Wij zijn VisNed
De vereniging van kottervissers
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
![]() VisNed behartigt de belangen van de Nederlandse kottervisserij |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brussel: Belangrijk netwerk en overlegNa de Europese verkiezingen komt het werk in het Europees Parlement (EP) weer op gang. Afgelopen dagen waren er daarom diverse overleggen in het EP. Ook vergaderde de Europese Associatie van Producentenorganisaties (EAPO) en de Noordzee Adviesraad (NSAC) in Brussel en mochten we onze mening over de aanlandplicht geven aan een delegatie van het Britse House of Lords. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie organiseerde haar jaarlijkse haringparty, een belangrijk netwerk evenement. Er worden de komende jaren belangrijke besluiten genomen in Brussel, onder meer over de Aanlandplicht, het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB), de nieuwe Controle verordening, het nieuwe Europees fonds en over de invoering van de Plastic-richtlijn. Nederlandse vertegenwoordiging in het Europees ParlementWe mogen ons als Nederlandse visserijsectorgelukkig prijzen met maar liefst vier Nederlandse Europarlementariërs van drie belangrijke politieke groepen in het Visserij Comité (PECH). Peter van Dalen (Chr. Unie) en Annie Schreijer (CDA) zijn lid van de commissie, Jan Huitema (VVD) en Bert Jan Ruissen (SGP) zijn plaatsvervangend lid. Peter van Dalen werd gekozen tot eerste vicevoorzitter van de Visserijcommissie. Een groot verschil met de periode 2009-2014, toen er nog geen enkele Nederlander lid was van deze commissie. Op initiatief van Annie Schreijer en Peter Van Dalen, overlegden Nederlandse visserij betrokkenen met de Nederlandse Europarlementariërs over de manier waarop de communicatie rond de processen in het EP vorm gegeven kunnen worden en hoe we elkaar optimaal geïnformeerd kunnen houden. Het was een nuttig overleg, wat de komende maanden concreet gemaakt gaat worden. Het betekent voor VisNed dat we de taken rondom al die Brusselse dossiers goed beleggen en optimaal contact hebben met zowel de teams van de Europarlementariërs als onze Europese koepelorganisaties EAPO en Europêche. EAPO en Noordzee Adviesraad over scholDe uitkomsten van de ICES adviezen 2020 stonden prominent op de agenda van de Noordzee Adviesraad en de EAPO werkgroep. Over deze ICES adviezen schreven we in onze vorige nieuwsbrief al uitvoerig. Ook tijdens deze presentatie werden vragen gesteld over de bijstelling van het assessment voor Noordzee-kabeljauw. Vorig jaar was het nog positief, het bestand ging omhoog en had bijna MSY bereikt, maar nu worden we geconfronteerd met een negatieve bijstelling waarbij aangegeven is dat de nieuwe inzichten erin resulteren dat blijkt dat het bestand vanaf 2016 al weer naar beneden ging. De discussie leidde tot de vraag hoe we in 2020 voorkomen dat kabeljauw een chokespecies wordt. Vanuit VisNed is het verlagen van de minimummaat voor schol op de agenda gezet. Door die maat te verlagen naar 25 cm, krijgt de verwerkende industrie meer grondstof beschikbaar en verminderen we de ongewenste bijvangst met 20%. Vanuit de vergadering werden vragen gesteld over de biologische en de markttechnische gevolgen van zo’n mogelijke verlaging. Die gaan we komende maand in kaart brengen en vragen ook een wetenschappelijke analyse van de gevolgen van deze wijziging. We weten al vele jaren dat de scholbox nooit gebracht heeft waarvoor deze is ingesteld, meer biodiversiteit. Integendeel; hoe dynamisch en rijk aan vis en ander leven dit gebied ooit was, zo arm is het nu sinds instelling van visserijbeperking. Vanuit de Belgische sector is er vraag naar het actualiseren van de evaluatie van de scholbox. Afgesproken werd dat hierover een verzoek aan de Europese Commissie zal worden gedaan. House of Lords over aanlandplichtNa Brexit, is het Verenigd Konikrijk zelfstandig bevoegd om de aanlandplicht anders in te vullen of af te schaffen. Afgelopen jaar heeft het House of Lords (het Britse Hogerhuis enigszins te vergelijken met onze Eerste Kamer) over de aanlandplicht een zeer kritisch rapport uitgebracht. Een delegatie van dit Britse parlement was naar Brussel gekomen om daar diverse meningen te horen, waaronder die van EAPO. Er is onderbouwd dat de aanlandplicht in haar huidige vorm onwerkbaar en niet te controleren is. Een slecht staaltje regelgeving, omdat er in gemengde visserij altijd ongewenste bijvangst is en omdat de toepassing tot verstikking van de visserij leidt. Het is een te radicale wijziging van beleid in te korte tijd. Ook is benadrukt dat vissers alleen gewenste vangst willen en dat ongewenste vangst wel werk, maar geen besomming oplevert, wat op zich al aanstuurt op selectiviteit. Vanuit de Nederlandse ervaring kon verteld worden over de projecten “overleving”, “Best practices” en “Selectiviteit”, projecten die waardevolle informatie hebben opgeleverd. Ook is verteld over het Fully Documented Fisheries initiatief. Het was een open gesprek, waarbij ook nogmaals benadrukt kon worden dat de Britten voor Nederland de naaste buren op de Noordzee zijn en dat ook na Brexit zullen blijven. PO Delta Zuid: dringen in de Zuidelijke NoordzeeOp 6 juli vond de jaarlijkse ledenvergadering van PO Delta Zuid plaats. Vissers maken zich grote zorgen om hun toekomst, vanwege het pulsverbod, de uitrol van wind op zee en de claims van NGO's waar geen eind aan lijkt te komen. Visserijbedrijven die afhankelijk zijn van de Zuidelijke Noordzee en het Kanaal voelen de gevolgen van het ruimtetekort op zee nu al. Delta Zuid is één van de vijf PO's die onder de landelijke koepel VisNed samenwerken. PO Delta Zuid nam afscheid van Adrie Mol als bestuurslid namens de garnalenvissers, die sinds 2004 lid van het bestuur was. Zowel binnen als buiten de PO verdedigde hij de belangen van de zuidelijke garnalenvissers. Eddy Sinke van de YE 138 werd gekozen als opvolger. In het huishoudelijk deel werd ook de jaarrekening van de PO goedgekeurd. Emoties lopen hoog opBij het bespreken van de actualiteiten liepen de emoties hoog op. Er was veel frustratie over het pulsbesluit op zich en ook over de overgangsperiode, die bij nader inzien 2,5 maand langer had kunnen duren. De grote ruimtelijke claims van wind op zee, maar zeker ook de natuurorganisaties die onbeperkt geld en podium lijken te krijgen ten koste van visserijgemeenschappen, geven een groot gevoel van onmacht. We leven in een land wat zich kenmerkt door het polderen en stakeholderprocessen, maar worden de belangen nog wel op gepaste wijze afgewogen? De zee verandert nu al en vissers zijn bezorgd over de milieu impact van wind op zee straks, maar natuurorganisaties lijken vooral druk met projecten. Zij voelen een mislukt natuurproject niet, zoals deze week de proef met oesters in windparken, terwijl een visserman bij elke windmolen een direct effect ondervind in zijn portemonnee. Laat staan op de lange termijn, als de bodemstructuur dusdanig veranderd is dat het ecosysteem effecten ondervindt. We leven echter in de realiteit dat het pulsverbod, de energietransitie en een onevenwichtig speelveld een feit zijn. Vanuit VisNed wordt veel inzet gepleegd om op al die dossiers alnsog het beste resultaat voor de varende vissers te behalen. BemanningszakenHet zorgen voor een goed opgeleide en gediplomeerde bemanning, voorzien van de juiste vaarbevoegdheden, is geen sinecure. Annemarie van Seters, die niet alleen bestuurslid is van Delta Zuid, maar namens VisNed ook lid is van de Sectorraad visserij benadrukte dat. Leden werden opgeroepen om bij twijfel gewoon contact op te nemen via 0527 - 684141 of info@visned.nl MaraSoft breidt Marad software uit voor visserijDe laatste jaren is de administratieve druk voor de vloot steeds verder toegenomen. Overzicht en inzicht zijn hierbij erg belangrijk of het nu gaat om het op orde hebben van certificaten van de bemanning, een RI&E of inzicht in de onderhoudsschema’s voor het schip. Het bedrijf MaraSoft heeft daarom hun bestaande scheepsmanagementsysteem (Marad) uitgebreid voor de visserij. Hierbij is vanuit VisNed actief meegedacht om de invulling ervan te optimaliseren. Zoals eerder vermeld in deze nieuwsbrief heeft IL&T aangekondigd dat zij schepen die alles goed op orde en inzichtelijk hebben willen gaan belonen, waarbij controle gebaseerd is op vertrouwen. Een goed gevoerde administratie kan dus direct wat opleveren tijdens een inspectie. Overal beschikking over documentenZowel aan boord als aan de wal beschikking hebben over alle benodigde documenten en informatie is een pré. Administratieve lasten lopen hoog op en wanneer er een inspectie plaatsvindt is het handig als iedereen binnen het bedrijf alles altijd bij de hand heeft. Op 15 november zal het C188 verdrag in werking treden. Als er met personeel in loondienst wordt gewerkt (bijvoorbeeld uitzendkrachten), kan de registratie van arbeid- en rusttijden een verplichting zijn waar u dus mee te maken kan krijgen. Marad maakt het mogelijk deze administratie te voeren en te bewaren voor het geval erop gecontroleerd wordt. Daarnaast is het aan boord hebben van een RI&E verplicht. Ook hiervoor heeft Marad een module, zodat de RI&E ingevuld kan worden en makkelijk bijgehouden kan worden. HerinneringsfunctiePer 1 april 2019 is het nieuwe Besluit Zeevarenden in werking getreden, waarbij er actief gecontroleerd wordt op het bezit en de geldigheid van certificaten. Zoals eerder in deze nieuwsbrief aangegeven kennen de medische certificaten (medical first aid en/of medical care) evenals de medische keuring een herhaalverplichting voor de visserij. Het programma Marad heeft een herinneringsfunctie, waarbij het systeem een melding geeft als deze certificaten bijna verlopen zijn. Zo kan tijdig een nieuwe cursus worden gevolgd of een medische keuring worden gepland. Interesse?Marad is uit verschillende modules opgebouwd, waarbij je minimaal drie modules moet kiezen. Relevante modules voor de visserij zijn de modules voor het onderhoud, certificaten en bemanning. Het Veiligheidscentrum op Urk is momenteel bezig met de ontwikkeling van een module waarbinnen de wettelijk verplichte RI&E een plaats krijgt. In overleg met de ontwikkelaar van de software is voor VisNed-leden een speciaal pakket samengesteld waarbij de relevante modules voor de visserij tegen een gereduceerd tarief kunnen worden aangeboden. Wanneer u interesse heeft in het Marad programma, kunt u zich hiervoor melden bij uw PO. Van hen krijgt u dan meer gedetailleerde informatie over de kosten per schip per jaar. Voor vragen kunt u contact opnemen met Jurie Romkes telefoon (0527-684141) of mailen (jromkes@visned.nl). Overleg Noordwestelijke wateren: zorgen om vangstquota nemen toeTijdens de bijeenkomst van de Adviesraad voor de Noordwestelijke wateren, vorige week in het Belgische Gent, kwam weer een scala van onderwerpen aan de orde. Volle agenda’s van het Uitvoerend Comité en de verschillende werkgroepen zorgden voor een druk programma waarbij Geert Meun de Nederlandse kottervissers vertegenwoordigde Hieronder een overzicht van waar de discussie nu staat. In een 'Horizontale Werkgroep' en het 'Uitvoerend Comité' onder voorzitterschap van Emiel Brouckaert, directeur van de Belgische Rederscentrale, werd eerst van gedachten gewisseld over het document waarin de Europese Commissie haar visie neerlegt hoe in 2020 de TAC’s moeten worden vastgesteld. Het Europese beleid heeft als doel om de visserijdruk zo te reguleren dat de maximaal duurzame oogst (MSY, ‘Maximum Sustainable Yield’) wordt behaald en er is in het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) vastgelegd dat dit uiterlijk in 2020 gerealiseerd moet zijn. Aangegeven werd dat in de Noordzee en de Noordwestelijke wateren de positieve ontwikkeling van de visbestanden doorzet, inmiddels worden 59 belangrijke bestanden beheerd volgens Fmsy (= duurzame visserij-inspanning), 6 meer dan vorig jaar. De omvang van de paaibestanden van deze bestanden liggen maar liefst 40 % hoger dan in 2003. In de Noordwestelijke wateren zijn er echter ook diverse bestanden die weinig herstel of juist een neerwaartse trend vertonen. Hierbij gaat het met name om rondvisbestanden. ICES-adviezenIn de verschillende werkgroepen werd door een vertegenwoordiger van ICES inzicht gegeven in de ontwikkeling van de visbestanden resulterend in TAC-adviezen voor 2020. Het beeld dat geschetst werd is divers. Ondanks de stijging in het aantal duurzaam beheerde bestanden werd bij diverse bestanden de toestandsbeoordeling fors naar beneden bijgesteld wat leidde tot voorstellen van grote reducties en zelfs nul-adviezen. Deze bijstellingen en ook de aanscherping van de MSY-bepalingen richting 2020 laat daarom een beeld zien van overwegend TAC-verlagingen. Zo worden bijvoorbeeld voor wijting in Het Kanaal ( min 44 %) en Kabeljauw in 7d (in combinatie met de Noordzee min 70%) grote kortingen voorgesteld en dat is zondermeer pijnlijk voor onze fly shooters opererend in Het Kanaal. In meerdere discussies werden vraagtekens gezet bij de kwaliteit van het wetenschappelijke advies en ook worden er vragen gesteld over oorzaken van de lage natuurlijke aanwas van nieuwe jaarklassen en wijzigingen in de verspreiding van veel bestanden. In relatie tot de aanlandplicht veroorzaken de ICES-adviezen veel kopzorgen, het is immers niet mogelijk dat complete visserijen gesloten worden omdat er van één of meerdere (bijvangst)soorten geen of onvoldoende quota beschikbaar zijn. Inmiddels gelden voor tenminste 5 bestanden een nul-advies voor de TAC. De beheerders (Europese Commissie en Visserijraad) hebben voor deze soorten een kleine bijvangst toegestaan maar het blijft heel lastig voor vissers hiermee om te gaan omdat bijvangst niet of nauwelijks te sturen is, dus dreigt vroegtijdige sluitingen. Binnen de NWWAC is vorig jaar de zogenaamde Choke Mitigation Tool opgesteld waarbij inzicht gegeven werd van welke vissoorten de vloten van de verschillende lidstaten een tekort hebben om de normale visserijactiviteiten te kunnen uitvoeren. In navolging daarop werd tijdens deze bijeenkomsten nagedacht over Best Practice methodes om choke-situaties te vermijden maar hieruit bleek dat, zoals eerder aangegeven, dit heel lastig, zo niet onmogelijk is. Technische MaatregelenEr was tijd ingeruimd om met de vertegenwoordiger van de Europese Commissie te overleggen over de stand van zaken rond de Technische Maatregelen. De publicatiedatum van de nieuwe verordening staat gepland op 25 juli waardoor de ingangsdatum 14 augustus wordt; overigens tweeënhalve maand later dan waarmee het ministerie van LNV rekening hield. Daarnaast staan er tegenstrijdigheden in de nieuwe verordening omdat uiteindelijk toch (doelsoort)percentages zijn opgenomen en daarmee kan een conflict ontstaan met de verplichtingen voortkomend uit de aanlandplicht. En hoe gaan op zee controleurs hier mee om en welke bepalingen gaan prefereren? Of Technische maatregelen of Aanlandplicht ? Er kwamen geen duidelijke antwoorden en daarmee wordt voor de visserman op zee natuurlijk onduidelijkheid en onzekerheid gecreëerd. Wel werd duidelijk dat veel oude verordeningen, bijvoorbeeld over voorzieningen aan netten etc. vernieuwd worden om zodoende bepaalde zaken te kunnen blijven gebruiken, zoals panelen, sleeplappen etc. Remote Electronic MonitoringEen vertegenwoordiger van het in Vigo gevestigde Europese Controle Agentschap gaf inzicht in de ideeën die ontwikkeld worden om te komen tot een verbetering van het toezicht en het wegnemen van verschil in toepassing van en controle op regels (Level Playing Field – gelijk speelveld). Zijn presentatie getuigde echter niet van begrip of enige compassie met de visserijsector. Zo gaf hij aan niet te begrijpen dat de visserman zo lang talmde met het uitvoeren van de verplichtingen uit de aanlandplicht, waarbij hij er volledig aan voorbij ging dat de aanlandplicht in de huidige vorm niet uitvoerbaar is. Hij sprak over het gaan toepassen van een systeem van “remote electronic monitoring”, het op afstand volgen van activiteiten van schepen door middel van cameratoezicht en sensors op netten, lieren en pompen. In Europa zijn 85.000 vissersvaartuigen en die kunnen uiteraard niet allemaal verplicht uitgerust worden met dergelijke apparatuur maar op basis van risicoanalyses zullen bepaalde groepen vaartuigen aangewezen worden. Volgens Vigo heeft het allemaal lang genoeg geduurd; in het kader van de aanlandplicht moet de selectiviteit en overleving sterk verbeterd worden en daarbij hoort een effectieve toezicht. En daar konden we het als sector mee doen. FocusgroepenVoor diverse onderwerpen zijn afspraken gemaakt over het opzetten van focusgroepen, onder meer voor het probleem van plastic afval in het marine ecosysteem, inclusief het verloren gaan of vervangen van netwerk waarvoor in Europa nagedacht wordt over een inleverplicht. Daarnaast gaat de werkgroep verder die nadenkt over een verbetering van het beheer van zeebaars, waarbij met name een oplossing moet komen voor het huidige onpraktische beheer wat vaak zorgt voor onnodige verspilling omdat een visserman gedwongen wordt tot discards van mooie zeebaars die onbedoeld in zijn netten terecht gekomen zijn. Ook wordt er een focusgroep opgetuigd voor het beheer van de bruine - of Noordzee-krab waarbij we een explosieve toename zien van de visserij met behulp van korven, niet alleen in de westelijke wateren maar ook in de Noordzee. VisNed gaat in alle drie werkgroepen participeren om vooral te bewerkstelligen dat er pragmatische en goed uitvoerbare regelgeving tot stand komt. Concluderend; twee intensieve dagen waarbij veel zaken de revue passeerden. Het overleg, zowel politiek, beleidsmatig en technisch, zal de komende maanden doorgaan. Registratieplicht in plaats van aanlandplicht?Tijdens een bijeenkomst bij Wageningen Marine Research (WMR) in IJmuiden is gisteren het Fully Documented Fisheries (FDF) project van start gegaan. Een onderzoek wat een alternatief moet geven voor de onwerkbare aanlandplicht. De Europese aanlandplicht is niet uitvoerbaar, niet naleefbaar en niet handhaafbaar, daarom moeten we zoeken naar een alternatief binnen de bestaande doelstellingen. Ongewenste vangst moet zoveel mogelijk vermeden worden, dat is beter voor het ecosysteem en beter voor de vissers. Die zitten immers niet op onnodig werk te wachten. Het idee achter de aanlandplicht was dat het zou leiden tot zuivere volledige informatie over vangsten omdat alles werd aangeland en dat de regelgeving vissers zou stimuleren tot selectiviteit. In de praktijk zijn beide doelstellingen, ook met aanlandplicht, niet haalbaar en niet realistisch. Daarom hebben WMR en VisNed, ondersteund door het Ministerie van LNV, een alternatief bedacht. Volledig gedocumenteerde visserij (Fully Documented Fisheries - FDF)Wetenschappers, beleidsmakers en vissers hebben behoefte aan correcte registratie van alle vangsten. Wetenschappers om goede bestandsschattingen te kunnen maken. Beleidsmakers om duurzaam visserijbeheer te realiseren. Vissers om week in week uit op de juiste plek zo efficiënt mogelijk duurzaam voedsel uit zee te oogsten. Het verzamelen van al die informatie is niet eenvoudig. Het idee dat dit zou lukken door vissers alles te laten aanlanden (wat uiteindelijk leidde tot bizarre regelgeving) is een waanidee gebleken, maar wat dan wel? Door slim gebruik te maken van moderne technologie moet een stap voorwaarts gezet worden. Beeldherkenningssoftware kan daarbij helpen en daar gaat dit project over. Automatisch registrerenDe technologie van beeldherkenning wordt in de agri-sector heel veel toegepast. Bijvoorbeeld om aardappelen of tomaten automatisch te sorteren of in de tuinbouw om zaailingen te (ver)planten. In dit project wordt bezien hoe dat soort beeldherkenningssoftware toe te passen is in dienst van de visserij. De opnames van de opvoerband en de sorteerband worden in het systeem ingevoerd, met gegevens over vissoort en gewicht, waarna de software gaat ‘leren’ om die plaatjes om te zetten in gegevens over vissoort, afmeting en gewicht. Dat moet uiteindelijk betrouwbare gegevens over gewenste en ongewenste vangst opleveren. De data is en blijft eigendom van de sector. Het is een pilot en een onderzoeksprogramma, want we zijn er nog niet. Maar als het gaat werken (en daar is goede hoop op) dan is er een alternatief voor de onwerkbare aanlandplicht gevonden. Geen cameracontroleDit project is dus heel wat anders dan de controle met camera’s waar VisNed fel tegenstander van is. Wij zijn tegen een “big brother” die de aanlandplicht controleert. Daarom werken we aan deze heel andere manier van denken. Er staan geen mensen op de beelden, alleen de opvoer- en sorteerband is in beeld en de beelden en data zijn in eigendom van de visserij zelf. Privacy issues zijn niet aan de orde, en de sector bepaalt zelf wie toegang krijg tot de data. Nog veel te doenHet laatste woord hierover is niet gezegd, want zowel wij als de controleurs, maar ook politici, NGO’s en beleidsmakers moeten overtuigd raken dat een goed systeem van Volledig Gedocumenteerde Visserij (Fully Documented Fisheries) een veel betere maatregel is dan de vermaledijde en onwerkbare aanlandplicht. MSC ZOE: Pilot vuilvissen (RWS) van startRijkswaterstaat start een proef om gericht op bodemvuil te vissen, dat achter is gebleven na het eerdere (grove) bergingswerk gekoppeld aan de ramp met de MSC ZOE. Bergingsschepen zijn eerder ingezet om groot afval te lokaliseren en te bergen, nu wil Rijkswaterstaat het kleine afval gaan opvissen met zowel een bergingsschip als een vissersschip. Er wordt gestart met een kleinschalige proef voor de duur van twee tot drie weken. De LO 28 van Frits van Dellen is door Rijkswaterstaat ingehuurd en gaat deze week beginnen met proefvissen. Voor Rijkswaterstaat was deze keuze logisch omdat ze al eerder ervaring met de LO 28 hebben opgedaan toen het als stand-by schip werd ingezet. Voorafgaand aan de pilot is het gebied met speciale sonarapparatuur in kaart gebracht en aan de hand daarvan is een route uitgestippeld waar de LO 28 zich op zal richten. Van iedere vangst wordt een nauwkeurige registratie bijgehouden. Een waarnemer van Wageningen Marine Research (WMR) zal hier in eerste instantie zorg voor dragen. Met het uitvoeren van de proef wordt onderzocht of vissersvaartuigen succesvol ingezet kunnen worden voor bergingswerkzaamheden op zee. De pilot zal worden geëvalueerd waarbij een belangrijk aandachtspunt is dat de opbrengsten en de inspanningen in een goede verhouding tot elkaar staan. Op basis van het resultaat van de pilot kan het zijn dat meerdere vissersschepen ingezet worden voor het vuilvissen, maar het kan ook betekenen dat er geen vervolg aan het vuilvissen wordt gegeven. Wat te doen met 15 miljoen?Op zaterdag 29 juni organiseerde het ministerie van LNV samen met de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een tweede bijeenkomst over de nationale innovatiemiddelen, een gereserveerd bedrag van 15 miljoen euro, te besteden aan visserij-innovaties. Het is zaak om zo snel mogelijk kaders te schetsen voor de openstelling van de toekomstige regeling. Het is een vreemde situatie, waarin aan de sector gevraagd wordt om te innoveren terwijl de vorige innovatie (puls) voldeed aan alle eisen maar internationaal is afgeschoten. Gezien de precaire situatie waarin de sector momenteel verkeert met het pulsverbod, de Brexit, de uitrol van Wind op Zee en een verzadigde garnalenmarkt is er grote behoefte aan toekomstperspectief. Vanuit de leden wordt aangegeven dat richting nodig is om überhaupt ná te kunnen denken over innovatie. Als puls niet mag, wat mag dan wel? Hoe kan gevraagd worden om brandstofbesparing als we al 50% brandstofbesparing gerealiseerd hadden? Hoe weet ik dat een nieuwe techniek niet ook op termijn verboden wordt? DenkrichtingenEr zijn financiële middelen gereserveerd om ondernemers met goede ideeën verder te helpen, maar zonder duidelijkheid is investeren een grote gok. Stilstaan is echter ook geen optie, hoewel voor sommige bedrijven bittere noodzaak. Tijdens de tweede innovatiebijeenkomst waren er beduidend meer ondernemers aanwezig dan bij de eerste sessie. Vanuit onderzoek werd geschetst wat de mogelijkheden zijn van 'big data' en beeldherkenning. "Mooi, maar wat hebben wij eraan?", klonk een vraag uit de zaal. Betrouwbare registratie van vangsten is echter een mogelijkheid om van de onwerkbare aanlandplicht naar een werkbare registratieplicht te gaan dus in deze vorm van technische innovatie zit potentie. Met betrekking tot innovatie aan boord werden voorbeelden getoond van weerstandsvermindering van schepen, door gebruik van luchtbellen en Anton Dekker (Jaczon) lichtte de laatste stand van zaken toe met betrekking tot het vissen met waterstralen, waarmee de platvis wordt opgeschrikt. Hoewel de resultaten wisselend hoopgevend zijn kost innoveren enorm veel geld en tijd. Eigen data ter ondersteuning van ondernemersOok ziet VisNed de mogelijkheden van dataverzameling ter ondersteuning van onze eigen observaties in de praktijk. We zijn als sector vaak afhankelijk van onderzoeksinstituten als het gaat om inzicht in (ook onze eigen) gegevens. Dat kan anders, we kunnen ook zelf meer gegevens verzamelen. VisNed werkt op dit thema nauw samen met de PFA van de trawlersector. Versnippering tegengaanVisNed is nauw betrokken bij de diverse investeringsregelingen en onderhoudt goed contact met de diverse onderzoeks- en overheidsinstanties. Versnippering van 'potjes' en ideeën ligt op de loer. Vanuit VisNed geven we aan dat het zaak is zo veel mogelijk focus aan te brengen zodat er grote efficiënte stappen gezet kunnen worden. Het moet niet zo zijn dat, als er eenmaal een goed idee is, blijkt dat de diverse subsidiemogelijkheden versnipperd zijn verdampt in kleine goedbedoelde 'spielerei', adviesbureaus en onderzoeken waar we niks aan hebben. IRC-Shrimp bijeenkomst LauwersoogDinsdag 2 juli en woensdag 3 juli vond er een internationale bijeenkomst plaats in Lauwersoog waar wetenschappers uit verschillende landen samen met vertegenwoordigers van de garnalensector hebben gesproken over onderzoek in de garnalenvisserij. De bijeenkomst was georganiseerd door Wageningen Marine Research (WMR), NVB en VisNed. Het doel van het project International Research Cooperation Shrimp (IRC Shrimp) is om kennis en ervaringen uit te wisselen tussen wetenschap, visserijsector en maatschappelijke organisaties uit België, Duitsland, Denemarken en Nederland. Om alle deelnemers beter bekend te maken met de praktijk, was er naast de vergaderuren ook tijd ingeruimd om een kijkje te nemen in de afslag van Lauwersoog, een bezoek te brengen aan Heiploeg en konden deelnemers aan boord van de ZK18 van Johan Rispens en Henk Buitjes stappen voor een kort vistripje. UitkomstenEr is gesproken over de manier waarop de garnalenvloot in een onderzoek het beste beschreven kan worden. Hierbij is de wens uitgesproken zoveel mogelijk dezelfde elementen te gebruiken, zoals bijvoorbeeld het gebied waarin men vist en hoeveel dagen men voor een visreis op zee is. Daarnaast is er gesproken over de zelfbemonsteringsreizen. Om de uitzondering op de aanlandplicht te behouden moet de kennis over discards worden verbeterd en uitgebreid. Door te werken met een groot aantal samples, verspreid over de hele vloot en het jaar, wil men proberen een zo betrouwbaar mogelijk resultaat te krijgen. Daarnaast zullen er, als extra waarborg, ook een aantal waarnemersreizen plaats gaan vinden. Hoe verder?De eerste bijeenkomst van het IRC Shrimp was er vooral één van kennismaken. Om tot samenwerking te komen moet je ook de (on)mogelijkheden van de ander snappen. “De inhoudelijke discussies zorgen ervoor dat kennis bijeengebracht en gebundeld wordt, zodat het beheer van de visserij verbeterd kan worden. Daarnaast was ik blij verrast door de actieve onderdelen van het programma. Hoewel ik vaker gevist had met wetenschappelijk-vistuig had ik eerder niet de mogelijkheid om aan boord te stappen bij een commerciële visser. Voor mij is dit een bijzondere aanvulling op mijn kennis van de garnalenvisserij.” geeft Kim Hünerlage van het Thunen Instituut aan. De volgende bijeenkomst van het IRC Shrimp-project staat gepland voor februari 2020 in Denemarken. Ook hier zal gewerkt worden aan internationale samenwerking om tot bruikbare kennis over de garnalenvisserij te komen. Een meer uitgebreid verslag vindt u in het komende Visserijnieuws. PAP-regeling schol ongewijzigdDe PAP-commissie heeft besloten de PAP-regeling schol op 100% van de basishoeveelheid te laten staan. Het Coördinatiecomité PAP-schol, opererend onder de CVO, monitort voortdurend de aanvoer en marktontwikkelingen van schol. De aanvoer van schol kent een marginale opleving maar blijft achter bij de behoefte in de markt. De PAP-commissie ziet geen reden om de regeling aan te passen. Omdat deze toch niet gehaald wordt blijft deze op 100% staan. De aanvoer x 1000 ton en prijsvorming van schol zag er de afgelopen periode, in vergelijk met voorgaande jaren als volgt uit:
Nieuwe PAP-regeling schol Met ingang van maandag 15 juli 2019 is de vierde periode van 4 weken ingegaan. Deze loopt van week 29 t/m 32 (15 juli – 10 augustus 2019). Besloten is de aanvoerregeling ongewijzigd te laten zodat deze er voor de nieuwe periode van 4 weken als volgt uit ziet:
De PAP-regeling schol kent 2 aanvullende bepalingen om de flexibiliteit te vergroten:
Vaartuigen die gebruik willen maken van bovenstaande flexibiliteitsbepalingen dienen dit vooraf aan te geven bij de PO. Bovenstaande regelingen gelden ook voor de visserij in het Skagerrak. Enquêteverzoek visserij en Ruimtelijke Ordening NoordzeeVanuit de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is student Felix Zundel bezig met een afstudeeronderzoek naar de wijze waarop visserij betrokken wordt in Ruimtelijke Ordeningsvraagstukken en hoe de persoonlijke beleving hieromtrent is. Het invullen van de enquête door betrokkenen in de visserijsector wordt op prijs gesteld. De enquête duurt 10 minuten en antwoorden worden anoniem verwerkt. De enquête vindt u hier. Vragen gaan onder meer over de invloed van de sector op de plannen voor wind op zee, natuurgebieden en ander gebruik, waardering voor de sector vanuit de maatschappij en politieke invloed van de sector. Overzicht benutting quota 2019Hieronder het benuttingsoverzicht van de uitputting in 2019 van de belangrijkste Nederlandse quota voor de kottervloot. Het overzicht is van 11 juli 2019 wat betekent dat de aanvoer tot en met week 26, dus het eerste half jaar, verwerkt zal zijn.
Ter vergelijk de aanvoer tot 20 juli 2018, wat feitelijk tot en met week 27 van 2018 betekent. Uit het overzicht blijkt dat in 2019 de aanvoer van de belangrijkste soorten achter blijft bij de benutting vorig jaar, toen er al minder aangevoerd werd dan in 2017. Van een aantal bijvangstsoorten ligt de aanvoer wel hoger.
Totaal overzicht PO maatregelenOok in 2019 hebben de Nederlandse PO’s in CVO-verband maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te maken en om vroegtijdige sluiting van deze quota te voorkomen. Voor zeebaars gelden door de overheid ingestelde maatregelen. Het totaaloverzicht: PAP-regeling schol:
Rog: Minimum aanvoermaat: 55 cm.
Tarbot, griet: Minimum aanvoermaat: 27 cm.
Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 – 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Noorse kreeft valt enerzijds onder Aanlandplicht maar tegelijk mogen ondermaatse Noorse kreeft gediscard worden onder de minimis-regeling, dus feitelijk is er niets gewijzigd t.o.v. vorig jaar. Daarom is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Zeebaars; Minimum maat voor zeebaars voor alle vlootsegmenten is 42 cm.
|
Postbus 59
8320 AB URK
Bezoekadres:
Vlaak 12 URK
Telefoon: 0527-684141
Fax: 0527-684166
Fotografie: oa. Albert de Boer, Willem Ment den Heijer en Jacob van Urk