Wij zijn VisNed
De vereniging van kottervissers
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
![]() VisNed behartigt de belangen van de Nederlandse kottervisserij |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ICES-adviezen 2020: ondanks groeiende bestanden toch weer lagere vangstquotaVandaag zijn de ICES-adviezen voor volgend jaar gepresenteerd. De Europese Raad van Visserijministers stelt eind 2019 de nieuwe vangstquota vast voor 2020, op basis van onder andere deze vangstadviezen. Ondanks dat ICES concludeert dat door lagere visserijdruk de belangrijkste bestanden er heel gezond voor staan worden de TAC-Adviezen opnieuw verlaagd. VisNed blijft grote vraagtekens zetten bij de totstandkoming van de vangstadviezen, met name met betrekking tot de referentiepunten in het kader van het duurzame beheer van de visbestanden. Ondanks groeiende en gezonde bestanden worden substantiële verlagingen van de TAC’s voorgesteld, verlagingen die niet wetenschappelijk onderbouwd worden. Groeiende bestanden in combinatie met verlaagde vangstmogelijkheden heeft in het verleden vaak geleid tot een toename van de dis-cards, omdat het quotum ontbrak om deze aan te voeren. Die situatie willen we als sector liever voorkomen. De insteek dat alle bestanden tegelijkertijd aan de MSY-beheersmaatregelen moet voldoen, sluit niet aan bij de werkbaarheid in de praktijk. VisNed pleit er daarom voor om maximaal gebruik te maken van de in het Noordzee-beheerplan vastgelegde bandbreedtes voor het duurzaam beheer. Europees beheerplanHet Europese beleid heeft als doel om de visserijdruk zo te reguleren dat de maxi-maal duurzame oogst (MSY, ‘Maximum Sustainable Yield’) wordt behaald. Dit is de visserijdruk die leidt tot de hoogst mogelijke oogst van een visbestand op de lange termijn. Het MSY-niveau is voor iedere vissoort anders. Om hiermee in het beheer van de gemengde visserij rekening te houden, zijn er bandbreedtes voor MSY opgenomen. Wanneer de vangst van een soort binnen zijn bandbreedte blijft, wordt het bestand op een duurzame manier bevist. Gezond bestand NoordzeetongHet volwassen Noordzeetongbestand wordt geschat op iets meer dan 55.000 ton, en bevindt zich boven het MSY-streefniveau. Sinds 1997 is de visserijdruk op dit bestand sterk afgenomen en daar is dus ook resultaat van. ICES adviseert dat de totale vangst van tong in de Noordzee binnen de bandbreedte van 7.170 ton en 20.820 ton moet blijven. Als er sprake zou moeten zijn van één getal moet volgens ICES volgend jaar de TAC voor tong naar 12.317 ton, dit jaar: 12.555 ton, een afname van 2%. Voor het eerst sinds metingen meer dan 1 miljoen ton volwassen scholOnderzoekers schatten dat er voor het eerst meer dan 1 miljoen ton aan volwassen schol rondzwemt, namelijk 1.052.000 ton ten opzichte van 913.000 ton in 2018. Het bestand is astronomisch groot en groeit nog steeds. Sinds de start van de bestand-schatting in 1957 is niet eerder zoveel schol gemeten. De sterke toename van het bestand is vooral gekoppeld aan de forse afname van de visserijdruk en toont aan dat goed visserijbeheer haar vruchten afwerpt. De afgelopen 3 jaren is de TAC telkens met meer dan 15% gedaald, dus met de voorgestelde 7,5 % verlaging voor volgend jaar zijn de vangstmogelijkheden voor schol in enkele jaren tijd gehalveerd. Visserijmaatregelen die ten doel hebben be-standen op duurzaam niveau te krijgen en te houden, daar kan niemand op tegen zijn. Maar gezien de hoogte van het scholbestand is VisNed zeer ontstemd over dit advies. Tarbot al vijf jaar boven MSY niveauHet bestand tarbot wordt op ruim 8.500 ton geschat. De visserijdruk zit sinds 2012 onder het maximale niveau en het bestand sinds 2013 boven MSY niveau. ICES advi-seert om in 2020 maximaal 4.538 ton tarbot in de Noordzee te vangen. De schatting van het tarbotbestand zou volgens ICES verder verbeterd kunnen worden door een gerichte jaarlijkse onderzoekssurvey op de Noordzee. Sinds 2018 voert VisNed samen met Wageningen Marine Research een survey uit op tarbot en griet, om hieraan tegemoet te komen. Gezonde situatie voor grietGriet is een gegevensarm bestand, waarbij voor het bepalen van vangstadviezen gebruik gemaakt wordt van een indexering. Deze index wordt berekend op basis van het vangstsucces van Nederlandse kotters, waaruit wordt geconcludeerd dat het bestand sinds 2015 afneemt. Het bestand bevindt zich wel boven het MSY-niveau. De visserijdruk is lager dan toegestaan, maar voor gegevensarme bestanden adviseert ICES altijd volgens de voorzorgsbenadering en geldt het advies voor twee jaren. Dit betekent dat er in 2020 en 2021 in de Noordzee, Kattegat, Skagerrak en in Het Ka-naal maximaal 2.559 ton griet mag worden gevangen. Het TAC-advies 2020 voor tarbot en griet gezamenlijk is 7.097, terwijl dat voor dit jaar nog 8.022 ton was, een afname van 11 % ondanks dat beide bestanden boven MSY zijn. Kabeljauwbestand helaas onder het limietniveauNa een historisch dieptepunt in 2006 raakte het kabeljauwbestand in de Noordzee, Skagerrak en in het oostelijke deel van Het Kanaal in 2014 uit de gevarenzone door goed beheer. De voorzichtig ingezette groei lijkt echter niet door te zetten, en het bestand is nu opnieuw onder het limietniveau, wat betekent dat het bestand een verminderde capaciteit heeft om zich te kunnen voortplanten. Naar schatting zwemt er ongeveer 81.000 ton volwassen kabeljauw in de Noordzee. Wijting stabielHet bestand wijting in de Noordzee en het oostelijke deel van Het Kanaal bevindt zich net onder het MSY-streefniveau en wordt geschat op ruim 156 duizend ton. Er mag in totaal maximaal 22.082 ton wijting worden gevangen, waarvan uit de Noordzee 15.036 ton voor menselijke consumptie. Zeebaars blijft op limietniveauHet zeebaarsbestand in de zuidelijke en centrale Noordzee, Ierse Zee, Het Kanaal, Bristol Kanaal en de Keltische Zee blijft op het limietniveau en wordt geschat op iets minder dan 11.000 ton. Hoewel de visserijdruk sinds 2013 fors is afgenomen en onder het MSY-niveau ligt, resulteert dit niet in een groei van het bestand. De aanwas is al sinds 2008 laag, wat waarschijnlijk de oorzaak is voor de achterblijvende groei. ICES adviseert dat de totale vangst voor deze gebieden in 2020 binnen de band-breedte van 1.643 ton en 1.946 ton moet blijven. Voor de recreatieve visserij vertaalt dit zich in een vangst van tussen de 346 ton en 412 ton. Noorse kreeft stabielICES geeft voor de Noorse kreeft een jaarlijks of tweejaarlijks vangstadvies af per leefgebied. Voor de Nederlandse vissers zijn voor 2019 vooral de adviezen voor de gebieden Botney Cut/Silver Pit (gebied 5) en Horn's Reef (gebied 33) belangrijk. Voor de Botney Cut/Silver Pit adviseert ICES een jaarlijkse maatse vangst van 1.074 ton in 2019 en 2020 en voor Horn’s Reef voor beide jaren een vangst van 1.154 ton. Nederlandse kreeftjesvissers zijn samen met Wageningen Marine Research (WMR) dit jaar een project gestart om de bestanden in de 2 genoemde gebieden beter in kaart te brengen en zo de basis voor de vangstadviezen te verbeteren. Tabel: Ontwikkelingen paaibestanden en visserijdruk, totaal toegestane vangsten in 2019 en ICES-advies voor 2020 (in tonnen) voor vissoorten die belangrijk zijn voor Nederlandse visserij.
1 TAC = totale vangst = vis die voldoet aan de minimummaat (maats) + ondermaatse vis. Voor haring en wijting (Noordzee-deel) in deze tabel weergegeven voor de visserij voor menselijke consumptie. 2 Vanwege de invoering van de Europese aanlandplicht geeft ICES advies voor de totale vangst (maats + ondermaats). Voor haring en wijting (Noordzee-deel) in deze tabel weergegeven voor de visserij voor menselijke consumptie. 3 Procentueel verschil tussen de geadviseerde TAC 2020 (dus incl. ondermaatse vangst) en de vastgestelde TAC voor 2019 (incl. ondermaatse vangst). Voor haring en wijting gaat het om de visserij voor menselijke consumptie. Voor haring is de ondermaatse vangst verwaarloosbaar. 4 MSY-niveau 5 MSY-bandbreedte 6 Voor tarbot en griet geldt gezamenlijke totale TAC. Het is niet mogelijk het verschil tussen het advies per soort en de vastgestelde gezamenlijke TAC te berekenen. 7 TAC Noordzee en zuidelijke deel Noorse Zee (exclusief Kanaal en de industriële vangst) . 8 Voor 2018 en 2019 adviseerde ICES een vangst van 0. Vervolgens heeft de Europese Raad van Visserij Ministers geen TAC voor die jaren vastgesteld. Wel is er onder voorwaarden beperkte vangst toegestaan
Flexibiliteit BT-TR geen bedreiging voor stabiliteit kottersectorLNV en de visserijsector zijn al maanden in gesprek over het voornemen om de BT vloot (pulskor/boomkor) toegang te geven tot TR1 (twinrig, borden en fly-shoot visserij op platvis, met name schol). Vorige week hebben ruim 50 ondernemers een brief aan LNV en RVO gestuurd, waarin zij hun zorgen hierover uiten. In deze brief wordt 'relatieve stabiliteit van de sector' genoemd als argument om de BT-TR1 flexibiliteit niet te gunnen. De stabiliteit van de visserijsector hangt echter samen met beschikbaarheid van quotum en niet met toegang tot visserijmethoden, mits er maatregelen zijn getroffen om oneerlijke concurrentie te voorkomen. Over die maatregelen waren alle partijen het tot vorige week met elkaar eens. De zorgen die in de brief geuit worden zijn bekend. Het Ministerie van LNV en de organisaties VisNed en Vissersbond voeren al vijf maanden lang intensief gesprekken over mogelijke knelpunten. Oplossingen voor deze knelpunten zijn onderdeel van het concept voor openstelling BT/TR1 dat tot op vorige week door alle betrokken PO’s werd onderschreven. Het laatste open eind, een voorstel voor beperking op KW’s, was onderdeel van de lopende gesprekken tussen de VisNed PO’s en PO Vissersbond. Het voorstel vanuit VisNed is om deze beperking op 1000KW te zetten. Voordat hier intern uitsluitsel over was, heeft de Vissersbond naar aanleiding van intern overleg besloten om vast te houden aan 700KW en toch de verruimingsmogelijkheden voor de BT vloot (waaronder pulsvissers) niet te willen ondersteunen en dit aan LNV mede te delen. VisNed beschouwt de brief van de pakweg 55 vissers en woordvoerders als een duidelijk signaal dat de organisaties niet adequaat gereageerd hebben op vragen van de vloot die blijkbaar speelden. Een deel van de ondertekenaars opereert onder buitenlandse vlag, maar VisNed verbaast zich er wel over dat bij de PO’s bovenstaande signalen niet zijn binnengekomen hoewel de BT-TR discussie meermaals bij de PO's ter sprake is gekomen. Besluitvorming hierover ligt nu bij LNV. Hoe zit het met de relatieve stabiliteit waarover gesproken wordt?Het systeem van trackrecords blijft in stand, je moet kunnen aantonen dat je een visserijverleden BT/TR hebt. Ook wordt flexibiliteit alleen toegestaan tussen BT en TR1 met maaswijdte groter dan 100mm, het gaat dus puur om de visserij op platvis. De vangstmogelijkheden blijven te allen tijde beperkt door de beschikbaarheid van het quotum wat op basis van wetenschappelijke bevindingen wordt vastgesteld. Hoeveel quotum iemand tot zijn beschikking heeft blijft leidend of er, en hoeveel er, gevist mag worden. Hier wordt niet aan getornd. Verhoogt dit de druk op de scholbestanden?Nee. Quotum is geen beperking omdat het scholquotum onderbenut wordt. Vissers blijven gelimiteerd door de beschikbaarheid van, en het in bezit zijn van, quotum. Maar de visserij op Noorse kreeft dan?De visserij op Noorse kreeft wordt beschermd doordat TR2 (80-99mm) buiten schot blijft. Er worden in het TR2-segment steeds meer vaartuigen actief in de visserij op Noorse kreeft, terwijl Nederland van dit quotum een structureel tekort heeft en er jaarlijks meerdere internationale ruilen moeten worden opgezet. Er is besloten dat alleen TR1 met maaswijdte 100mm of groter wordt opengesteld, feitelijk wordt daarmee alleen de visserij op platvis mogelijk gemaakt. Dit geeft antwoord op de vraag die in de brief gesteld is of de overheid kan garanderen dat er in TR1 geen kreeftenvisserij ontstaat, met 100mm of groter vang je geen of nauwelijks kreeft. Ik heb geïnvesteerd in TR, verdampt mijn investering nu?Nee. In het verleden hebben ondernemers geld gestoken in de aanschaf van TR-Trackrecords. Door alleen TR1 open te stellen voor BT, behoudt TR2 haar waarde, dus de aangeschafte TR-trackrecords zijn significant verschillend dan hetgeen wat nu wordt vrijgegeven. Ik heb geen behoefte aan meer kotters op mijn visgrondenHet is begrijpelijk dat niemand zit te wachten op concurrentie. Het BT segment waarop de verruiming naar TR gericht is, heeft echter ook geen behoefte aan een pulsverbod, windparken en een Brexit maar daar zijn nu eenmaal politieke besluiten over genomen. De Noordzee zal op korte termijn erg veranderen en ruimte wordt knellend, daarom is een transitie hard nodig. Over die visserijtransitie wordt met LNV en in het OFL traject gesproken. Tot die tijd ondervinden we ruimtetekort aan den lijve. Iedereen heeft baat bij diversiteit en flexibiliteit in de sector, zodat de klappen opgevangen kunnen worden. Waar mogelijk zoeken we als organisaties voor iedereen naar deze flexibiliteit, waar dit in het belang is van het collectief, het geheel. Voorheen was de inzet van de organisaties om er voor te zorgen dat de overheid extra TR-zeedagen zou bijruilen voor schepen waarvoor dat dringend gewenst was. Deze bedrijven hebben destijds gebruik gemaakt van de daarmee gecreëerde flexibiliteit. Het moet niet zo zijn dat een deel van deze bedrijven in de huidige situatie collega-vissers de mogelijkheid tot flexibiliteit ontneemt. VisNed acht de flexibiliteit die gecreëerd wordt in bovenstaand geval van collectief belang omdat de visserij op de Zuidelijke Noordzee, met name (nu) tongvisserij, financieel een belangrijke drager van de sector is – ook voor voorzieningen aan wal. En het zou goed zijn als de druk daar wordtt verminderd. Ook andere visserijsegmenten hebben profijt van goede voorzieningen en een gezonde sector in de breedste zin. Twee kandidaten voor voorzitterschap Noordzee-adviesraadVorige week kwamen het Uitvoerend Comité en de Algemene jaarvergadering van de Noordzee-advies (NSAC) in Kopenhagen bijeen. Naast actuele onderwerpen stonden huishoudelijke zaken op het programma, alsmede de invulling van diverse functies waaronder het voorzitterschap van de NSAC. Deze verkiezing werd doorgeschoven naar de volgende vergadering. Een belangrijk onderdeel in deze bijeenkomsten was het overleg met het Deense voorzitterschap van de Scheveningen Groep (overleg van EU-lidstaten rond de Noordzee) in de persoon van Ole Toft, directeur Visserij van het Deense ministerie. Het voorzitterschap van de Scheveningengroep rouleert tussen de landen en dit jaar is Denemarken aan de beurt. Allerlei actuele onderwerpen passeerden de revue, zoals de Discardsplannen 2020 over de invulling van de aanlandplicht, Technische Maatregelen, Fully Documented Fisheries en Brexit. Het was voor de leden van de NSAC een verademing om met deze belangrijke ambtenaar van gedachten te wisselen. Hier is sprake van een vertegenwoordiger van de lidstaten die constructief en oplossingsgericht denkt over veel zaken waarbij vooral pragmatisch naar zaken gekeken moet worden zonder het onmogelijke van de vloot te vragen. Bij ambtelijke diensten van diverse andere lidstaten ontbreekt deze visie nogal eens. Erkend wordt dat het adviseringswerk van de Adviesraden richting Europese geledingen en lidstaten gebaseerd moet zijn op het bereiken van consensus tussen de verschillende stakeholders maar dat dit proces steeds moeizamer verloopt, vooral vanwege de scherpere standpuntbepalingen van NGO’s. In ieder geval neemt dit proces veel tijd in beslag en die tijd wordt de Adviesraden lang niet altijd gegund. Hoewel de gevolgen van de Brexit voor het toekomstig beheer van de Noordzee nog volstrekt onduidelijk zijn, werd in deze vergadering wel een start gemaakt met het nadenken over de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid, immers ook na de Brexit zal er sprake zijn van een gezamenlijk beheer. Dat het daarbij complexer wordt is duidelijk. Nu is er bij EU – Noorwegen sprake van zes gezamenlijk te beheren stocks, bij EU – Noorwegen – VK zal er sprake zijn van ongeveer 100 bestanden. Verhuizing secretariaatTijdens de Algemene Jaarvergadering kon bekend gemaakt worden dat de verhuizing van het secretariaat vanuit Aberdeen naar Zoetermeer zowel juridisch als organisatorisch volledig afgerond is. De NSAC is nu een rechtspersoon naar Nederlands recht gevestigd in het Visserijcentrum te Zoetermeer waar ook andere (inter)nationaal opererende visserijorganisaties gevestigd zijn. Alle werkzaamheden rond de verhuizing zijn zeer goed uitgevoerd door Noor Visser, Profinis uit Urk is aangewezen als accountant voor de NSAC. Organisatorische zakenEen deel van de vergadering werd ingeruimd voor het vaststellen van het werkplan 2019 – 2020 en de budgetten/begroting van de NSAC. Omdat directeur Niels Wichmann van de Deense PO binnenkort met pensioen gaat, komt ook het voorzitterschap van het Uitvoerend Comité vacant. Hiervoor hebben zich twee kandidaten gemeld; de Deense visserijbestuurder Kenn Skau Fisher en vanuit de NGO-wereld Irene Kingma van de Nederlandse Elasmobranchen Vereniging. De statuten van de NSAC schrijven voor dat bij meervoudige kandidaatstelling een commissie van 3 leden uit het Uitvoerend Comité hiermee aan de slag gaat en dat hierover in een volgende vergadering via een stemming een besluit genomen zal worden. Van de Demersale werkgroep werd Barrie Deas herbenoemd als voorzitter en als nieuwe voorzitter van de werkgroep Skagerrak/Kattegat werd Peter Olsson uit Zweden benoemd. De benoeming van de twee vicevoorzitters en van de werkgroep Ecosysteem / Ruimtelijke Ordening werd ook doorgeschoven naar de volgende vergadering. Vibeg-akkoord, continu zoeken naar balans in gespannen verhoudingenHet Vibeg proces over “Visserij in Beschermde Gebieden” gaat over de visserij in de Natura 2000 gebieden Vlakte van de Raan, Voordelta en Noordzeekustzone. Dat proces verloopt met horten en stoten. Er wordt veel overlegd, maar er gebeurt weinig en er zijn continu ‘kip en ei’ discussies. Onderlinge relaties staan onder hoge druk en recentelijk dreigde het proces volledig te ontsporen. Dat is gelukkig niet gebeurd. In het Vibeg akkoord is sprake van zonering van gebieden naar tuigcategorie. Daarin is maar heel beperkt sprake van mogelijkheid voor boomkorvisserij met wekkerkettingen. Er is na het verbod op pulsvisserij een nieuwe situatie ontstaan en er is behoefte bij garnalenvissers om op platvis te vissen. Een eerdere aanvraag voor een vergunning is ingetrokken, daar dit niet conform afspraak is verlopen. De behoefte om na de nieuw ontstane situatie mogelijkheden voor de vloot te creeren blijft onverminderd, in overleg met de Vibeg partners wordt nu gekeken naar wat mogelijk is. Brievenbus en zeewierIn 2018 is er gedurende een langere periode een uitzondering op het gebruik van zeeflap geweest, vanwege extreme hinder van zeewier. Doordat dit zeewier in het net blijft hangen vermindert de werking van het net (en daarmee de werkbaarheid) zodanig dat er oplossingen nodig zijn. Het gebruik van de zogeheten brievenbus is hier een goed werkend alternatief voor. Het verzoek voor eenzelfde uitzondering voor 2019, als de uitzondering in 2018, is bij het Ministerie van LNV ingediend maar LNV wil eerst afwachten of het dit jaar weer nodig is. Of de uitzondering weer mogelijk is, is volgens LNV afhankelijk van of de zeewiergroei wederom net zo belemmerend is. VisNed zou hier liever vooraf op inspelen, om te voorkomen dat er kostbare tijd verloren gaat aan procedurele stappen. Sociale impact van visserijbeleid structureel onderbelichtHet Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) kent niet alleen duurzaamheidsdoelstellingen op het ecologische vlak, maar ook op het sociaal-economische vlak. Werkgelegenheid, leefbaarheid van visserijgemeenschappen en natuurlijk het voorzien in voedsel als basis voor stabiele samenlevingen, zijn onderdeel van beleidsdoelstellingen. In de beleidsdiscussies blijft het sociale belang vaak onderbelicht. VisNed is veel tijd kwijt aan gesprekken met natuurorganisaties en wetenschappers over de impact van visserij op ecologie, biodiversiteit, visbestanden en bodemstructuur. De impact van maatregelen op de visser worden echter maar beperkt besproken, laat staan onderzocht. Dit moet veranderen, zo ook ICES. Daarom is onlangs de ICES werkgroep WGSOCIAL opgericht, met als doelstelling een focus op beleidsondersteunend sociaal onderzoek. VisNed is erg blij met deze ontwikkeling, zeker daar de discussie over natuur steeds verder polariseert en er te weinig rekening wordt gehouden met de impact van de natuurlobby op de leefbaarheid en economie van visserijgebieden. En dat staat nog los van de impact die de toegenomen regeldruk en de aanvallen vanuit NGO's hebben op de visserman zelf. MARE beleidsdagTijdens de MARE beleidsdag op 24 juni 2019 stond dit (vergeten) aspect centraal, met de vraag: 'Hoe kunnen we het sociale belang van visserij dusdanig definiëren en kwantificeren dat we het kunnen gebruiken in beleidsontwikkeling?'. Dat is best een lastige vraag, want hoe meet je hoe belangrijk visserij is voor de identiteit en aantrekkelijkheid van een regio? Marloes Kraan (Wageningen Marine Research) houdt zich onder meer bezig met dit soort vragen en heeft een aantal weken geleden via (sociale) media een oproep gedaan om van vissers te horen wat visserij voor hen betekenden. De vele antwoorden gaven een goed beeld, waarbij familie, trots en traditie vaak werden genoemd, maar ook het belang van de visserij voor de lokale gemeenschap en de sociale samenhang in dorpen. Ondernemers Anja Keuter en Maarten Drijver gaven een presentatie en ook werd een film vertoond van visserman en EMK bestuurslid Dirk Kraak. De aanwezigen vanuit de visserij hebben de conferentie ervaren als een warm bad, waar er ruimte was voor goede dialogen en er geluisterd werd naar de vissermannen en -vrouwen. En in deze tijden, is dat helaas uniek te noemen.
Meesterwerken visserij tentoongesteld in Museum VlaardingenVan 22 juni t/m 10 november 2019 staat visserij centraal in Museum Vlaardingen in de tentoonstelling 'Schoon aan de haak. Schilderachtig vissersleven'. Gedurende deze maanden, worden 40 kunstwerken over het vissersleven in de 19e eeuw uit vooraanstaande collecties getoond. VisNed en de Redersvereniging voor de Nederlandse Zeevisserij hebben een bijdrage geleverd om de tentoonstelling mogelijk te maken, omdat beide organisaties waarde hechten aan het belang van kennis over de betekenis van de visserijgeschiedenis voor de ontwikkeling van Nederland. Hendrik Willem Mesdag (1831-1915), Jozef Israëls (1824-1911), Bernardus Johannes Blommers (1845-1914) en Willy Sluiter (1873-1949). Beroemde Hollandse kunstschilders die voor enkele maanden in de spotlights komen te hangen in Museum Vlaardingen. De kunstenaars zijn gefascineerd door de visser, zijn familie en zijn werk en hebben het vissersbestaan schilderachtig vastgelegd. Tot vandaag de dag bepalen deze schilderijen grotendeels onze kijk op het vissersleven. Nooit eerder echter is de Haagse School bekeken of onderzocht op juist het onderwerp ‘visserij’. Het vissersgenreIn reactie op de industrialisatie en de verstedelijking van het land zoeken kunstenaars aan het eind van de 18de eeuw hun toevlucht tot een wereld waar mens en natuur nog één zijn. Het leven in vissersdorpen, onaangetast door de moderne tijd, trekt in het bijzonder hun aandacht. Op doek wordt het dagelijks leven van de vissersbevolking met haar volkscultuur verheerlijkt. Een nieuw genre in de kunst is geboren: het vissersgenre. TentoonstellingEen 40-tal kunstwerken, bijzondere objecten, unieke fotoprenten met gedichten en een 3D stereokijker nemen de bezoeker mee terug naar de negentiende eeuw. Op bijzondere wijze wordt de visserij vanuit een kunsthistorische hoek belicht en verbonden met de cultuur van alledag. Het museum organiseert de hele zomer activiteiten voor het hele gezin; van speurtochten door de tentoonstelling, tot schilderworkshops en bomschuiten knutselen. Meer informatie is te vinden op www.museumvlaardingen.nl. Museum VlaardingenIn Museum Vlaardingen staat het duurzame evenwicht tussen mens en water centraal. Het verhaal over Vlaardingen, de regio en de wisselwerking tussen mens en water gaat duizenden jaren terug, maar krijgt ook nog elke dag verder vorm. Het verhaal gaat over vissers en de visserij, met zijn schepen en typische gebruiken. Het gaat over de bedrijvigheid in de Delta, de bron van werkgelegenheid en welzijn. En over het ontstaan van, en de dynamiek in de kleurrijke samenleving aan de rand van het water. Een tentoonstelling over de visserij in de schilderkunst past goed binnen deze profilering. Dordrechts MuseumDe tentoonstelling wordt georganiseerd in samenwerking met het Dordrechts Museum, waar als aanvulling op Schoon aan de haak de symboliek van vis belicht zal worden in de tentoonstelling Beet! vissen naar verborgen betekenissen. Zie ook het artikel in Visserijnieuws deze week. Vooral dromers gedijen op SeaSights ScheveningenEen klein groepje realisten lijkt als taak te hebben om de plannenmakers en start-ups met de voeten op de aarde te houden tijdens SeaSights Scheveningen. Ambitie is belangrijk en als VisNed leveren wij namens de aangesloten PO's input in diverse visies en hebben we duidelijke ambities omtrent uitstootvermindering, verduurzaming en sociale standaarden. Maar ambitie vraagt wel om kennis. Inhoudelijke verstand van zaken. En laat praktijkkennis nu net hetgeen zijn waar veel ambitieuze mensen in relatie tot de Noordzee een tekort aan hebben. Het is ontmoedigend te constateren dat het begrip van de praktijk steeds minder lijkt te worden, terwijl de plannen steeds wilder worden. Wellicht hangt dat met elkaar samen. Als overkoepelende belangenbehartiger van de beroepsvisserij leveren wij input in tal van bijeenkomsten waarbij we vaak de enigen zijn die een groep vertegenwoordigen die al actief is op de Noordzee. Een achterban met een verdienmodel. Een achterban met een direct en actueel belang. Een groot deel van de bijeenkomsten biedt een platform aan startups, wensdenkers en mensen die 'iets hebben met de zee' of zich 'orienteren op een (nog) niet bestaande markt'. Duurzaamheidsbevorderaars, circulairiteitscoaches, commerciele (enorme) zeewierteelt, vliegvelden op zee (tussen de windmolens landen is nog een 'Dingetje'), drijvende zonnepanelen (want de nieuwigheid van zonnepanelen op daken is nu wel een beetje een gepasseerd station). Nog nooit waren er zoveel vergaderingen. Nog nooit zoveel doelen, van lokale beleidsdoelen op gemeenteniveau tot aan de Sustainable Development Goals (SDG's), wereldwijde doelen vastgesteld door de Verenigde Naties. We splitsen doelen op in subdoelen en sub-subdoelen die we dan weer onderbrengen in kennisagenda's en pilotprogramma's en visies, al dan niet met een klankbordgroep van mensen die vergaderen over het proces en hoe vaak al die groepen dan moeten vergaderen. Het is een woord anno 2019: 'bullshitbaan': een baan die er eigenlijk niet toe doet. Een goede toetsing of je een bullshitbaan hebt is de vraag of het land ontregelt raakt als je gaat staken. Dit geldt slechts voor een klein groepje harde werkers, waaronder vuilnismannen, de zorg en voedselproducenten. Onze achterban. VisNed draagt met trots het verhaal van de visserij uit. Visserman is nooit een bullshitbaan geweest en zal het nooit worden ook. Sterker nog, het is geen baan. Het is een 'way of life'. Overzicht benutting visquota 2019Hieronder het benuttingsoverzicht van de uitputting in 2019 van de belangrijkste Nederlandse quota voor de kottervloot. Het overzicht is van 18 juni 2019 wat betekent dat de aanvoer tot en met week 23 verwerkt zal zijn.
Ter vergelijk de aanvoer tot 28 juni 2018, wat feitelijk tot en met week 24 van 2018 betekent. Uit het overzicht blijkt dat in 2019 de aanvoer van de belangrijkste soorten achter blijft bij de benutting vorig jaar, toen er al minder aangevoerd werd dan in 2017. Van een aantal bijvangstsoorten ligt de aanvoer wel hoger.
Totaaloverzicht PO maatregelenOok in 2019 hebben de Nederlandse PO’s in CVO-verband maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te maken en om vroegtijdige sluiting van deze quota te voorkomen. Voor zeebaars gelden door de overheid ingestelde maatregelen. Het totaaloverzicht: PAP-regeling schol:
Rog: Minimum aanvoermaat: 55 cm.
Tarbot, griet: Minimum aanvoermaat: 27 cm.
Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 – 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Noorse kreeft valt enerzijds onder Aanlandplicht maar tegelijk mogen ondermaatse Noorse kreeft gediscard worden onder de minimis-regeling, dus feitelijk is er niets gewijzigd t.o.v. vorig jaar. Daarom is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Zeebaars; Minimum maat voor zeebaars voor alle vlootsegmenten is 42 cm.
|
Postbus 59
8320 AB URK
Bezoekadres:
Vlaak 12 URK
Telefoon: 0527-684141
Fax: 0527-684166
Fotografie: oa. Albert de Boer, Willem Ment den Heijer en Jacob van Urk