Wij zijn VisNed
De vereniging van kottervissers
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
![]() VisNed behartigt de belangen van de Nederlandse kottervisserij |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HERINNERING uitnodiging bijeenkomst fly-shootersVoor alle fly-shooters onder Nederlandse, Belgische en Britse vlag hierbij de herinnering voor de bijeenkomst met alle fly-shooters die actief zijn in het Engelse Kanaal op zaterdag 25 januari a.s. op Urk. De bijeenkomst wordt morgen gehouden: Zaterdag 25 januari 2020, 10.00 uur in de kantine van de Visveiling Urk, Westgat 2 te 8321 WG Urk. Graag rekenen wij op jullie komst. Volle agenda Uitvoerend Comité Noordzee-adviesraadAfgelopen dinsdag kwam op uitnodiging van het Deutsche Fishereiverband het uitvoerend comité van de Noordzee-adviesraad in Berlijn bijeen voor haar eerste vergadering in het nieuwe jaar. Onder de nieuwe voorzitter Kenn Skau Fischer uit Denemarken werd een drukke agenda afgewerkt. De belangrijke onderwerpen TAC’s-Quota, aanlandplicht, Brexit, nieuwe Controle-verordening en Ruimtelijke Ordening kwamen uitgebreid aan de orde. TAC’s 2020In een toelichting vanuit de Europese Commissie (EC) werd gemeld dat het aantal bestanden dat op MSY-niveau beheerd wordt verder gestegen is, van 59 in 2019 naar 62 dit jaar. Volgens de Commissie werpen de verschillende meerjarenplannen hun vruchten af. Vanuit VisNed werd richting NGO’s een duidelijk signaal afgegeven over hun veelvuldige gebruik van het begrip “overbevissing”, waarbij in de praktijk meer sprake is van effectief visserijbeleid dat haar vruchten afwerpt. Verder werd melding gemaakt van aanvullende beheermaatregelen voor kabeljauw in de Noordzee/Skagerak, Kattegat en Keltische zee. Op dit moment is een werkgroep van wetenschappers vanuit de EU en Noorwegen bezig met nadenken over aanvullende maatregelen ter bescherming van kabeljauw in de Noordzee en het Skagerrak. De verwachting is dat hierover in de loop van februari meer duidelijkheid komt. AanlandplichtMede dankzij de diverse uitzonderingen op de aanlandplicht doen zich geen situaties met choke species voor, zijnde één (bij)vangstquotum wat is volgevist waardoor er ook niet meer uitgevaren mag worden om soorten waarvoor nog wel quota beschikbaar zijn op te vissen. De EC is bezig met een evaluatie waarvoor een enquête met 36 vragen uitgezet is. Vanuit de aanvoersector wordt aangedrongen om de sociaaleconomische gevolgen inzichtelijk te maken wanneer de uitzonderingen er niet zouden zijn. Uit de 'Best Practices' projecten die VisNed heeft uitgevoerd, blijkt dat de kosten met een factor 3 tot 4 toenemen. VisNed pleit mede in het kader van de herziening van het Gemeenschappelijke Visserijbeleid per 1-1-2023 nu al om de onwerkbare aanlandplicht om te bouwen naar een werkbare discardsban. BrexitHet Verenigd Koninkrijk verlaat op 1 februari as. de Europese Unie. Op dezelfde datum begint de transitieperiode die in 2020 er voor zorgt dat er feitelijk niets verandert, ook niet op visserijgebied. Dit betekent ook dat de leden uit Engeland en Schotland van de Noordzee-adviesraad gedurende 2020 volwaardig lid blijven, met alle rechten en plichten. Anders ligt het met de groepen van lidstaten die zich bezighouden met de uitvoering van beleid, voor de Noordzee is dat de Scheveningengroep. Nu het VK na 1 februari formeel geen lidstaat meer is van de EU, verliest het ook haar recht op deelname in de groepen van lidstaten. Uiteraard is het onwenselijk om het VK niet te betrekken in besluitvorming rond visserij die ons allen, ook de Britten, raakt. Er ligt wel een toezegging dat het VK betrokken wordt bij TAC-gerelateerde zaken en daar moet ruimhartig gebruik van gemaakt worden. Wij hebben er immers allemaal groot belang bij dat een overgang naar een situatie met 3 partijen op de Noordzee (VK-NW en EU) zo efficiënt en zachtaardig mogelijk gaat. Voorzitter Demersale werkgroep legt functie neer vanwege opstelling NGO'sDe belangrijke Demersale werkgroep, ook wel het “powerhouse” van de Noordzee-adviesraad genoemd, moet op zoek naar een nieuwe voorzitter. De directeur van de NFFO, Barrie Deas heeft deze functie bekleed vanaf de start van de Noordzee-adviesraad, 15 jaar geleden. Hij heeft echter besloten zijn functie neer te leggen, wat zondermeer een groot verlies is voor het functioneren van de Noordzee-adviesraad. In een uitgebreide brief lichtte Barrie zijn besluit toe. De belangrijkste reden om deze functie neer te leggen is het alsmaar moeilijker samenwerken binnen de werkgroep tussen aanvoersector en NGO’s. Door de steeds radicalere opstelling van de milieuorganisaties neemt de werkdruk toe en het resultaat om te komen tot goede adviezen aan Europese Commissie en lidstaten onevenredig af. Door de niet constructieve opstelling van de NGO’s komt er bijna geen gemeenschappelijk advies tot stand en dat devalueert het werk van de Adviesraad enorm. DiversenNaast genoemde zaken werd nog aandacht geschonken aan de Ecosysteem werkgroep met aandacht voor Europese besluitvorming tegen vervuiling van het mariene milieu door plastics en ander afval, inclusief visnetten. Pim Visser verzorgde een presentatie over de werkzaamheden in 2020 in Europa rond Natura2000 en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM). Over een actualisatie van een NSAC-advies over de Doggersbank vindt nog steeds overleg plaats. Hierbij gaat het om het betrekken van stakeholders (o.a. de visserij) in het management van maatregelen. Visserij en wind op zee in het Europees ParlementEuroparlementariër Peter van Dalen was op 22 januari gastheer op een bijeenkomst over visserij en offshore wind in het Europees Parlement. Deze bijeenkomst werd vanuit de visserij gedragen en mede-georganiseerd door VisNed, EMK, Franse kustvissers en Europêche. In deze hoorzitting was aandacht voor de windplannen, maar ook voor de kennis over de effecten van de uitrol van wind op zee op zowel de visserij als de langjarige ecologische effecten. Begin 2019 kwam VisNed via Europêche voor het eerst in contact met de Brusselse vertegenwoordiger van Franse kustvissers, waarbij een gesprek ontstond over de manier waarop beleidsmatig in Frankrijk en Nederland werd om gegaan met de tegengestelde belangen van vissers en de windindustrie. De gemene deler was dat politieke keuzes leidend zijn voor de wijze waarop offshore wind uitgerold wordt, en de afweging die daarbij gemaakt wordt vooral politiek is ingegeven. De klimaatwinst lijkt groter dan het vermeende verlies voor de visserij, maar zekerheden zijn er niet. Ook de negatieve gevolgen van wind op zee moeten meegenomen worden in de beleidskeuzes, terwijl we daar nog (te) weinig van af weten. Aandacht vragen op Europees niveauIn die gesprekken concludeerden we dat we op Europees niveau aandacht moesten krijgen voor een onderbelicht vraagstuk, wat in overleg met de medewerkers van Peter van Dalen geleid heeft tot de bijeenkomst van afgelopen woensdag. In de afgelopen maanden is door VisNed, Europêche, EMK en Franse vissers hard gewerkt aan het opzetten van die bijeenkomst in het Europese Parlement om aandacht te vragen over het potentiele conflict tussen Wind op Zee en Visserij.Vanuit team Van Dalen is meegedacht over het programma en heel veel werk verzet om de bijeenkomst soepel te laten verlopen. Die bijeenkomst was meteen de aftrap van het proces in het Europees Parlement tot het schrijven van een eigen rapport over Visserij en Wind op Zee. Vanuit het PECH comité is Van Dalen de rapporteur. Mede daarom was de bijeenkomst druk bezocht, met een maximale bezetting van 90 personen. Belicht van diverse kantenDe bijeenkomst was in drie blokken verdeeld. Allereerst spraken twee wetenschappers, waaronder Luca van Duren van Deltares, die de vraagstukken en dilemma’s bij de grootschalige uitrol van Wind op Zee helder presenteerde. Er is sprake van onzekerheden ten aanzien van de mogelijke systeemveranderingen onder water, die wind op zee teweeg kan brengen. Er wordt dan ook nadrukkelijk gepleit voor meer onderzoek, onder andere door de visserij. Na de wetenschappers werd vanuit de Europese Commissie aangegeven dat Wind op Zee een belangrijk element is in de klimaatopgave, maar dat afstemming tussen lidstaten nog veel ruimte voor verbetering biedt. De brancheorganisatie Wind Europe presenteerde haar grote ambities, die ze op verzoek van de lidstaten hadden ingevuld. Tegelijkertijd werd aangegeven dat ze graag afstemmen en samenwerken met de visserij. De noodzaak tot fossielvrije veranderingen en de noodzaak tot behoud en herstel van het ecosysteem werd vanuit het Wereldnatuurfonds benadrukt. Tenslotte was er een ruim blok voor de mening van de vissers. Vanuit EMK was een film gemaakt waarin Nederlandse en Franse vissers hun zorgen deelden. Daarna kwamen ze zelf aan het woord: Olivier Becquet uit Normandië en EMK voorzitter Job Schot. Job Schot hield een scherp en raak betoog en legde de vinger op heel veel zere plekken. Hij vatte zijn pleidooi zelf kernachtig samen “we waren vissers, we zijn vissers en we willen vissers blijven.” [youtube url="https://youtu.be/RKjHM2-h1H8"] En nu verderDe presentaties waren aanleiding voor diverse Europarlementariërs om verhelderende vragen te stellen. Die presentaties komen overigens op onze website. De inbreng in de sessie vormt een belangrijke basis voor het schrijfproces van Peter van Dalen. VisNed zorgt ervoor dat we onderdeel zijn van de EU besluitvorming. Ook moeten we als sectororganisatie de banden met Wind Europe aanhalen; dat Wind op Zee verder uitgerold zal worden is een gegeven, maar bij die uitrol moet rekening gehouden worden met visserij om de schade die ontstaat bij deze uitrol tot een minimum te beperken. Zie ook de Franse film over dit onderwerp: [vimeo url="https://vimeo.com/385945349"] Europese Green DealVerduurzaming kent drie pijlers: ‘economie’, ‘ecologie’ en ‘de mens’. Duurzaamheid gaat over vis en natuur, maar nadrukkelijk ook over vissers, hun families en hun gemeenschappen. VisNed benadrukt dat het in de uitwerking van de Europese Green Deal om alle drie elementen van duurzaamheid moet gaan en dat de maatregelen ambitieus, evenwichtig en uitvoerbaar moeten zijn. Aan geld voor groen geen gebrek: men spreekt inmiddels over een triljoen euro, dat is duizend miljard. De doelstelling van de EU Green Deal zijn ambitieus en niet concreet. In de huidige maatschappelijke tendens worden vraagtekens geplaatst bij tot nu toe vaste waarden als voedselvoorziening en wat ze nu noemen ‘oude’ economie, een instelling die de maatschappij wel eens duurder kan komen te staan dan voorgespiegeld. Krachtig tegengeluid vanuit Europêche en EAPOIn het Europees Parlement klinken groene woorden en ontbreekt het niet aan daadkracht, vertaald in moties en resoluties. Dat bleek bij het plenaire debat over de Green Deal, waarin is gestemd over een resolutie om te streven naar 30% beschermd (lees: volledig voor visserij gesloten) gebied per lidstaat en een duurzaamheidsstreven die verder gaat dan het huidige principe van MSY. Beide resoluties zijn met 400 tegen 200 stemmen aangenomen. Hier bedrijft men groene politiek over de rug van een sector. Vanuit VisNed zetten we ons in de Europese verbanden van Europêche en EAPO in om een krachtig tegengeluid te laten horen. Hoe verder met de EU Green DealDe EU Green Deal staat in de context van een serie van Europese acties en VN verdragen die steeds andere en lastiger eisen stellen aan voedselproductie. Wat er in de Nederlandse politiek gebeurt is natuurlijk belangrijk, maar de grote beleidslijnen en de bepalingen die onze visserij direct beïnvloeden worden internationaal bepaald. Dit plaatst ons als sector voor de vraag wanneer we waar onze inzet plegen. Als Nederlandse visserijsector zijn we duurzaam, onze zee is goed beheerd en we innoveren volop. Deze verduurzaming helpt in het verbeteren van de marktpositie en dus de economische positie van de sector. Visserij kent als voedselproducent een heel lage zgn. ecologische voetafdruk, wat betekent lage impact op het milieu. Echter, de eisen die gesteld worden moeten wel realistisch zijn en niet ten koste gaan van voedselzekerheid. Uiteindelijk kan je politieke ambities en persoonlijke profilering op het groene vlak niet eten en eten zullen we met een verder groeiende wereldbevolking in steeds grotere hoeveelheden nodig hebben. Betere afstemming beloofd bij opgeviste explosievenNa de intrede van de pulsvisserij is het aantal opgeviste explosieven flink afgenomen. Nu de boomkor met wekkers noodgedwongen weer meer wordt gebruikt worden deze helaas vaker opgevist en neemt het aantal meldingen toe. Toch wordt er niet als vanouds adequaat en snel geruimd, zo merkte Dirk Pijl van DE Maritime. Hij trok aan de bel en trad samen met VisNed in gesprek met de Koninklijke Marine en de Kustwacht. Tijdens het gesprek dat vorige week plaats vond in het Kustwachtcentrum in Den Helder werden de zorgen over het achterblijven van de ruimingen gedeeld. De angst bestaat dat vissers geen meldingen meer doen wanneer ze merken dat explosieven lange tijd in de plotter blijven staan. Dat kan niet, want ongelukken met explosieven staan bij velen op het netvlies en alles moet gedaan worden om herhaling te voorkomen. Capaciteit ontbreektIn het gesprek bleek al snel dat er van onwil bij de Koninklijke Marine in ieder geval geen sprake is, maar dat het eenvoudigweg een kwestie van capaciteit is. Halverwege de jaren 2000 beschikte de Marine nog over 15 mijnenjagers en tegenwoordig nog over zes waarvan er drie operationeel zijn. Wegens NAVO verplichtingen en opleidingsdoeleinden blijft er van die drie één over voor bijna de hele zuidelijke Noordzee. Een schip dat bovendien een periode voor onderhoud op de werf lag. Aangegeven wordt dat vanuit de Britse marine bitter weinig gebeurt in de Noordzee als het gaat om UXO's (Unexploded Ordnance). Ook in Britse wateren worden daarom explosieven geruimd door de Nederlandse Marine, maar Nederlandse wateren hebben een hogere prioriteit. Bovendien hebben ruimingen als gevolg van windpark-surveys prioriteit boven ‘losse’ explosieven. Ook goede weersomstandigheden zijn van belang bij het uitvoeren van deze werkzaamheden, het najaar en de winter zijn daarvoor dan ook niet ideaal geweest. Deze week waren de omstandigheden goed en op moment van schrijven heeft ons in ieder geval het bericht bereikt dat de bemanning van de Zr. Ms. Makkum deze week zeker vier explosieven heeft geruimd. Meldingen centraal doen Aangezien de Kustwachtfolders over explosieven inmiddels alweer uit 2009 stammen, staat hier geen centraal emailadres voor meldingen in. Intussen zijn we ingehaald door de realiteit en heeft iedere kotter een internetverbinding en doen vissers hun melding vaak via email. Dat mag ook, maar vissers worden verzocht deze altijd naar CCC@kustwacht.nl te sturen om te zorgen dat er zo snel mogelijk iets mee gedaan wordt. Het komt voor dat meldingen soms verstuurd worden naar info- of andere emailadressen met als gevolg dat de melding niet (tijdig) bij de juiste personen terechtkomt. Denk in ieder geval aan het vermelden van de volgende gegevens bij het doen van een melding: - scheepsnaam, visserijmerk en radio roepnaam SonarboeienEr wordt met klem geadviseerd altijd gebruik te maken van een sonarboei bij het terug overboord zetten van explosieven. Vooral nu vaak niet meteen gereageerd kan worden op een melding is het van belang dat het explosief goed vindbaar is en blijft. Wanneer een explosief niet gemarkeerd is met een boei is de kans groot dat het niet teruggevonden kan worden omdat het na een paar dagen vaak overspoeld raakt met zand. Vissers wordt aangeraden te checken of deze boeien aan boord zijn en anders kunnen zij hiervoor terecht bij de verschillende Visserij Coöperaties die deze verstrekt krijgen van Defensie. Het is goed dat Dirk Pijl de afgelopen maanden alert is geweest op de meldingen en stand van zaken m.b.t. het ruimen hiervan. We hopen dan ook dat het gesprek met Marine en Kustwacht er aan bijdraagt dat dat er in de toekomst geen ongevallen meer plaatsvinden. Gezien de ruimingen van afgelopen week zien we in ieder geval dat de Marine deze taak nog steeds zeer serieus neemt. We verzoeken vissers dan ook om altijd een melding te doen en zo veel mogelijk de hierboven beschreven werkwijze te volgen zodat Kustwacht en Marine zo efficient mogelijk kunnen reageren. De Kustwachtbrochure voor opgeviste explosieven is hier te zien en te downloaden, hierin staat ook meer informatie over de bijdrageregeling voor opgeviste explosieven. De explosievenkaart voor het herkennen van explosieven is hier te vinden. Sluit niet-EU vissers aan bij Vereniging Zee-Risico 1967Steeds vaker horen wij geluiden van de vloot dat er vissers van buiten de EU aan boord stappen van een kotter. Het is wettelijk verplicht vissers van buiten de Europese Unie aan te melden bij de Vereniging Zee-Risico 1967. De Vereniging Zee-Risico 1967 heeft hierover een brief gestuurd. Wij adviseren u dringend gehoor te geven aan deze oproep. In 1967 werd in Nederland het stelsel van sociale verzekeringen gewijzigd. De Ziektewet en Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) werden geïntroduceerd en gelden sindsdien voor Nederlandse zeevarenden. Voor de overige zeevarenden werd in dat jaar de Vereniging Zee-Risico 1967 opgericht. De Vereniging Zee-Risico 1967 (ZR 1967) voert de premie-inning en verstrekkingen van de zogenaamde verplichte regeling uit, deze regeling is gebaseerd op de artikelen 734d t/m van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Kortweg houdt dit in dat werkgevers die opvarenden aan boord hebben die afkomstig zijn uit een land waar Nederland GEEN sociale zekerheids-verdrag mee heeft gesloten, op grond van de wet aangesloten zijn bij de Vereniging Zee-Risico 1967. Het is dus verplicht vissers van buiten de Europese Unie hier aan te melden en premie af te dragen voor hen. In principe is de Vereniging Zee-Risico 1967 er voor Nederlands gevlagde schepen. Buitenlands gevlagde schepen kunnen desondanks een verzoek indienen bij de vereniging om zich erbij aan te sluiten. Waar bestaan de aanspraken uit?
LET OP! Medische kosten of opname in een ziekenhuis in het buitenland naar aanleiding van ziekte of ongeval tijdens de reis (de zogeheten redersaansprakelijkheid) valt niet onder de Vereniging Zee-Risico 1967. Daarvoor kunt u een aparte verzekering afsluiten. Na terugkeer in het woonland neemt de Vereniging Zee-Risico 1967 de kosten voor haar rekening, voor zover die kosten rechtstreeks het gevolg zijn van het ongeval (of de beroepsziekte). KostenDe premie is vastgesteld op 1,25 % van de loonsom van de zeevarenden van buiten de EU. Wat u moet doenAls u geen opvarenden heeft van buiten de EU kunt u dit per mail melden bij de Vereniging Zee-Risico 1967 (info@scheepvaartnet.nl). Vermeld daarbij duidelijk uw scheepsnummer, naam en contactgegevens. Als u wel opvarenden heeft van buiten de Europese Unie is ons dringende advies het vragenformulier dat bij de brief is gevoegd in te vullen en te versturen aan de Vereniging Zee-Risico 1967. Hierbij een link naar de brief en het vragenformulier: Brief Vereniging Zee-Risico 1967. Vragen?Als u vragen hierover heeft kunt u contact opnemen met Nathanaël Middelkoop (nmiddelkoop@visned.nl / 0527-684141).
Uitkomst ruiloverleg met BelgiëVorige week vond het traditionele overleg plaats tussen de Belgische Rederscentrale, de Nederlandse kotterorganisaties en de Redersvereniging over de ruilmogelijkheden Westelijke wateren – Noordzee. Ondanks dat het niet gemakkelijk was “vraag” en “aanbod” goed op elkaar af te stemmen is toch een overeenkomst gesloten waarover VisNed tevreden is. Nederland had de platvisrechten in de Westelijke wateren en de Golf van Biskaje aan te bieden. Kijkend naar de quota-situatie op de Noordzee kunnen we vaststellen dat vanuit Nederlands perspectief er dit jaar behoefte is aan kabeljauw, roggen en vangstrechten in de Noorse zone en het Skagerrak. Ondanks dat de Rederscentrale aan de eigen overheid had gevraagd om te wachten met het ruilen van de Belgische rechten in het Skagerrak, heeft België deze hoeveelheden in december al weer met Denemarken geruild. Verder is duidelijk dat Belgische vissers dit jaar zelf ook in de Noorse zone gaan vissen. Eigenlijk wilde ze daarom geen Zeeduivel Noorse zone ruilen, maar dankzij druk van onze kant is er toch iets gedaan. Ook zien we in Nederland dat van de 24 Kanaalvergunningen er steeds meer in gebruik genomen worden. Dit betekent dat er meer zeedagen en meer bijvangstquota nodig zijn van sommige soorten. Uiteindelijk is de volgende ruil afgesproken:
De Nederlandse trawlersector ontvangt de geruilde haring en wat kleine quota westelijke wateren en levert daarvoor aan de kottersector (de tegenwaarde van) ongeveer 175 ton Noordzee-tong. Gezien het op dit moment ontbreken van behoefte aan tong en schol zal er, net als voorgaande jaren, een financiële compensatie plaats vinden, die via de PO’s aan de kotters beschikbaar gesteld wordt. De vangstmogelijkheden in het Kanaal en de demersale effort die geruild zijn ten behoeve van de fly-shooters dienen door deze vissers eveneens aan de collega-kotters gecompenseerd te worden. Veel animo onder BT-schepen voor MSC-certificaatIn het MSC-certificaat “Joint Demersal Fisheries in the North Sea and Adjacent Waters” is plaats voor 61 schepen die met BT (boomkor) vissen, omdat dit de omvang van de vloot was ten tijde van de start van het MSC-assessment. In verband met het pulsverbod zijn sindsdien meerdere schepen teruggeschakeld naar de boomkor. Er is veel animo onder de BT-schepen om deel te nemen aan het MSC-certificaat: momenteel zijn er al 64 aanmeldingen. Daarvan kunnen er 61 gebruik maken van het certificaat. Aanmeldingen boven de toegestane 61 worden op een wachtlijst geplaatst, op volgorde van binnenkomst van de ondertekende aanmelddocumenten. Voor plaatsing op de wachtlijst worden geen kosten in rekening gebracht. Wanneer goed in beeld is gebracht wat de kosten en baten zijn van het aanvragen van een uitbreiding van het aantal schepen dat aanspraak kan maken op MSC certificering, zal het CVO bestuur een besluit nemen over het al dan niet aangaan van dit traject. Oproep flyshoot / twinrig herbevestiging MSCWij wijzen de twinriggers en flyshooters die gebruik maken van het MSC-certificaat van de CVO er nogmaals op dat zij voor 1 februari aanstaande hun deelname moeten herbevestigen door middel van het insturen van de nieuwe deelnameovereenkomst en het nieuwe managementplan, te verkrijgen via uw PO. Update Privaat Toezicht GarnalenvisserijPrivaat toezicht in de garnalenvisserij moet leiden tot onafhankelijke sanctionering van overtredingen, aantonen van naleving en een gelijk speelveld voor alle vissers. De sector is bezig met het uitwerken van een privaat toezichtmodel, in het kader van o.a. de Vibeg en VISWAD convenanten. Voor het privaat toezicht wordt allereerst gekeken naar visuren en vissen in gesloten gebieden, maar er wordt ook nadrukkelijk gekeken naar de controle op het motorvermogen. Inmiddels is bekend geworden dat het Ministerie van LNV het private toezicht een plek kan geven in de Uitvoeringsregeling Visserij. Dit betekent dat het privaat toezicht niet langer een vrijwillig karakter heeft, maar een verplichting is die voor iedereen gaat gelden. Onafhankelijk toezichtEr is door de sector besloten om een juridisch adviesbureau in de arm te nemen om een waterdichte regeling te schrijven voor het private toezicht, waarmee geborgd wordt dat er een eerlijk systeem ontwikkeld wordt waarin iedereen op dezelfde wijze behandeld wordt. Het uiteindelijke toezicht zal niet door de PO's zelf worden uitgevoerd, maar door een onafhankelijke partij, wat moet leiden tot gelijke behandeling van alle vissers ongeacht PO en een verhoogde mate van transparantie. Technische verbetering Black BoxOok zal het Ministerie van LNV een technisch verbetertraject voor de BlackBox starten door middel van een NEN-certificeringtraject. Hierbij worden er normen opgesteld waar de BlackBox aan moet voldoen. Er zal binnenkort een werkgroep worden samengesteld die hiermee aan de slag gaat, waarbij het er uiteindelijk om gaat dat er een goedwerkende en betrouwbare BlackBox komt. Visserij en klimaatveranderingVisNed is samen met de PFA partner in het CERES project, waarin de effecten van klimaatverandering op visserij (internationaal) worden onderzocht. Deelnemers kunnen terugkijken op een goed bezochte stakeholderbijeenkomst afgelopen dinsdag in het Teylers Museum in Haarlem. Onder meer Cor Vonk (TX 1) en Henk Krijgsman (P&P) presenteerden wat zij aan boord merken van veranderingen in de vangstsamenstelling en wisten daarmee de zaal stil en mee te krijgen. Schipper Cor Vonk van de TX 1 nam de zaal mee in een zeer aansprekende presentatie waarin de veranderende vangsten in de loop van de geschiedenis van het familiebedrijf de revue passeerden. Schipper Henk Krijgsman van de trawler Dirk Dirk gaf een inkijkje in de veranderende omstandigheden voor de pelagische visserij. Ingrid Tulp van WMR presenteerde de resultaten van de jaarlijkse surveys door de tijd heen. Met dit alles ontstond een overzicht van de tastbare veranderingen die op zijn getreden in bestanden en commerciële vangsten. Case studies schol en makreelQua biologische veranderingen is het duidelijk dat soorten zoals schol en kabeljauw zich met de opwarming van het water noordwaarts verplaatsen. Schol wordt daarnaast verwacht nog kleiner te worden. Voor pelagische soorten is de noordwaartse verplaatsing in kilometers per jaar nog veel sterker dan voor de demersale soorten. Opvallend genoeg is de verwachting dat de tong haar verspreidingsgebied zal uitbreiden in het middengebied van de Noordzee en daarmee grotere vangsten zou kunnen gaan opleveren. Tegelijkertijd weten de kottervissers goed dat poon, mul en inktvis hun intrede hebben gedaan vanuit het Engels Kanaal. Vanuit de onderzoekers werd aangegeven dat het tempo van de veranderingen versnelt, en de verwachting is dat de versnelling nog verder zal doorzetten. Op het gebied van economische gevolgen bleven er nog veel vragen staan. Er werd een toekomst voorspeld waarin de kottervisserij rendeert, ondanks de aanmerkelijke veranderingen in de verspreiding van de vis. Het werd echter niet volledig duidelijk hoe zeker dit allemaal is. Een belangrijke aanname die in alle scenario’s gedaan werd is dat de visprijzen blijven stijgen (zo’n 75% tegen 2050 ten opzichte van nu). Dit is gebaseerd op algemene wereldwijde verwachtingen van voedselprijzen in de toekomst. Wat het resultaat is wanneer de prijzen niet gaan stijgen werd echter niet vastgesteld. Beleid en economie grotere invloed dan klimaatEen opmerkelijke conclusie was dat de invloed van klimaatverandering op het bedrijfsresultaat ondergeschikt zal zijn aan de invloed van beleidsontwikkelingen en de vis- en brandstofprijzen. Dat wil niet zeggen dat klimaatverandering geen grote veranderingen teweeg zal brengen. Mede in het licht van alle onzekerheden en de grillige maatschappelijke bewegingen lijkt het devies om in elk geval flexibiliteit op het gebied van vangstmogelijkheden te waarborgen. De bijeenkomst werd afgesloten met een publieke discussie. De concrete vragen die vanuit de visserijpraktijk werden opgeworpen, waar immers investeringsbeslissingen moeten worden gemaakt die bepalend kunnen zijn voor de toekomst van het familiebedrijf werden deels beantwoord maar met een grote onzekerheid. Het blijft de toekomst en er kunnen allerlei effecten optreden die de voorspellingen onderuit kunnen halen. In elk geval staat vast dat klimaatverandering net als het veranderend ruimtegebruik op zee de invloed op de vangsten steeds sterker doet gelden. Let op: totaal aanvoerverbod zeebaarsVolledigheidshalve wijzen wij de leden erop dat voor de maanden februari en maart een totaal aanvoerverbod geldt voor zeebaars. Dit geldt voor alle vistuigen en alle gebieden. Dit betekent dat in januari 520 kg aangevoerd mag worden en vanaf april geldt deze hoeveelheid per 2 maanden. Overzicht benutting visquota 2019Hieronder het benuttingsoverzicht van de uitputting in 2019 van de belangrijkste Nederlandse quota voor de kottervloot. Het overzicht is van 31 december 2019, dus tot en met week 52, maar nog niet definitief. Alle vangsten zijn wel verwerkt, maar er moeten nog wat ruilen verwerkt worden. Ter vergelijking eveneens bijgevoegd het overzicht per 31 december 2018, wat wel de definitieve cijfers van dat jaar weergeeft.
Totaaloverzicht PO-maatregelenOok in 2020 hebben de Nederlandse PO’s in CVO-verband maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te maken en om vroegtijdige sluiting van deze quota te voorkomen. Voor zeebaars gelden door de overheid ingestelde maatregelen. Het totaaloverzicht: PAP-regeling schol: Met ingang van woensdag 1 januari 2020 is de eerste periode van 4 weken ingegaan. Deze loopt van week 1 t/m 4 en luidt als volgt:
Tarbot, griet: Minimum aanvoermaat: 27 cm.
Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 – 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Aanvoer en verhandeling van meer dan 30 stuks in een kilogram is verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Roggen: Minimum aanvoermaat: 55 cm.
Zeebaars; Minimum maat voor zeebaars voor alle vlootsegmenten is 42 cm.
|
Postbus 59
8320 AB URK
Bezoekadres:
Vlaak 12 URK
Telefoon: 0527-684141
Fax: 0527-684166
Fotografie: oa. Albert de Boer, Willem Ment den Heijer en Jacob van Urk