “Het is een kwestie van uitstel en zeker geen afstel. Wij delen zo snel mogelijk een nieuwe datum voor deze dag met u. Hopelijk bent u tegen die tijd nog net zo enthousiast en kunnen wij u dit interessante programma alsnog aanbieden.” De dag staat immers in het teken van het delen van kennis over innovaties en kansen die binnen meerdere projecten zijn onderzocht. Maar het is ook een dag van ontmoeting en verbinding. Troep uit containers MSC Zoe blijft voor vervelende verrassingen zorgenGarnalenvissers die boven de Waddeneilanden vissen vangen bizar veel vuil. Ook spoelt er heel veel troep aan op de stranden. Spullen die afkomstig lijken uit de containers die bijna twee jaar geleden werden verloren door het schip MSC Zoe. De garnalenvissers hebben veel schade aan hun netten en er is visverlet. Maar de schade is afgewikkeld door de Nederlandse overheid en het dossier is gesloten. Waar kunnen vissers aankloppen? VisNed attendeerde Tweede Kamerleden op deze situatie. Vlak na nieuwjaar 2020 nam het reusachtige containerschip “MSC Zoe” de verkeerde afslag. Het was erg slecht weer, zware zeegang en het schip voer dwarszee. Toch koos men voor de route vlak boven de Wadden en niet voor de veiliger route verder noordelijk. Met desastreuze gevolgen. Wat volgde was een milieuramp van grote omvang, er kwamen honderden containers gevuld met meer dan een miljoen kilo aan goederen in zee. Van kapstokjes tot brandstoftanks voor auto’s. Een deel van de containers brak open, een deel werd teruggevonden en een deel werd niet terug gevonden. Dat werden milieu tijdbommen die nu in eht najaar van 2021 af gaan. Uit de containers die nu open gaan komt wederom veel troep. Bijvoorbeeld heel veel autobanden. Maar ook brokken van containers komen in de netten en veroorzaken veel schade. En het repareren van die schade leidt tot visverlet. Op de oproep van VisNed reageerden Tweede Kamerleden van CDA en VVD. In het commissie overleg van 24 november vroegen zij aan Minister Barbara Visser om aandacht voor deze situatie. De Minister van I en W heeft de schade immers afgewikkeld met de eigenaren van de MSC Zoe. Minister Visser zegde de Kamerleden toe dat ze met de visserijorganisaties in overleg gaat over deze zaak, op zoek naar een oplossing.
In VK-wateren meldingsplicht zeezoogdierenIn het Verenigd Koninkrijk (VK) is een nieuwe eis opgenomen in de licentievoorwaarden. Indien een vaartuig vissend in Britse wateren in het vistuig een zeezoogdier aantreft dient hiervan melding gedaan worden aan de Britse autoriteiten. In de kottervisserij met gesleepte vistuigen komt het heel sporadisch voor dat een zeezoogdier zoals bruinvis, zeehond, dolfijn of walvis wordt bijgevangen. En als dat al gebeurt is er vaak sprake van een dier in bepaalde staat van ontbinding waarbij het aannemelijk is dat het eerder gestorven is. De Britse overheid stelt nu de meldingsplicht in waarbij aangegeven moet worden als zo’n dier bijgevangen is. De verplichting geldt voor alle vaartuigen ongeacht nationaliteit, dus zowel Britse en EU-vaartuigen. De Britse overheid hoopt daarmee te bewerkstelligen dat er meer data over (ongewenste) vangst van zeezoogdieren beschikbaar komen. De verplichting gaat in op 1 december as. Elke bijvangst van een zeezoogdier moet binnen 48 uur na afloop van de visreis gemeld worden. De MMO heeft hiervoor een Excel-bestandje ontwikkeld wat HIER te downloaden is. In dit bestandje staat een richtlijn hoe het formulier ingevuld dient te worden en zit ook een lijst van zeezoogdieren waarvan melding gevraagd wordt. Indien het gevangen dier in staat van ontbinding is kan dat bij punt 11 aangegeven worden. Het ingevulde formulier kan gemaild worden naar: statistics@marinemanagement.org.uk of in een enveloppe naar: MMO Statistics, Lancaster House, Hampshire Court, Newcastle upon Tyne, NE4 7YH. Steenbestortingen in Hollandse Kust Zuid kavels III en IVIn navolging op eerdere berichten kwam de bouwer van het windpark Hollandse Kust Zuid, energiemaatschappij Vattenfall, met informatie over de vervolgwerkzaamheden. In totaal gaat het bij dit park om 140 windturbines die verdeeld worden over vier kavels. Eerder dit jaar informeerden wij de leden over de start van de bouwwerk-zaamheden voor windpark Hollandse Kust Zuid (HKZ). Daarbij meldden we ook dat in november gestart zou worden met de aanleg van steenbestortingen in kavels III en IV van het windpark. Afgelopen week is met deze activiteit gestart. Hoewel dit deel van het toekomstige windpark nog toegankelijk is voor het scheepvaartverkeer, en dus ook voor de visserij, wordt door Vattenvall afgeraden om nog langer in het gebied te vissen. De komende maanden zal het aantal steenbestortingen in het gebied snel toenemen, waardoor het blijven vissen in het gebied tot gevaarlijke situaties kan leiden. Zodra in het voorjaar gestart wordt met het aanleggen van funderingen in HKZ III en IV zal door Rijkswaterstaat een toegangsverbod voor het gebied worden ingesteld, zoals nu al het geval is voor HKZ I en II. Het kaartje van het windpark Hollandse Kust Zuid is HIER te vinden. Wanneer alle bouwactiviteiten in 2023 zijn afgerond en het park volledig in gebruik is, zal doorvaart en medegebruik mogelijk zijn onder de voorwaarden die hiervoor door de overheid worden geformuleerd. Gedurende de bouwperiode zal Vattenfall coördinaten van nieuwe installaties doorgeven aan DE Maritime, zodat deze voor de visserij steeds in de plotters beschikbaar zijn. Meer informatie over het windpark is te vinden via www.vattenfall-hollandsekust.nl Update overzicht benutting visquota 2021Hieronder het meest recente benuttingsoverzicht van de uitputting in 2021 van de belangrijkste Nederlandse quota voor de kottervloot. Het betreft het overzicht van 25 november 2021. Dit is bijgewerkt tot en met week 45. Het overzicht van vorig jaar is van 26 november 2020, dat is eveneens de aanvoer tot en met week 45.
Totaaloverzicht PO-maatregelenIn 2021 hebben de Nederlandse PO’s in CVO-verband maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te maken en om vroegtijdige sluiting van deze quota te voorkomen. Recent zijn daar maatregelen op de aanvoer van heek, zeeduivel en schar bij gekomen. Voor zeebaars gelden overheidsmaatregelen. PAP-regeling schol: Op maandag 8 november 2021 is de nieuwe vierweekse periode begonnen. Deze loopt van week 45 t/m 48 (8 november tot 6 december 2021) en de regeling luidt als volgt:
PAP-regeling Noorse kreeft: Op maandag 8 november 2021 is de nieuwe vierweekse periode begonnen. Deze loopt van week 45 t/m 48 (8 november 2021 tot 6 december2021) en de regeling luidt als volgt:
Tarbot, griet: Minimum aanvoermaat: 27 cm.
Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 – 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Schar: Minimum aanvoermaat: 23 cm. Bij aanvoer van schar kleiner dan 23 cm wordt een heffing van € 0,70 per kg toegepast. Roggen: Minimum aanvoermaat: 55 cm.
Zeebaars; Minimum aanvoermaat alle vlootsegmenten: 42 cm.
Zeeduivel (ANF/2AC4-C):
Heek (HKE/2AC4-C):
|
Postbus 59
8320 AB URK
Bezoekadres:
Vlaak 12 URK
Telefoon: 0527-684141
Fax: 0527-684166
Fotografie: oa. Albert de Boer, Willem Ment den Heijer en Jacob van Urk