Wij zijn VisNed
De vereniging van kottervissers
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
![]() VisNed behartigt de belangen van de Nederlandse kottervisserij |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Biodiversiteit in de schijnwerpersAfgelopen week liepen de gemoederen in de visserij hoog op vanwege een stemming over een initiatief rapport in het Europees Parlement. Het Parlement riep de Europese Commissie op om met voorstellen te komen die bodemvisserij aan banden moet gaan leggen. Daarmee legt het Europees Parlement een (tijd) bom onder 80% van de Europese visserijen. De oproep is zorgelijk en met oog op het voedselvraagstuk onrealistisch, maar geeft wel aan welke denkrichting de internationale politiek beheerst. De aandacht voor biodiversiteit komt voort uit verdragen van de Verenigde Naties. In deze nieuwsbrief schrijven we daar regelmatig over. In de EU vertaalt dit zich dit in een Biodiversiteits Actieplan, waarin de effecten van bodemberoering en bijvangst een nadrukkelijk aandachtpunt zijn. Zeker als het gaat om natuurgebieden en de diepste zeeën. Er moet echter een geïnformeerde discussie over gevoerd worden. Voorstellen van de Europese Commissie en lidstaten moeten gebaseerd zijn op correcte informatie en wetenschappelijke inzichten en daar lijkt het Europees Parlement nu aan voorbij te gaan. Het is niet de eerste keer dat het Europees Parlement aan feiten voorbij gaat, dus als sector moeten we, helaas, rekening houden met alle scenario's voor het vervolg. Ondertussen overleggen we in de Noordzee Adviesraad (NSAC) over het Actieplan Biodiversiteit, een werkgroep die Pim Visser voorzit. In die groep wordt een afgewogen discussie gevoerd, op feiten gebaseerd, zoals het hoort. Echter, politiek is anders, anno 2021 haal je met ‘groen’ meer stemmen. Groen populisme. De Biodiversiteitsstrategie, Natura 2000 en de Kaderrichtlijn Marien zijn allemaal regels en plannen om de natuur te herstellen, waarbij regelmatig twijfel is over de zin en onzin van meepraten in dit soort processen. Wat kost het en wat levert het op? De uitslag van de stemmingen in het EP geven echter aan dat meepraten eigenlijk de enige optie is om nog iets van het visserijbelang terug te zien in de voorschriften en bepalingen. Tenslotte iets over de procedure: dit initiatiefverslag van het EP is een stuk waarin de Commissie verzocht wordt om met een formeel wetsvoorstel te komen. Daar is de Commissie al mee bezig, dit rapport zet dat voorbereidende werk van de Commissie op scherp. Betrokkenheid vanuit de Nederlandse visserij en onze collega’s in andere landen bij de Adviesraden is belangrijk en zeker geen onzin. Ook de lobby vanuit EAPO en Europêche blijft erg nodig de komende periode. Eerste visserijovereenkomst tussen EU en VK een feitNa een moeizame onderhandeling van ruim vijf maanden zijn de Europese Unie en het Verenigd Koningrijk er toch in geslaagd een visserijovereenkomst te sluiten over de vangstmogelijkheden 2021. Na bijna 40 jaar Gemeenschappelijk Visserijbeleid een historisch feit. Deze overeenkomst sluit het allereerste jaarlijkse overleg af over vangstmogelijkheden als resultaat van de overall Brexitdeal (TCA) tussen de EU en het VK. De onderhandelingen over de visserijafspraken konden pas in januari dit jaar beginnen omdat de overall TCA pas net voor kerst gesloten werd. Het akkoord over het beheer van belangrijke gedeelde bestanden stelt de visrechten voor dit jaar van de EU- als de Britse vloten in zowel de EU- als de Britse wateren vast. Hierbij gaat het om de TAC’s van maar liefst 75 gedeelde visbestanden in de Noordzee en in de Westelijke wateren. De ondertekening van de overeenkomst zorgt er voor dat de voorlopig vastgestelde TAC’s, die tot 31 juli lopen, omgezet worden in definitieve quota voor de rest van het jaar. RVO zal er voor zorgen dat alle contingenthouders ruim op tijd nieuwe documenten krijgen toegestuurd met daarop aangegeven de definitieve hoeveelheden. RuilenBelangrijk onderdeel van het overleg tussen EU en VK waren de ruilmogelijkheden tussen de EU lidstaten en het VK. Uiteindelijk zal een speciale commissie van EU en VK hierover adviseren maar voor dit jaar gaat een tijdelijke regeling gelden die de mogelijkheid biedt om quota tussen lidstaten en het VK uit te wisselen. Uit de terugkoppeling van de Europese Commissie hebben we begrepen dat vanuit de EU zo dicht mogelijk bij het bekende systeem aangesloten wordt; op PO-niveau maken een PO uit het VK en een PO uit één van de EU-lidstaten een deal en deze wordt door de overheden dan geaccordeerd en uitgevoerd. Wij verwachten dat het een kwestie van weken is dat deze regeling toegepast kan worden. ZeebaarsDe partijen zijn het eens geworden over een andere bijvangstregeling voor zeebaars. Tot nu toe was dit 520 kg per 2 maanden, dit wordt gewijzigd in 380 kg per maand waarbij het percentage zeebaars per reis niet boven de 5 % mag uitkomen. Het is nog niet bekend per welke maand de nieuwe regeling ingaat, waarschijnlijk 1 juli of 1 augustus. Non-quota soortenIn de visserijparagraaf van de Brexitdeal (TCA) is ook opgenomen dat er beheer op ongequoteerde soorten moet komen. Voor limitering in hoeveelheden wordt gekeken naar de periode 2012-2016. Beide partijen hebben nu totale hoeveelheden vastgelegd voor de beide vloten in elkaars wateren. EU-vissers mogen in VK wateren 42.028 ton vangen en VK-schepen in EU wateren: 12.365 ton. Voor dit jaar is afgesproken dat alleen de aanvoer van vissers gemonitord wordt en geen verdere invulling van maatregelen of toezicht. Het is ook nog niet duidelijk welke soorten hieronder vallen. VisNed heeft inmiddels aandacht gevraagd naar de status van schar. Valt deze wel of niet onder deze regeling nu dat inmiddels een ongequoteerde soort is? In de referentieperiode 2012 – 2016 was schar nog een TAC-soort. Specialised Committee on Fisheries (SCF)In de TCA is vastgelegd dat de EU en het VK een speciale visserijcommissie gaan vormen waarin gedetailleerd gesproken wordt over een reeks van onderwerpen. Hierbij wordt o.a. genoemd: technische maatregelen, internationale ruilen, haaien en roggen, non-TAC-soorten, zeebaars, verboden soorten, flexibiliteit tussen gebieden, discards en TAC-kortingen i.v.m. aanlandplicht etc. Deze commissie moet op korte termijn gevormd worden waarbij VisNed wil bezien welke rol qua consultatie de Europese aanvoersector hierin kan krijgen. Afspraken volgend jaarPartijen zijn overeengekomen dat zodra de ICES-adviezen voor 2022 bekend zijn, de onderhandelingen over een overeenkomst voor volgend jaar zullen beginnen. Er wordt naar gestreefd om deze uiterlijk 10 december as. af te ronden. Aanpassen tonggrens gevoelig onderwerpAl meerdere jaren is in de Noordzee een verschuiving van vissoorten naar noordelijke wateren waarneembaar. Dit geldt ook voor de tong. Vandaar dat VisNed de vraag aan de orde heeft gesteld of de tonggrens verschoven kan worden. Dit moet dan in Europees verband geregeld worden, het ministerie van LNV heeft hierop vooralsnog terughoudend gereageerd. De laatste jaren zien we duidelijke veranderingen in de Noordzee. Bestanden verplaatsen zich vrij structureel meer noordelijker, zoals kabeljauw en schol. Ook dienen zich steeds meer nieuwe soorten aan. Er komen al geruime tijd vanaf zee signalen dat de verspreiding van tong in de Noordzee wijzigt, o.a. in grotere aantallen steeds noordelijker tot in het Skagerrak aan toe. Eind 2018 heeft VisNed WMR gevraagd of hierover data bekend zijn, wat geresulteerd heeft in een rapport, waarin met behulp van data uit de jaarlijkse BTS-survey bevestigd wordt dat tong steeds noordelijker trekt. Eind vorig jaar is het rapport ge-update en in CVO-verband ingediend bij het ministerie van LNV met het verzoek om overleg hoe verdere stappen richting Scheveningengroep genomen kunnen worden. Vorige week was hierover overleg met LNV en WMR. Hoewel de inhoud van het rapport daartoe argumenten geeft wordt procentueel nog steeds een klein deel van het tongbestand ten noorden van de tonggrens gevangen. De argumenten om dit punt aan de orde te stellen worden als niet overtuigend genoeg aangemerkt. Om het gebied met vissen met een kleinere maaswijdte te vergroten, ligt bij de Europese Commissie en diverse lidstaten (met name Denemarken en Duitsland) heel gevoelig. De kans op meer discards wordt als heel groot gezien en betreffende de implementatie en toepassing van de aanlandplicht wordt dat als problematisch aangeduid. Andere punten waarover van gedachten gewisseld werd is de openstelling van de scholbox waartoe Nederland zich inzet als afspraak uit het Noordzeeakkoord en de toename van de Deense staandwantvisserij op tong in noordelijke gebieden. Vanuit de sector hebben we erop gewezen dat, gezien alle ruimtelijke claims (wind op zee, natuurcompensatie), de komende 10 jaar veel tongbestekken verloren gaan en dat verruiming van deze bestekken in andere, noordelijker gelegen gebieden, meer dan noodzakelijk is. Wij willen dit gesprek dan ook zeker voortzetten.
Boomkorlengte toch niet ter discussieIn onze nieuwsbrief van 14 april hebben we geschreven over onduidelijkheid over de regelgeving van de boomkorlengte. Vorige week is gebleken dat de betrokken lidstaten deze fout in de nieuwe verordening Technische maatregelen gaan herstellen. De procedure daarvoor is opgestart. Bij de vervanging van de oude Europese verordening Technische Maatregelen uit 1998 door de nieuwe verordening in 2019 is een aantal zaken niet goed overgezet of onduidelijk geformuleerd. Eén van deze bepalingen gaat over de maximale lengte van de boomkor, hierover is nu discussie. Bij de overgang is, naast een vereenvoudiging van de regels (o.a. geen doelsoortpercentages meer), afgesproken dat er geen wijzigingen in maaswijdtebepalingen en andere voorschriften doorgevoerd zouden worden. Bij het overzetten naar de nieuwe verordening Technische maatregelen is verzuimd de maximaal 24 meter (2 x 12 meter) boomkorlengte mee te nemen. Onduidelijk was of dit bewust is gebeurd of dat sprake was van een fout. Het eerste zou verrassend zijn hierover geen enkele discussie gevoerd werd en er ook geen enkele aanleiding was om te veronderstellen dat deze bepaling geschrapt zou worden. Inmiddels hebben de betrokken lidstaten intern overleg gevoerd en gesproken met de Europese commissie en vervolgens besloten om een Joint Recommendation (gezamenlijke aanbeveling) te doen aan de Commissie om de maximale boomkorlengte van 24 meter te herintroduceren. De lidstaten gaan er vanuit dat deze procedure snel afgerond kan worden. Zoals eerder aangegeven verandert voor Nederlandse vissers de situatie niet, omdat de maximale boomkorlengte ook vastgelegd is in de nationale regeling Reglement zee- en kustvisserij. Gelijk speelveldNa Brexit weten we dat de Engelse overheid afwijkende regels kan hanteren. Hiervan kennen we inmiddels diverse voorbeelden waaronder de maximaal 2 x 12 meter boomkorlengte. VisNed heeft bij het ministerie van LNV opnieuw aangedrongen op het creëren van een gelijk speelveld op de gedeelde visgronden. Dit betekent dat elke boomkorkotter die vist in wateren van de Europese Unie dezelfde maximale boomkorlengte moet hanteren. Wij hebben gesteld dat we hierover zo spoedig mogelijk van de Europese Commissie een schriftelijke bevestiging tegemoet willen zien. Verzoek om nieuwe stilligregeling definitief afgewezenHet ministerie van LNV heeft het verzoek van VisNed voor een tweede stilligregeling financieel mogelijk te maken afgewezen. Het Ministerie van LNV geeft aan dat visserijbedrijven een beroep kunnen doen op bestaande regelingen. Aan het begin van de COVID-19 pandemie heeft het ministerie van LNV voor de kottervloot een stilligregeling gefaciliteerd. Toen eind vorig jaar een nieuwe golf zorgde voor nieuwe lockdowns heeft VisNed opnieuw aandacht gevraagd voor de negatieve gevolgen voor de vloot. De lockdowns resulteren in aanzienlijke prijsverlagingen op de visafslag wegens wegvallende vraag. Het ministerie reageerde terughoudend, daarom heeft VisNed begin mei een brief gestuurd aan de Minister. De noodzaak voor een nieuwe regeling met een verwijzing naar de zeer effectieve stilligregeling uit 2020 werd benadrukt in combinatie met de problematische situatie voor de visserij met betrekking tot de generieke maatregelen. Vanwege de structuur van de sector zijn de meest generieke maatregelen niet aan te vragen door visserijbedrijven. LNV gaat niet mee in deze redenering en schrijft: “Het Kabinetsbeleid bestaat uit een steun- en herstelpakket met generieke steunmaatregelen, zoals de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Dit pakket is gericht op een brede doelgroep, die hard en direct wordt getroffen door de Coronamaatregelen. Ook de visserijsector kan hier indien wordt voldaan aan de voorwaarden gebruik van maken.” Belangrijkste voorwaarde is indien in een kwartaal in 2021 ten opzichte van dezelfde periode in 2019 een omzetverlies is geleden van tenminste 30%. Bij navraag blijkt dat op verschillende havens meerdere visserijondernemers aan dit criterium voldoen. Het is van belang dat de kottereigenaar contact opneemt met de eigen accountant om te bezien of het bedrijf ook in aanmerking komt. Dit zou misschien aan de orde zijn als een extra stilligweek wordt opgenomen. VisNed dringt aan op voortzetten KanaaloverlegNadat tussen vertegenwoordigers van de vier betrokken vloten op 15 april j.l. een overeenkomst was gesloten, bleek enkele weken later dat Frankrijk hierop terug kwam. Vanuit Nederland is vorige week richting Frankrijk nogmaals aangegeven dat wij klaar zijn de overeenkomst te ondertekenen en we dringen aan op overleg voordat het nieuwe seizoen begint. De afgelopen periode is het onrustig in Frankrijk. In de publiciteit uiten visserij voormannen, samen met extremistische NGO’s, hun afkeer van de Nederlandse vissers. Daarmee worden halve waarheden en hele onwaarheden gecommuniceerd, alsof de Nederlandse vissers slechts tot doel hebben alle visbestanden zo snel mogelijk uit te roeien. Niets is minder waar. De Nederlandse vissers zijn net zozeer familiebedrijven waar generaties elkaar opvolgen en duurzaamheid zit als het ware in hun DNA. Eind juni zijn er regionale verkiezingen in Frankrijk en we hopen dat die goed verlopen en dat na het zomerreces het overleg aan tafel weer kan beginnen. In een bericht aan de Fransen hebben wij onze teleurstelling uitgesproken over het terugkomen op de afspraken waar we zo’n 20 maanden over gesproken hebben. Hierbij hebben we ook gesteld de aarzeling in Frankrijk niet begrijpen, immers de teksten zijn uitgebreid gewisseld en tot in detail besproken wat geleid voorafgaand tot een akkoord. De insteek van VisNed blijft dat we in een positieve sfeer tot goede afspraken komen en daarbij is aangegeven dat we nog steeds klaar staan om de overeenkomst te ondertekenen. We kunnen dan hopelijk naar Boulogne reizen om elkaar daar aan tafel te ontmoeten en dat is na een serie Zoom meetings wel een verademing. Een overleg ter plekke zal ook helpen om een goede overeenkomst te bereiken die er voor zorgt dat alle vissers tot in lengte van jaren goed samen kunnen opereren in het Kanaal. Technische Maatregelen blijven vragen oproepenSinds de introductie van de nieuwe EG-verordening Technische Maatregelen in augustus 2019, wordt de vloot af en toe geconfronteerd met een (nieuwe) bepaling die voor de nodige verwarring zorgt. Eerder schreven we over de 24 meter boomkor bepaling, vorige week bleek de toepassing van een paneel vierkante mazen in een boomkortuig vraagtekens op te roepen. Eerder is aangegeven dat de nieuwe verordening Technische Maatregelen alle bestaande bepalingen moet bevatten. Rond 2000 is er in Europa lang gediscussieerd over aanvullende maatregelen ter bescherming van kabeljauw. In 2001 leidde dit tot vaststelling van aanvullende technische maatregelen voor het herstel van de kabeljauwbestanden in de Noordzee. Middels deze verordening werd de algemene maaswijdte op de Noordzee verhoogd van 100 naar 120 mm en werd in sommige vistuigen het gebruik van panelen met vierkante mazen verplicht. De boomkor werd hiervan vrijgesteld, als ook van de bepaling van het maximale aantal mazen rond in de kuil. Hiertegenover kwam de verplichting van gebruik van de grote mazenkap achter de bovenpees. Twintig jaar werd deze regeling zo in de Europese boomkorvisserij toegepast. In de nieuwe verordening Technische maatregelen in 2019 is een andere indeling van de maaswijdtetabellen opgenomen en staat bij het gebruik van maaswijdte van 100 – 119 mm met verplichting gebruik paneel vierkante mazen van 90 mm ook het boomkortuig. Vorige week werd bij een controle door de NVWA proces-verbaal aangezegd bij een boomkorkotter die met kuilen van 110 mm viste.Zijn achtereinden hadden een maaswijdte van 150 mm en volgens de NVWA hoort daarin een paneel vierkante mazen van 90 mm, uiteraard contraproductief als het gaat om het lozen van ondermaatse vis. Wij hebben hier gelijk contact over opgenomen met LNV. Hier moet sprake zijn van een foutieve overzetting in de nieuwe tekst, want in de afgelopen 20 jaar heeft nooit iemand in welke lidstaat of controledienst dan ook aangegeven dat boomkor 100-119 mm een paneel vierkante mazen moet gebruiken. VisNed heeft verzocht om bovenstaande te herstellen met daarbij het verzoek om, in afwachting van correctie van deze omissie, niet te handhaven op deze bepaling. Nederlandse bepalingenIn Nederland gelden ten behoeve van extra bescherming van kabeljauw al jaren voor de TR1 en TR2 vloot strengere bepalingen voor het gebruik van deze vistuigen; grotere maaswijdte kuilen of grotere maaswijdte gebruik panelen vierkante mazen. Inmiddels gelden er na Brexit in VK-wateren andere bepalingen en is het Nederlandse belang in de kabeljauwvisserij geminimaliseerd. Daarom hebben we aan LNV verzocht de zwaardere nationale bepalingen te schrappen. Dit om met name platvisvissers opererend in TR1 niet te blijven confronteren met regels die feitelijk bestemd zijn voor de visserij op kabeljauw. En daarnaast een vereenvoudiging voor de situatie in EU-wateren. Temeer omdat vissers naast andere regels in de Noorse zone nu ook geconfronteerd worden met andere regels in VK-wateren. EU webinar over beschermde gebiedenIeder jaar organiseert de Europese Commissie een Wetenschapsseminar. Het onderwerp was “beschermde gebieden”. VisNed was gevraagd om deel te nemen aan een expertpanel voor inbreng uit de praktijk. In een gezelschap wat alleen maar de loftrompet stak over het sluiten van gebieden en de louter voordelen die dat meebrengt lieten wij een nuancerend geluid horen. In die paneldiscussie wezen we op de specifieke Noordzee situatie en plaatsten we vraagtekens bij het 1-op-1 van toepassing verklaren van de wel heel positieve ervaringen vanuit de Middellandse Zee. Daar is de situatie rond toerisme als alternatief voor, of aanvulling op, visserij immers op geen enkele wijze te vergelijken met de situatie op de Noordzee. Bovendien is daar het visserijbeheer veel minder goed op orde. Onze Noordzee is overmatig druk geworden en valt ook nog eens onder het beheer van zes EU lidstaten en twee niet EU-landen. De ruimtelijke planning van het gebruik van de Noordzee is complex. Bovendien beheren we in de Noordzee de visbestanden via TAC’s en Quota. Beschermde gebieden kunnen worden ingericht ten behoeven van visstandbeheer of om de bodem te beschermen of een combinatie. Dat laatste is het geval in de Middellandse Zee. Daar is ook een direct positief effect van het sluiten van gebieden te vinden. Van overbevissing naar niet bevissen maakt een groot verschil. En als het dan ook nog eens veelal mooi weer is en toeristen de natuur willen beleven door een glazen bodem in een boot of zwemmend met een snorkel dan werpen gesloten gebieden snel vruchten af. Maar dat is onvergelijkbaar met de koude Noordzee. De steeds vertelde mythes over de grote voordelen van het sluiten van grote zeegebieden werden ook naar voren gebracht. De natuur is ingewikkeld en laat zich niet vangen in veronderstellingen. Maar ook hier worden theoretische modelstudies eerder geloofd dan de verklaringen van vissers, de ervaringsdeskundigen. Het seminar werd afgesloten door de hoogste ambtenaar van DG Mare, DG Vitcheva. Zij wees enerzijds nogmaals op de voordelen van de beschermde gebieden, maar pleitte anderzijds nadrukkelijk voor het betrekken van vissers en de inbreng van hun kennis. Dat zij daarbij verwees naar haar recente bezoek aan Texel en het gesprek met de twee jonge schippers vonden wij positief. Bemanningszaken en Veiligheid besproken in SectorraadIn de Sectorraad Visserij overleggen de Kotter- en Trawlersector over bemanningszaken, onderwijs en veiligheid. Namens VisNed is Cornelis Melissant (GO 1) toegetreden tot het bestuur. In de afgelopen vergadering kwam een scala aan onderwerpen voorbij, waaronder het project “Volans’ wat over maritieme smokkel gaat. De overheid maakt zich zorgen over smokkel van verdovende middelen op zee. Vanaf koopvaardijschepen worden pakketten drugs in zee gedumpt die vervolgens worden opgepikt en aan land worden gebracht. De visserij is een kwetsbare beroepsgroep die een makkelijk doelwit is voor criminelen die op dit vlak actief zijn, dit baart de overheid zorgen. Daarom willen diverse overheidsdiensten en gemeenten hierover met de visserij gesprek. Dit keer praatte het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie de Sectorraad bij. Op de agenda stond ook de wens van PO Mossel om deel te gaan nemen aan het werk van de Sectorraad. Vanuit de Sectorraad wordt de laatste hand gelegd aan een model stage-overeenkomst en wordt een bijeenkomst van de onderwijscommissie met het scholenveld georganiseerd. Op basis van de adviezen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid wordt in die bijeenkomst het rapport ‘Kapseizen en zinken viskotters’ besproken. Een aanbeveling is immers dat er in de opleidingen meer nadrukkelijke aandacht voor het onderwerp ‘stabiliteit’ moet zijn. Op verzoek van het Ministerie van I en W zal een aantal experts uit de sector dat Ministerie ondersteunen bij het uitwerken van de aanbevelingen vanuit het rapport. De werkgroep niet-EU vissers van de Sectorraad zal zich binnenkort weer buigen over diverse juridische aspecten rondom het inzetten van niet-EU vissers. De Vereniging Zee-Risico 1967 heeft een brief naar het Ministerie van SZW geschreven om duidelijkheid te krijgen voer ‘de Duitsland route’ die wordt aangeboden. Vanuit Koopvaardij, Bagger en Trawlers is met diverse ministeries een afspraak gemaakt over het vaccineren van buitenlandse zeelieden. Daar hoort de relatief kleine groep van niet-EU opvarenden op de kottervloot helaas niet bij. De juridische situatie rondom deze vissers als ze in Nederland aan land komen is daar de oorzaak van. Er wordt vanuit VisNed geprobeerd om hen ook te laten vaccineren, maar dat is makkelijker bedacht dan gerealiseerd. Aanlandplicht moet herzien wordenHet komend weekeinde overlegt Minister Schouten met haar collega’s informeel over de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. VisNed is van mening dat het visserijbeleid verbetering behoeft. De radicale vorige herziening in 2012 is niet uitvoerbaar, niet naleefbaar en niet handhaafbaar gebleken. Die verandering heeft niet goed uitgepakt en daarom moeten de fouten van toen nu hersteld worden. Er is eind 2012 een onwerkbare aanlandplicht afgekondigd, die slechts met kunst- en vliegwerk door uitzonderingen in de benen wordt gehouden. Dat geeft veel werk en voortdurende onzekerheid. VisNed vindt daarom dat het anders moet en heeft daar steeds constructieve ideeën voor aangedragen, de reacties daarop zijn echter steevast een roep om gedetailleerdere regels en meer controle. De Europese Commissie lijkt onwillig om het falen de aanlandplicht toe te geven. Er is sprake van politiek ingraven en Nederland zou daarin niet mee mogen gaan. VisNed heeft Minister Schouten opgeroepen om een rechte rug te tonen en hardop te zeggen dat de aanlandplicht contraproductief werkt. Het is bij de aanlandplicht als bij het sprookje van “De Kleren van de Keizer’. Iedereen ziet het falen van het beleid, maar niemand durft er over te beginnen. Uiteraard moet er degelijke regelgeving komen die selectiever vissen bevordert en de impact op het ecosysteem verminderd, maar deze moet ook toestaan dat vissers een eerlijke boterham kunnen verdienen. Werkbare regelgeving gekoppeld aan nalevingsgezindheid bij vissers gaan onlosmakelijk hand in hand. Op 23 juni organiseert de 2e Kamer een Ronde Tafel gesprek met als titel ‘Naar een duurzame Visserij’. VisNed is uitgenodigd om te spreken in het blok over de interactie tussen Visserij en Natuur. De VisNed inbreng zal wijzen op de noodzaak tot duurzame voedselvoorziening van dichtbij, door een zorgvuldig en duurzaam gebruik van de Noordzee, waar vissers een eerlijk inkomen verdienen. Zeewiermonitoring door garnalenvissersHet veelvuldig voorkomen van wieren in de zomerperiode leidt tot problemen voor garnalenvissers bij het gebruik van de zeeflap. VisNed heeft samen met een aantal garnalenvissers een protocol ontwikkeld voor een monitoringsonderzoek in de garnalenvisserij dat moet leiden tot bredere toepassing van de huidige ontheffing. De afgelopen jaren nemen garnalenvissers steeds meer zeewier en ‘haar’ in hun netten waar. Dit leidt geregeld tot problemen bij het gebruik van de verplichte zeeflap. Voor de Waddenzee is er daarom een tijdelijke ontheffing van kracht, maar de problematiek doet zich steeds vaker voor buiten deze ontheffingsperiode. Naast dat deze tijdelijke ontheffing alleen in de Waddenzee van toepassing is speelt de problematiek ook steeds meer in andere gebieden zoals de Voordelta, Vlakte van de Raan en delen van de Noordzeekustzone. De roep om de ontheffing te verbreden en de periode te verlengen klinkt dan ook steeds luider onder garnalenvissers. Om deze ontheffing breder toepasbaar te laten zijn bij een volgende vergunningsaanvraag is het daarom van belang dat gedegen onderzoek moet plaatsvinden. Dit om zowel de omvang van het probleem beter in kaart te brengen alsook de voorgestelde oplossing beter te kunnen onderbouwen. Om geen tijd te verliezen is door VisNed daarom in samenwerking met een aantal garnalenvissers die in verschillende gebieden vissen een monitoringsprotocol opgesteld. De betrokken vissers gaan de komende weken aan de slag met dit protocol. Hierbij wordt gekeken naar de praktische uitvoerbaarheid en wordt, met de gegevens die ze verzamelen, alvast een eerste inventarisatie gemaakt van de omvang van het probleem. Wanneer het protocol in de praktijk goed uitvoerbaar blijkt en de inventarisatie van de verzamelde gegevens een positief beeld geeft kan het wierenonderzoek mogelijk breder toegepast worden. Werkbezoeken komen weer op stoomHet organiseren van werkbezoeken is een leuk en interessant onderdeel van het (informele) belangenbehartigingswerk. De visserij is veelal onzichtbaar en onbekend voor veel mensen. Vanuit VisNed bieden we de kans om mee gaan aan boord en kennis te maken met het leven aan boord. Zo nodigen we altijd nieuwe medewerkers van overheden uit die te maken krijgen met de visserij. COVID-19 heeft de werkbezoeken in 2020 en begin 2021 grotendeels stilgelegd, maar nu worden er weer bezoeken in gepland. De komende tijd hebben we diverse groepen die we meenemen aan boord en in de visafslag. De werkbezoeken zijn te organiseren in het Engels en Nederlands, Corona-proof en het programma is op maat te maken. Mocht u beroepsmatig aan de visserij verbonden zijn en de sector van dichtbij willen beleven, neem dan contact op met Sarah Verroen via sverroen@visned.nl. Update overzicht benutting visquota 2021Hieronder het meest recente benuttingsoverzicht van de uitputting in 2021 van de belangrijkste Nederlandse quota voor de kottervloot. Het betreft het overzicht van 10 juni 2021. Dit is bijgewerkt tot en met week 21. Een goede vergelijking met vorig jaar is nog steeds lastig omdat voor een aantal soorten voorlopige quota zijn vastgesteld, zijnde 7/12 van de TAC 2020. Het overzicht van vorig jaar is van 11 juni 2020, dat is eveneens de aanvoer tot en met week 21.
*Voorlopige quota tot 31 juli 2021, België-ruil is verwerkt Totaaloverzicht PO-maatregelenIn 2021 hebben de Nederlandse PO’s in CVO-verband maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te maken en om vroegtijdige sluiting van deze quota te voorkomen. Voor zeebaars gelden overheidsmaatregelen. PAP-regeling schol: Op maandag 24 mei 2021 begon de nieuwe vierweekse periode. Deze loopt van week 21 t/m 24 (24 mei t/m 20 juni 2021) en de regeling luidt als volgt:
Tarbot, griet: Minimum aanvoermaat: 27 cm.
Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 – 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. PAP-regeling Noorse kreeft:
Roggen: Minimum aanvoermaat: 55 cm.
Zeebaars; Minimum aanvoermaat alle vlootsegmenten: 42 cm.
|
Postbus 59
8320 AB URK
Bezoekadres:
Vlaak 12 URK
Telefoon: 0527-684141
Fax: 0527-684166
Fotografie: oa. Albert de Boer, Willem Ment den Heijer en Jacob van Urk