Wij zijn VisNed
De vereniging van kottervissers
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
![]() VisNed behartigt de belangen van de Nederlandse kottervisserij |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vis uit Noordelijke EU wateren bijna 100% duurzaamDe Europese Commissie verwacht dat dit jaar 99% van de aanvoer uit de Baltische zee, Noordzee en Noordelijke wateren afkomstig is van duurzaam beheerde visserijen. De visbestanden die nog niet volgens MSY worden beheerd zijn vaak kleine bestanden. Prachtig nieuws, wat onder meer besproken werd tijdens de Demersale werkgroep van de Noordzeeadviesraad (NSAC) onder leiding van de nieuwe voorzitter Caroline Gamblin. Tijdens de online vergadering van de Demersale werkgroep, presenteerde de Europese Commissie haar jaarlijkse document “Policy Statement on state of play and orientations for 2021” waarin een overzicht wordt gegeven van ontwikkelingen in de visbestanden in de Noordoostelijke Atlantische wateren, waaronder de Noordzee, de Middellandse zee en Zwarte zee. Voor de Noordoostelijke Atlantische wateren is de situatie de afgelopen 15 jaar aanmerkelijk verbeterd, de visserijdruk is grofweg met 50% afgenomen en bevindt zich op en rond MSY. Daartegenover staat dat de totale biomassa van de ongeveer belangrijkste 80 visbestanden met 50% toegenomen is. Er wordt verwacht dat dit jaar 99% van de aanvoer uit de Baltische Zee, Noordzee en Noordelijke wateren uit duurzaam beheerde bestanden afkomstig is. Een opsteker voor de sector, die er alles aan doet om verantwoord te opereren. Toen vanuit de Europese Commissie gewezen werd op de slechte naleving van de regels rond de aanlandplicht, werd er vanuit de aanvoersector terecht op gewezen dat een duurzaam beheer van bestanden heel goed mogelijk is zonder aanlandplicht, dus laten we hier dan ook mee stoppen. Naast het mooie nieuws over de Noordelijke Europese visbestanden, werd er tijd gereserveerd voor een presentatie van Colm Lordan namens ICES voor de presentatie van de vangstadviezen voor volgend jaar. Zie hiervoor elders in deze nieuwsbrief. Ook werd besloten om het Pulsadvies van de NSAC uit 2015 te actualiseren. NoordzeekabeljauwZoals bekend wordt sinds eind vorig jaar, toen opnieuw vanuit ICES alarmerende berichten kwamen over de kabeljauw, gesproken over extra beschermende maatregelen. Inmiddels heeft Noorwegen drie grote gebieden gesloten voor alle vormen van visserij met bodemvistuigen. In een eerder stadium heeft de NSAC een advies uitgebracht aan de Europese Commissie waarin aandacht gevraagd werd voor proportionele maatregelen waarbij visserijen met een kleine bijvangst aan kabeljauw ontzien werden. Ook werd erop gewezen dat kabeljauw geen choke species (verstikkingssoort) moet worden in het kader van de aanlandplicht, zodat de quota van andere soorten wel opgevist kunnen worden. De vertegenwoordigers van de Europese Commissie en de Belgische voorzitter van de Scheveningengroep lieten nu weten dat de gesprekken over extra maatregelen in Europese wateren nog steeds lopen maar dat de focus verlegd is naar lange termijn maatregelen die waarschijnlijk niet eerder dan in 2021 beschikbaar komen. Dit biedt de NSAC-Focusgroep voor kabeljauw, waar VisNed deel van uitmaakt, de tijd om input vanuit de sector te blijven leveren. Technische maatregelenEen ander onderwerp binnen de Scheveningengroep is de discussie over de definities voor 'gerichte visserij' in het kader van de nieuwe verordening Technische Maatregelen. Het overleg hierover loopt nog steeds, er zijn een aantal voorstellen geformuleerd die nu beoordeeld worden door het wetenschappelijke en economische adviesorgaan van de EU; STECF. In de loop van deze maand wordt het gevraagde advies verwacht. Eind dit jaar moet de Europese Commissie met voorstellen komen verband houdend met de evaluatie van de nieuwe verordening Technische maatregelen. De NSAC-Focusgroep voor Technische Maatregelen volgt dit proces nauwgezet. Tenslotte werd aandacht geschonken aan het recent door ICES uitgebrachte advies over de pulsvisserij. Ondanks flinke tegenstellingen is het in 2015 gelukt om een NSAC-advies uit te brengen. VisNed heeft voorgesteld om dit advies te actualiseren. Het is bekend dat er sprake is van een gevoelig onderwerp, daarom riep VisNed op om een geïnformeerde discussie te houden op basis van de wetenschappelijke informatie, een mantra dat ook binnen de NSAC altijd uitgedragen wordt. Afgesproken is dat er een overzicht gemaakt wordt van de punten uit het advies van 2015 die op basis van het nieuwe wetenschappelijke advies geupdate moeten worden. Uitbetaling stilligregeling COVID-19 kost tijdEr moet rekening gehouden worden met een betaaltermijn van drie maanden voor vergoeding van de COVID-19 stilligregeling. Gezien de nijpende situatie voor bedrijven die hard getroffen worden door de impact van COVID-19 is dat een tegenvaller. Naar aanleiding van vragen van vissers is contact gezocht met RVO om navraag te doen over de betaaltermijn. RVO heeft aangegeven dat de termijn van 13 weken die na de laatste stilligweek ingaat, waarschijnlijk benut wordt. Deze termijn van 13 weken is standaard voor Europese subsidies. RVO heeft de personele bezetting uitgebreid om de afhandeling te versnellen. Men realiseert zich bij RVO dat de situatie voor sommige vissers voor problemen zorgt en ziet de noodzaak tot snelle betaling. Men doet er dan ook alles aan om de termijn te verkorten, maar of dit lukt kan niet gegarandeerd worden. Wij adviseren leden rekening te houden met de maximale betaaltermijn. Indien er vragen zijn kan contact opgenomen worden met het VisNed-secretariaat, 0527 - 68 41 41, E: info@visned.nl Platvis doet het goed, aldus ICES-adviezen 2021Vorige week presenteerde de Internationale Raad voor Onderzoek van de Zee (ICES) de vangstadviezen voor 2021. Hoewel er wat verschillen te zien zijn, kan over het algemeen gesteld worden dat de platvisbestanden in de Noordzee het goed blijven doen. Anders ligt het met kabeljauw, waar de zorgen groot blijven. Vanwege de beperkingen door COVID-19 maatregelen zijn de ICES adviezen niet zo uitgebreid als andere jaren, uiteraard zijn de belangrijkste tabellen wel geüpdate. Verder werd bekend gemaakt dat deze adviezen definitief zijn. In de afgelopen jaren werden de adviezen soms nog bijgesteld naar aanleiding van de resultaten van de surveys, maar dat zal niet meer gebeuren omdat dit altijd onder grote tijdsdruk plaats vind en de data altijd maar gedeeltelijk meegenomen kon worden. Bij bestudering van de verschillende adviezen vallen een aantal zaken op. Noordzeetong bijgesteldBegin dit jaar vond voor tong een zogenoemde benchmark plaats (5-jaarlijkse beoordeling van de toestandsbeoordeling en data die gebruikt worden). Dit heeft geleid tot een verhoging van de visserijsterfte en een wijziging van de referentiepunten. Veel belangrijker is dat dankzij gebruikmaking van Belgische surveydata het paaibestand naar beneden is bijgesteld. De Belgische survey dekt belangrijke visgebieden in het Zuidwestelijke deel van de Zuidelijke Noordzee, waardoor de bestandsschatting er anders uit komt te zien. Er komt echter een enorm sterke (in 2018 geboren) jaarklasse in de vangst, daardoor stijgt het paaibestand volgend jaar weer aanzienlijk. Dit compenseert de bijstelling naar beneden, waardoor de totale TAC 2021 met 22% kan stijgen ten opzichte van 2020. Schol weer naar recordHet gezamenlijke scholbestand in de Noordzee en het Skagerrak blijft stijgen, we gaan zelfs richting de 1,3 miljoen ton schol. Dat is 1.300.000.000 kilo. De schol wordt al 11 jaar duurzaam, dat wil zeggen: op of onder het MSY-streefniveau voor visserijdruk, bevist. Desondanks is het vangstadvies toch weer lager dan de TAC dit jaar. VisNed verbaast zich over deze gang van zaken. Voor zowel tong als schol is er sprake van een totaal vangstadvies, dus voor maatse en ondermaatse vissen. Afhankelijk van het aandeel ondermaatsen dat berekend en vooraf afgetrokken wordt, zullen de aanvoerhoeveelheden worden vastgesteld. Bijvangstsoorten platvisVoor tarbot en griet wordt door ICES gesteld dat zij duurzaam beheerd worden en er ook goed voor staan, maar omdat de toegestane visserijsterfte volgens MSY-benadering verlaagd is moeten de TAC’s toch naar beneden. VisNed zet bij deze aanpak vraagtekens en continueren de inzet op het verbeteren van het assessment. Meer data, betekent meer duidelijkheid, daarin kan de bedrijfssurvey de komende jaren een bijdrage leveren. Kabeljauw en wijtingHet kabeljauwbestand liet enkele jaren geleden een herstel zien, maar sinds vorig jaar is het geschatte kabeljauwbestand weer naar beneden bijgesteld. Het paaibestand zit onder de veilige grenswaarde en de visserijsterfte is te hoog. Dit jaar is de vloot al geconfronteerd met een TAC-verlaging van 50% en aanvullende maatregelen. Voor volgend jaar moeten de vangsten nog eens 17% omlaag. Wijting is wel een gezond bestand, dit geldt voor het paaibestand en ook de visserijsterfte bevindt zich op een acceptabel niveau. Het vangstadvies ligt 15% hoger dan de TAC van dit jaar. Zeebaars laat licht herstel zienZeebaars in de Noordzee en de westelijke wateren wordt gezien als één visbestand. Vanaf 2013 is de visserijdruk aanzienlijk verlaagd is, waardoor een herstel van het bestand te zien is. Voor volgend jaar wordt voorgesteld de vangstmogelijkheden iets te verruimen, maar de hoeveelheden toegestane vangst blijven marginaal. VervolgtrajectDe adviezen zijn een belangrijke leidraad voor de besluitvorming eind dit jaar, tijdens de EU-Noorwegen-VK-onderhandelingen voor de gedeelde Noordzee-bestanden en tijdens de Decemberraad voor de door de EU autonoom beheerde bestanden. Voor de TAC’s in de westelijke wateren zal voor het eerst een apart EU-VK-overleg opgetuigd moeten worden. Webinar over Europese strategie Offshore WindOver tien jaar wordt ruim vier keer zoveel zee voor windparken gebruikt, dan nu het geval is. In de daarop volgende twintig jaar wordt dat nog eens ruim drie keer zo veel. In totaal is het geplande gebruik Noordzeebreed in 2050 vijftien keer(!) de oppervlakte van nu. Vanuit de EU wordt hier vanuit twee perspectieven naar naar gekeken, enerzijds de energievoorziening en anderzijds de ruimtelijke ordening. Dit najaar komt er een EU strategie voor wind op zee, die bepalend zal zijn voor beleidskeuzes en weinig op lijkt te hebben met voedselvoorziening, ondanks de publicatie van de Farm to Fork strategie eerder dit jaar. De Europese Commissie organiseerde vanuit de directoraten DG Energie, DG Milieu en DG Visserij een webinar, waar meer dan 300 mensen aan deelnamen. Effect op visserijEAPO, de koepel van Europese PO’s, gaf een presentatie over het visserijbelang. Daarbij werd het principe benadrukt dat de visserij volgend is op natuurlijke schommelingen vanwege wind, seizoen en getij. Gewezen werd op het belang van de EU vissersvloot voor familiebedrijven en kustgemeenschappen. Windenergie wordt gezien als noodzakelijke energiebron, maar energie kan je niet eten, de visserij levert daarentegen een belangrijke bijdrage aan duurzame voedselvoorziening. Met klem werd aandacht gevraagd voor de grote en onbekende risico’s en de vele ecologische onbekenden bij de uitrol van wind op zee en de noodzaak voor een plan om visserij te compenseren voor grote ecologische verslechteringen die mogelijk het gevolg van de uitrol zijn. Collateral damageHoewel we er in Nederland als sector in gesprek met ander partijen proberen uit te komen als het gaat om ruimtelijke ordening, is die werkwijze in Europa niet vanzelfsprekend. Zij die baat hebben bij wind op zee, spraken vooral over het verdienmodel en offshore wind als vliegwiel voor de energietransitie, mede gekoppeld aan de potentie van waterstof. De aanwezige NGO's laten geen traan om de verslechterde kansen voor visserij en willen vooral wind en natuur niet combineren. Visserij moet, als steeds kleinere sector, steeds harder schreeuwen om gezien te worden als volwaardige gebruiker en niet als 'collateral damage'. Waar VisNed landelijk actief is, moeten de Europese visserijorganisaties in de EU nog een tandje bijzetten in het wind op zee debat. Dit moet toch vooral in gesprekken in Brussel en in de lidstaten gebeuren, want een webinar beperkt de inspraakmogelijkheden. Uitzonderingen aanlandplicht worden verlengdTijdens een overleg met het ministerie van LNV eerder deze week kregen we een terugkoppeling van de besluitvorming van de Europese Commissie op de ingediende verzoeken tot uitzonderingen op de aanlandplicht. Een groot aantal uitzonderingen blijft toegestaan. De uitzondering voor wijting voor de boomkorvloot vervalt wel, maar de aanvraag uitzondering tarbot is gehonoreerd. Verzoeken voor uitzonderingen moeten onderbouwd worden met wetenschappelijke data. Dat is niet altijd makkelijk, maar het blijkt dat de Europese Commissie, gesteund door informatie vanuit het wetenschappelijke en economische adviesorgaan STECF, mee blijft denken om de onwerkbare aanlandplicht voor de vloot enigszins werkbaar te houden. Relevante uitzonderingen voor de Nederlandse vlootVoor de verschillende visserijen gelden meerdere uitzonderingen, waardoor de vloten niet voor onwerkbare situaties komen te staan. Nederland heeft ook een aantal aanvragen ingediend en de meesten zijn goedgekeurd, VisNed is met name Maarten Wegen en Roos Strating van LNV hiervoor erkentelijk. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste uitzonderingen:
Registratieplicht van ondermaatse vis die gediscard wordt blijft onverkort van kracht. Hetzelfde geldt voor ondermaatse vis die wel binnen wordt gebracht, deze moet onder BMS geboekt worden. De meeste uitzonderingen zijn toegekend tot en met 2023, dus voor de komende tweeënhalf jaar. Hopelijk zal voor die tijd een pragmatische langdurige oplossing voor de aanlandplicht gevonden zijn. De typering als zijnde 'Regelgeving die qua werkbaarheid gebaseerd is op de continuiteit van uitzonderingen op diezelfde regelgeving', geeft wel aan wat voor zinloze (en complexiteit verhogende) manier van beleidsvoering dit is. Kennismaking nieuwe Directeur Generaal van DG MAREVorige week spraken de dagelijkse besturen van EAPO en Europêche met Charlina Vitcheva, de nieuwe Directeur Generaal van het DG voor Maritiem Zaken Visserij. De online bijeenkomst gaf de visserijvertegenwoordigers de gelegenheid om de actuele sleutelonderwerpen te bespreken. Europêche en EAPO vroegen de Europese Commissie om het leven van vissers iets gemakkelijker te maken. Vissers hebben dag in dag uit te maken met te veel regels en bureaucratie. Vissers komen te weinig aan hun kerntaak ‘vissen’ toe vanwege de opeenstapeling van complexe en belemmerende regels. EU Green DealDe Europese Green Deal kwam als eerste aan de orde, waarvan de algemene ambitie als zodanig door Europêche en EAPO word ondersteund. Het bezwaar van de visserijorganisaties heeft te maken met de onrealistische en zeer schadelijke doelstellingen, zoals het aanwijzen van 30% van de EU-zeeën tot beschermd gebied, en de uitfasering van bodemtrawls, wat zou betekenen dat er alleen nog met hengel of staand want gevist mag worden. Deze draconische voorstellen zijn niet onderbouwd en lijken puur symbolisch te zijn. Recentelijk verscheen nog een uiterst positief FAO-rapport waaruit blijkt dat ongeveer 80% van de wereldwijd geconsumeerde vis afkomstig is van duurzame bestanden. In de EU zal in 2020 volgens de laatste mededeling van de Europese Commissie meer dan 99% van de aanlandingen in de Oostzee, de Noordzee en de Atlantische Oceaan afkomstig zijn van duurzaam beheerde visserij. Het in het wild gevangen voedsel (vis, schaal- en schelpdieren) uit zee is essentieel voor een gezond voedingspatroon. Bovendien is er sprake van een lage ecologische voetafdruk, in vergelijking met ander dierlijk eiwit. Dit betekent wat de visserij betreft dat zeevruchten in de Farm to Fork-strategie nadrukkelijker zal moeten worden gepromoot. Gevolgen COVID-19 uitbraakDe voorzitter van Europêche, Javier Garat, benadrukte dat de vloten tijdens de COVID-19 uitbraak zijn blijven vissen om de consument duurzaam gezond voedsel te bieden, maar dat de vraag en de prijzen nog niet zijn hersteld. Daarbij wordt gevreesd dat de markt voor de Europese visserijsector nog lange tijd gevolgen zal ondervinden van een economische crisis. De steunmaatregelen vanuit de Europese Commissie worden door de sector verwelkomd en er is een snelle ontsluiting van de 500 miljoen euro extra visserijfondsen bepleit. De verwachting is echter wel dat het nog wel tenminste een jaar of twee jaar zal duren voor dit geld beschikbaar is. Ook andere actuele onderwerpen passeerden de revue, zoals de lopende herziening van de controleverordening. EAPO en Europêche onderstreepten de noodzaak van een eenvoudigere regelgeving met minder administratieve lasten. Vanwege het toegenomen ruimtegebruik door Marine Protected Area's (MPA's - beschermde gebieden) en windmolenparken vroeg de sector de Commissie om steun om voldoende visgebied te waarborgen om zo visserijactiviteiten op zee te garanderen, essentieel om de voedselzekerheid te waarborgen en kustgemeenschappen in heel Europa te ondersteunen. Level playing field op de marktIn Europa hebben we hoge normen voor duurzaamheid, hygiëne, arbeidsomstandigheden en sociale zekerheid. Import uit goedkope landen waar dat allemaal minder goed geregeld is moet niet gestimuleerd worden met lage importheffingen. Een gelijk speelveld is essentieel om als EU vloten eerlijk te kunnen concurreren. Afsluitend werd Mw. Vitcheva door EAPO uitgenodigd om snel op werkbezoek te komen in een van de vissershavens die het dichtst bij Brussel liggen, zodat ze met zelf alle aspecten van voedselvoorziening uit zee kon ervaren. Lokale en regionale overheden actief in de visserijVisNed is agenda-lid van het Bestuurlijk Platform Visserij (BPV) waarbinnen zestien gemeenten en vier provincies actief zijn. De regio heeft vaak een sociaaleconomisch belang bij de visserij, wat erg groot kan zijn, denk aan Urk of Groningen met de Noordelijke havens en werkgelegenheid gekoppeld aan de garnalenvisserij. In het Bestuurlijk Platform Visserij treden wethouders van zestien visserijgemeenten en vier gedeputeerden met elkaar in overleg over allerlei visserijonderwerpen. Gedeputeerde de Bat van de provincie Zeeland is de voorzitter. De gemeenten en provincies kunnen via hun contacten met de verschillende ministeries en het Huis van de Nederlandse provincies beleidsmatig hun punten naar voren brengen. Om de inbreng vanuit Nederland een beetje te coördineren en op sommige punten de krachten te bundelen is het BPV in het leven geroepen. Regionale onderwerpen, landelijke afstemmingHet BPV kijkt naar het effect van wet- en regelgeving voor de lokale en regionale werkgelegenheid. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar visserijvoorstellen uit Brussel, maar ook die uit Den Haag. Een recent voorbeeld waarop overleg tussen VisNed en het BPV plaatsvindt, is het Operationeel Programma voor het nieuwe Europese visserijfonds EMVAF of de Brexit. Maar ook in het pulsdossier is er destijds gezamenlijk opgetrokken. Het BPV heeft destijds WEcR de opdracht gegeven de sociaaleconomische gevolgen in kaart te brengen van een volledig pulsverbod voor de Nederlandse visserij. Uit deze studie bleek dat bij lagere visprijzen en hogere brandstofprijzen het bedrijfseconomische verlies kan oplopen tot meer dan 20 miljoen voor de totale Nederlandse vissersvloot. Deze studie heeft het BPV meermalen onder de aandacht gebracht om daarmee het begrip bij buitenlandse overheden te vergroten. Om te zorgen dat de input vanuit de sector en het PBV elkaar aanvult nemen Pim Visser, Nathanaël Middelkoop en soms Sarah Verroen deel aan de vergadering van het BPV. Gedoogsituatie Westerschelde Borssele kabelsOndanks toezeggingen en opgeheven belemmeringen, blijkt er op de Westerschelde toch een visserijverbod bij kabels van kracht te zijn. Na overleg met de betrokkenen wordt visserij bij de TenneT kabels nu gedoogd. Toen de werkzaamheden aan de exportkabels van het Borssele windpark ver gevorderd waren, maakte de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA) via een zogeheten BASS bericht bekend dat de ingestelde visserijverboden en beperkingen op de Westerschelde rond deze exportkabels niet meer nodig waren en opgeheven werden (zie VisNed nieuwsbrief van 12 juni jl.). Vissers op de Westerschelde werden hierna toch geconfronteerd met handhavers die van mening waren dat men niet in de buurt van de kabels mocht vissen. Vanuit het Scheepvaartreglement Westerschelde bleek inderdaad dat er sprake was van een visserijverbod, dat geldt binnen 200 meter van een kabel. Een oplettende visser nam dan ook meteen contact op met VisNed, waarop contact is opgenomen met het bevoegd gezag (GNA) en kabelbeheerder TenneT. GedoogsituatieDe GNA heeft nu, met akkoord van TenneT, ingestemd met het gedogen van visserijactiviteit boven de betreffende TenneT kabels, omdat deze dusdanig diep ingegraven zijn dat er geen risico’s zijn. Het gedoogbeleid op de Westerschelde geldt dus specifiek voor de exportkabels van het windpark Borssele en de handhavers zijn hiervan op de hoogte gesteld. Een gedoogsituatie is niet de meest elegante oplossing en op de achtergrond zal nu gestreefd worden het SRW aan te passen en deze vrijstelling ook daadwerkelijk vast te leggen in de regelgeving. Buiten het SRW gebied zijn geen wettelijke visserijverboden rond de exportkabels. Online participeren verre van optimaalIedereen wordt geraakt door de COVID-19 maatregelen. Overheidsprocessen lopen echter wel door, waarbij participatie online wordt vormgegeven. Hoewel iedereen zijn best doet, voelt belangenbehartiging via een chatfunctie in een webinar toch als een vorm van 'schijnparticipatie' en VisNed zet dan ook vraagtekens bij de wijze waarop stakeholderprocessen worden afgetikt hoewel echte interactie ontbreekt. In het belang van eenieders gezondheid houden we ons sinds maart allemaal aan de COVID-19 maatregelen en werken we vanuit huis of op gepaste afstand. Bijna 100% van de bijeenkomsten vindt digitaal plaats. Voor een onderling overleg of vergadering is dat geen probleem, maar ook de beleidsprocessen en deadlines lopen door en dus organiseert het Rijk de inspraakmomenten ook digitaal. Enerzijds begrijpelijk, want fysiek samenkomen wordt nogsteeds onverstandig geacht, maar het heeft een grote impact (beperking) op de manier waarop inbreng gegeven kan worden en intussen maakt VisNed zich wel zorgen of de wil om 'door te gaan' boven inhoudelijke discussie en bezwaren gaat. Ter illustratie: o.a. sessies over wind op zee en de single use plastics richtlijn verlopen via webinars, waarin een selecte groep sprekers hun slides digitaal presenteert en deelnemers via een chatfunctie vragen kunnen stellen en opmerkingen kunnen maken. Het maken van een punt in een (soms matig functionerende) chat is natuurlijk iets anders als inhoudelijk spreken over de voor's en tegen's van diverse overheidsplannen. In dit COVID-19 tijdperk mis je ook de informele contacten tussendoor, in een 'live' vergadering of bijeenkomst spreek je elkaar tijdens de koffie of lunch, waar voor een belangrijk deel de 'echte' interactie plaatsvindt. Vragen stellen, toelichting geven, contacten uitwisselen - dit houdt de informele lijn open die zo belangrijk is om elkaar te vinden in gemeenschappelijke doelen en in geval van twijfel of vragen. Deze informele lijnen zijn digitaal moeilijk te onderhouden, wat ten koste gaat van onderlinge relaties en soms ook onnodige spanningen oproept. Wij willen er dan ook voor pleiten bij de overheid om misschien even, ook digitaal, wat rustiger aan te doen. Deadlines zijn deadlines, maar het moet niet zo zijn dat er sprake is van schijnparticipatie en er straks afgetikte plannen liggen waarbij zogenaamd voldaan is aan stakeholderbetrokkenheid, terwijl de uitwerking van die betrokkenheid niet veel verder gaat dan MSN eind jaren '90. Voorgenomen visserijvrije zones Haringvliet en AfsluitdijkMinister Schouten (LNV) heeft in een Kamerbrief d.d. 3 juli 2020 middels een kamerbrief laten weten voornemens te zijn visserijvrije zones in te stellen ten behoeve van vismigratie, onder meer bij de Afsluitdijk en het Haringvliet. VisNed trekt hier samen tegen op met NetVISwerk en NVB.
Vereniging NetVISwerk heeft een brief opgesteld, met steun van VisNed en NVB waarin bezwaar wordt aangetekend tegen dit voornemen en opgeroepen wordt om met de sector in gesprek te treden. Meer hier over in vakblad Visserijnieuws van 10 juli 2020. Update overzicht benutting visquota 2020Hieronder het meest recente benuttingsoverzicht van de uitputting van de voor de kottervloot belangrijkste Nederlandse quota. Het gaat hierbij om het overzicht per 2 juli 2020, feitelijk tot en met week 24.
Als vergelijking met vorig jaar het overzicht per 11 juli 2019, dat gaat over de periode tot en met week 25.
Totaaloverzicht PO-maatregelenOok in 2020 hebben de Nederlandse PO’s in CVO-verband maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te maken en om vroegtijdige sluiting van deze quota te voorkomen. Voor zeebaars gelden door de overheid ingestelde maatregelen. PAP-regeling schol: Met ingang van maandag 15 juni jl. is de volgende periode van 4 weken ingegaan. Deze loopt van week 25 t/m 28 en luidt als volgt:
Tarbot, griet: Minimum aanvoermaat: 27 cm.
Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 – 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Aanvoer en verhandeling van meer dan 30 stuks in een kilogram is verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Roggen: Minimum aanvoermaat: 55 cm.
Zeebaars; Minimum maat voor zeebaars voor alle vlootsegmenten is 42 cm.
|
Postbus 59
8320 AB URK
Bezoekadres:
Vlaak 12 URK
Telefoon: 0527-684141
Fax: 0527-684166
Fotografie: oa. Albert de Boer, Willem Ment den Heijer en Jacob van Urk