Wij zijn VisNed
De vereniging van kottervissers
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
Wij behartigen de belangen van de Nederlandse kottervisserij
![]() VisNed behartigt de belangen van de Nederlandse kottervisserij |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VisNed: NGO's, help bij het redden van de puls!Ook deze week stond in diverse Brusselse bijeenkomsten, waar VisNed aan deelnam, de Technische Maatregelen, waaronder Puls, prominent op de agenda. In de vergadering van de Demersale werkgroep van de Noordzee-adviesraad afgelopen woensdag pleitte Pim Visser voor steun vanuit met name de hoek van de NGO’s om Pulsvisserij in de toekomst mogelijk te houden. Bij deze vergadering waren als observers ook visserijwethouder Geert Post van de gemeente Urk en Juriean Brands namens het Bestuurlijk Platform Visserijgemeenten aanwezig die met eigen ogen de inzet van VisNed konden opmerken. Nadat de triloog-onderhandelingen over de Technische Maatregelen begin deze maand zijn afgebroken proberen de 3 partijen; Europese Commissie, Raad van ministers en Europees Parlement dichter tot elkaar te komen. Uit alles blijkt dat de genoemde partijen kost wat kost een politiek akkoord willen bereiken waarbij allang niet meer van belang is of de regeling nog wel werkbaar is voor vissers en de visserij verder helpt in een duurzaam beheer van de bestanden. Integendeel, schade voor de sector schijnt er niet toe te doen, als er maar een nieuwe Verordening komt. Puls In de vergadering kwam de dossierhouder van de Europese Commissie een update geven. Inmiddels lijkt er overeenstemming te zijn over maaswijdtes en percentages (wat de regeling al weer een stuk ingewikkelder maakt) en ook over een nieuwe, weer strengere, duurzaamheids-indicator die er op moet toezien dat er meer grotere vissen in een bestand komen en de vangst van kleine vis tegengaat. Op Puls en op het extra beschermen van zeezoogdieren liggen de standpunten nog ver uiteen, waardoor er op dit moment nog geen nieuwe datum voor het vervolg van de triloog-onderhandelingen is vastgesteld. In niet mis te verstane worden maakte Pim Visser namens VisNed duidelijk dat zich een rampscenario gaat voltrekken als Puls beëindigd moet worden. Het toekomstperspectief wordt dan ontnomen en het blijft volstrekt onbegrijpelijk en onacceptabel dat wetenschappelijke informatie terzijde geschoven wordt. Daarom deed hij een oproep aan de andere leden van de Noordzee-adviesraad, in het bijzonder de NGO’s, om er voor te pleiten dat wetenschappelijke informatie de basis moet zijn om innovaties te beoordelen en niet emotie, leugens en fakenieuws. Helaas kwam er tijdens de vergadering geen respons. Wel werd op verzoek van VisNed besloten om het door de Noordzee-adviesraad reeds in 2015 opgestelde unanieme positieve advies over Puls nog een keer naar de triloog-onderhandelaars toe te sturen. Aanlandplicht In de vergadering is door de vertegenwoordiger van de Scheveningengroep (Maarten Wegen van LNV) een presentatie gehouden over de roadmap hoe de vrijstelling van aanlandplicht voor roggen ingevuld moet worden. Dit moet uiteindelijk leiden tot meer wetenschappelijke informatie over roggen en tot een handleiding voor vissers hoe om te gaan met roggen die weer terug gezet moeten worden. Over de tijdelijke ontheffing op basis van hoge overleving voor schol voor slechts 1 jaar, werd door de VisNed-vertegenwoordiger niet onder stoelen geschoven dat dit als een onverantwoorde actie van de Europese Commissie te kwalificeren is. We zijn minstens 3 jaar nodig om dit pilotproject, waarbij gebruik gemaakt gaat worden van camera's, tot een goed einde te brengen. Het werkt volgens VisNed demotiverend bij deelnemende vissers omdat een dergelijke opstelling van de Commissie getuigd van weinig vertrouwen. EAPO Ook de werkgroep Noordzee van de Europese Associatie van PO’s kwam bijeen om de actuele onderwerpen te bespreken. Over de aanlandplicht is geconstateerd dat voor een beperkt aantal landen (Denemarken, Zweden, Nederland) er dan –tijdelijke- oplossingen in het verschiet liggen maar dat voor meerdere landen er met ingang van 2019 nog steeds chaos dreigt. Daarom is besloten om in februari 2019, wanneer de volledige implementatie van de aanlandplicht ongeveer 6 weken loopt, een conferentie in het Europees Parlement te beleggen. Met name ook om te laten zien wat er door de verschillende vloten gedaan wordt op het gebied van selectiviteit om daarmee het onterechte verwijt aan de visserijsector dat er te weinig gedaan wordt uit de wereld te helpen. Over kabeljauw lag een document op tafel waarin de wetenschapper van de Deense visserijorganisatie haarfijn uitlegt dat er bij de ICES sprake is van steeds gewijzigde waarnemingen leidend tot jojo-adviezen over de kabeljauwstand in de Noordzee en de daaraan verbonden TAC-adviezen. Besloten werd om dit document als EAPO-standpunt bij de beleidsambtenaren van de Europese Commissie en lidstaten neer te leggen, zodat het onder andere in de aanstaande EU-Noorwegen-onderhandelingen meegenomen kan worden. Proefnemingen met luchtdrukNieuwe methoden getest om platvis op te laten schrikken; met luchtdruk! De Nederlandse kottervloot staat bekend om het toepassen van innovaties. Voortdurend wordt er nagedacht welke nieuwe ontwikkelingen kunnen worden toegepast om de economische resultaten te verbeteren en tegelijkertijd verduurzaming te bewerkstelligen door het realiseren van meer selectiviteit. Op Urk en op Texel zijn ideeën ontwikkeld voor het toepassen van luchtdruk om vissen op te laten schrikken. Deze week zijn in het Visserijinnovatiecentrum (VIC) te Stellendam testen gedaan met het door Jacob Nentjes en Kees Koffeman (UK 47 / ST 27) in samenwerking met de VCU uit Urk ontwikkelde concept dat door middel van een proefopstelling toegepast werd. Pieke Molenaar namens WMR is ook betrokken bij deze tests waarbij Johan Baaij van het VIC Stellendam zorg droeg voor het vastleggen van de data. Doelstelling is om een eerste idee te krijgen hoe platvissen wel of niet reageren op een plotselinge waterverplaatsing door luchtdruk. Op dit moment is het uiteraard onmogelijk om al resultaten te verwachten of conclusies te trekken. De verschillende tests zijn via camera’s op beeld vastgelegd en na evaluatie hiervan zal bekeken worden welke vervolgstappen gedaan kunnen worden. Binnenkort zal in het VIC Stellendam ook proefnemingen plaats vinden van een op Texel ontwikkeld idee met gebruikmaking van luchtdruk. Brexit centraal tijdens conferentie in Boulogne Sur MerNu de Europese regeringsleiders er weer niet in geslaagd zijn een Brexit-deal te sluiten, blijft er volop ruimte voor speculatie, opportunisme en discussie. Zo ook afgelopen week in Frankrijk. Op verzoek van de Franse regionale overheid nam VisNed deel aan de Brexit conferentie “Trade & Policies” in Boulogne Sur Mer. VisNed-directeur Pim Visser nam deel aan de rondetafeldiscussie waarin ook Schotse visserijvertegenwoordigers deelnamen. Pim Visser maakte duidelijk dat er in het hele Brexit-avontuur voor vissers slechts verliezers zijn, zowel aan Britse als aan EU kant. Hij sprak over een ‘loss, loss, loss(=verlies) situation”. Het quotum dat de Britten willen afromen komt namelijk in de plannen van de Britse regering helemaal niet ten gunste van de Britse vissers die zo nadrukkelijk de pro Brexit campagne hebben gevoerd. Boulogne Sur Mer is een draaischijf voor vis. Jaarlijks komt er 350.000 ton doorheen. Vers en diepvries. Vanuit zee en verwerkt. Veel van die vis komt uit of gaat naar het Verenigd Koninkrijk. Daarom hadden de regio Boulogne, de Noorse Seafood Council en de Boulognaise vissector de bijeenkomst georganiseerd. Omdat de Brexit naderbij komt en omdat er nog zoveel onbekend is. Politiek en Brits perspectief Om het perspectief van het Europese Parlement te schetsen was Peter van Dalen uitgenodigd te spreken. Hij vertelde hoe de vlag er in Brussel bij hangt (nog heel veel onduidelijk) en hoe wonderlijk de Britten nu allemaal de Brexit als een onvermijdelijk gegeven accepteren, wetende dat er alleen maar verliezers zijn. De ons bekende Andrew Kuyk van de Britse Vishandelsfederatie schetste zijn kant van het verhaal. De omvang van de Britse handel in vis overtreft het belang van de visserij in het Verenigd Koninkrijk vele malen. Hij pleitte voor een situatie van volledige vrijhandel (zeg maar net als nu). Hij pleitte (net als veel Europese vishandelaren) om hun handelsbelang niet te koppelen aan het visserijbelang. Maar dit is juist een kernpunt van EUFA, de Europese Visserijalliantie waar VisNed, PFA en NVB bij zijn aangesloten. Natuurlijk moeten vrijhandel en visserij wel verbonden zijn. Je kunt de ene economische activiteit immers niet los zien van de andere. Visserij over het voetlicht In het tweede blok kwam Mike Park, de ons bekende Schotse visserijvoorman, aan het woord. Hij legde uit dat de Bitse vissers zwaar gefrustreerd zijn door het EU-beleid. Ze voelen zich bedrogen door de toetreding van 45 jaar geleden. Ze vinden dat ze toen veel te weinig quotum toegewezen hebben gekregen. En dat de EU verantwoordelijk is voor de teloorgang van hun vissersvloot. Bovendien verwees hij naar Noorwegen en IJsland, waar de eigen vloot 80% van de eigen vis mocht opvissen. Dat willen de Schotten ook. Pim Visser bracht naar voren dat het een mythe is dat de Britten 45 jaar geleden onrecht is aangedaan. En dat de vergelijking met Noorwegen en IJsland niet op gaat. Dat zijn immers landen met echt een ‘eigen zee’ terwijl het bij ons om een gezamenlijke zee gaat. Hij wees er ook op dat de Britse overheid zelf had ingestemd met maatregelen die de vloot gedecimeerd hebben. Net als bijvoorbeeld ook de Nederlandse, Duitse en Deense overheid. Bovendien wees hij er op dat de Britten wel heel erg de krenten uit de pap aan het vissen zijn. Zij hebben gekozen om de Europese Unie te verlaten, maar willen wel de voordelen behouden en zich tegelijkertijd honderdduizenden tonnen quotum toe-eigenen. Zo werkt dat natuurlijk niet. Bovendien komen ze van een koude kermis thuis, want in het Verenigd Koninkrijk hebben NGO’s het voor elkaar gekregen dat eventueel nieuw binnenkomend quotum heel anders wordt verdeeld (bovendien niet gratis) dan de bestaande TAC verdeling. Banden met Frankrijk Vanzelfsprekend bood de bijeenkomst prima gelegenheid voor VisNed tot netwerken en de banden met Franse collega’s aan te halen. Peter van Dalen verspreidde daartoe ook stimulerende cartoons, waarbij duidelijk wordt gemaakt dat samenwerken beter is dan met de rug naar elkaar gaan staan. En wat Brexit betreft: het hele proces gaat kennelijk nog wel even duren. De Britse vissers hebben mogelijk te vroeg gejuicht en komen van een koude kermis thuis. Wordt nog lang vervolgd. Minister van Nieuwenhuizen maakt kennis met visserijsectorHet kennismakingsgesprek op maandag 15 oktober met de minister van I en W verliep niet alleen heel prettig, er is ook uitgebreid ingegaan op relevante onderwerpen in de sector; Wind op Zee, gebiedssluiting en Fishing for Litter. In een Algemeen Overleg met de Tweede Kamer beloofde Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat dat ze in gesprek zou gaan met de visserijsector. Dat gebeurde afgelopen maandag. Het werd een heel plezierig gesprek, waar de lastige punten als Wind op Zee en Gebiedssluitingen natuurlijk besproken werden. Evenals Fishing for Litter, waar de Minister over toezegde dat de overheid de kosten van dit prachtige initiatief voorlopig zal blijven dragen, een wens die VisNed vooraf aan het overleg nadrukkelijk had ingebracht. In zijn inleidende woorden kon VisNed-directeur Pim Visser niet om de conclusie heen dat het Ministerie van I en W de meest visserijonvriendelijke maatregelen had genomen:
Vanuit de Pelagische reders en NVB is dit lijstje verder aangevuld. De minister noemde zelf het slepende proces rond ‘loodsplicht’ in de Pelagische sector. Maar deze inleidende ‘klaagzang’ was geen reden voor een vervelend gesprek, in tegendeel. We wisselden positief van gedachten en ter plekke werden oplossings-richtingen verzonnen. Meteen aansluitend werden afspraken gemaakt op ambtelijk niveau om snel door te praten over die oplossingsrichtingen. Fishing for litter Dat bij het vertrek de minister (bijna en passant) nog meedeelde dat de voorgenomen bezuiniging op Fishing for Litter niet werd doorgezet was een mooi bericht. Onze vissers halen immers ieder jaar 250 ton aan vuil uit zee en het is echt onbegrijpelijk dat over enkele tienduizenden goed bestede euro’s gesteggeld moet worden. Dat heeft onnodig veel energie gekost die we aan de oplossing van het echte probleem hadden kunnen besteden. Want plastic in zee is een enorme bedreiging voor de visserij. Daarom werkt VisNed aan een doestelling om te komen tot vervanging van pluis en volledige recycling van alle visnetten. Er mag binnenkort niets meer in het zeemilieu achterblijven, niets! Want het motto is en blijft: “Vissers voor een Schone Zee’ Kortom: Een heel plezierige eerste kennismaking met een minister die leiding geeft aan een ministerie waar de visserij enorm veel raakvlakken mee heeft en waarmee we intensiever mee moeten gaan overleggen, zowel ambtelijk als op bestuurlijk politiek niveau. Nieuwe hoogste ambtenaar LNV Johan Osinga op bezoekOp 1 september is Johan Osinga als hoogste ambtenaar voor visserij bij het Ministerie van LNV aangetreden. VisNed heeft hem meteen uitgenodigd voor een kennismakingsbezoek bij de sector. Gedurende de ochtend van maandag 8 oktober werd Osinga ondergedompeld in een voor hem helemaal nieuwe visserijwereld.
Visafslagbezoek Het bezoek begon op de visafslag van Urk, waar Osinga werd welkom geheten door wethouder Geert Post en afslagdirecteur Teun Visser. Na een presentatie over vismethoden en een informerende film werd een ronde door de afslag gedaan. Daarbij kwamen diverse aspecten van de relatie met de overheid aan de orde, waaronder de langslepende kwestie van de condensdruppels in de koelcellen en de in het oog springende oplossing middels plafondventilatoren. Gesprek VisNed en NVB Na een snelle verplaatsing naar het VisNed-kantoor was het aan VisNed-directeur Pim Visser om in een gezamenlijke bijeenkomst met de NVB in twee presentaties een tsunami aan informatie over de nieuwe Directeur-Generaal (DG) uit te storten. Omdat Wind Op Zee, Aanlandplicht, Brexit en Puls actueel zijn op dit moment en de Decemberraad in aantocht is, kreeg Osinga als het ware twee uur lang ‘de volle laag’. Daardoor was hij wel in één keer op de hoogte van wat er speelt in de visserij-actualiteit, maar tegelijkertijd een beetje beduusd van de gedetailleerdheid van alle regels en bepalingen. Besluitvorming Pulsdossier In het programma was ook voldoende tijd ingeruimd om van gedachten te wisselen over het onderwerp Puls. Daarbij werd vanuit VisNed een beeld geschetst van de sombere verwachtingen. Niet omdat VisNed moedeloos is, maar wel omdat we een realistische inschatting maken van het Brusselse speelveld. Het is niet reeel om overmatig optimistisch te zijn terwijl de situatie zeer ernstig is. Tegelijkertijd is het niet nodig om de moed nu al te laten zakken. Wordt zeker vervolgd Zoals gezegd, het was qua informatie een soort ‘snelkookpan’-bijeenkomst waarin de eerste beginselen van “Europa en Visserij’ over het voetlicht kwamen, maar zeker niet de laatste; we hebben met deze nieuwe DG veel, ja heel veel belangrijke zaken te bespreken: Aanlandplicht, Wind op Zee, Natuur op Zee, Puls, Brexit en nog veel meer. We zijn immers een kleine, maar wel complexe sector waar veel aan de hand is! Ontwikkeling garnalenpuls zet doorHoewel er onduidelijkheid is over de toekomst van de pulsvisserij, wordt er door de ondernemers die betrokken zijn bij het onderzoeksproject over garnalenpuls vooruit gekeken. "Het heeft geen zin om niks te doen, dit is de kans om ideeën aan te dragen en we willen toch vooruit", aldus de deelnemers aan het project op de innovatiebijeenkomst 12 oktober in IJmuiden. Het onderzoek naar selectiviteitsverbetering middels de garnalenpulstechniek bestaat uit verschillende fases. Momenteel wordt er door meerdere schepen, waaronder de WR40, HA31, ST24 en TH10 een nulmeting uitgevoerd met de garnalenpuls. De kotters die uitgerust zijn met het pulstuig hebben een 'buddy' die op traditionele wijze op garnalen vist, waardoor een vergelijking gemaakt kan worden. Volgend jaar mogen er aanpassingen gedaan worden aan de netten en het tuig, om zo te kijken of de selectiviteit verbeterd kan worden. Tijdens de bijeenkomst zijn ideeën verzameld voor wenselijke aanpassingen. Er is onder meer nagedacht over alternatieve netontwerpen, in samenwerking met Charl van Wijck (CIV Den Oever). Vanuit VisNed was onder meer Maarten Drijver aanwezig om samen met betrokkenen mee te denken over mogelijke vervolgstappen in het onderzoekstraject. "Hoewel er nog geen beslissing gevallen is over puls, is het belangrijk dat de wetenschappelijke onderbouwing van wat wij in de praktijk zien met betrekking tot pulsvisserij doorgang vindt. Aan een half onderzoek heb je sowieso niks." Veel animo voor een transitiefonds Wind op ZeeEindelijk lijkt er eens te worden geluisterd naar de visserij bij het ‘Wind-op-zee-proces’. VisNed wil nog wel een slag om de arm houden, maar onze zorgen lijken steeds beter te worden begrepen. VisNed heeft al veel sessies meegemaakt waarbij alleen maar gesproken wordt over processen en niet over de daadwerkelijke problemen. Tijdens het meest recente gesprek met alle betrokken sectoren over de gevolgen van de groei van Wind op Zee leek het weer die kant op te gaan. Zeker toen de voorzitter stelde dat er op veel terreinen al overeenstemming is, sprak VisNed-voorzitter Maarten Drijver dat vurig tegen. Hij beklaagde zich erover dat de visserij niet wordt gehoord in alle processen. Toen de VisNed-voorzitter bijval kreeg van anderen, kwam er een goede discussie op gang. Voedsel vs. visserij "Wanneer het moeilijk wordt, wordt er gesproken over voedsel in plaats van visserij, zodat je twee kanten op kan met het voedselvraagstuk. Aquacultuur is echter geen alternatief voor visserij. Er moet iemand zijn bij de overheid met mandaat, die durft te zeggen wat er moet gebeuren." Dit pleidooi van Maarten Drijver kreeg veel instemming. Vanuit doelen kan je redeneren, zonder doelen kan je niet praten, beaamde een ambtenaar. Zowel vanuit de visserijsector als van de overheid moet duidelijkheid komen over wat volgens beide partijen een goede transitie is voor de visserij. Transitiefonds De vloot zal zich moeten aanpassen aan de nieuwe situatie. Er staan nu echter al windmolens, zonder compensatie in het vooruitzicht, stelde VisNed. Het Transitiefonds kwam daarbij ook aan bod. Er bleek vanuit alle aanwezigen wel animo voor een dergelijk fonds, maar hoe dat exact eruit zou moeten komen te zien moet nog verder uitgewerkt worden. De conclusie van de bijeenkomst is dat natuurorganisaties, visserij en windsector doelen formuleren die in de volgende sessie worden besproken. Het moet daarbij duidelijk worden wat de randvoorwaarden zijn voor iedere sector. Pim Visser herbenoemd tot voorzitter van EAPOPim Visser is herkozen als voorzitter tijdens de algemene ledenvergadering van EAPO. Hij wordt bijgestaan door Thomas Wenzel (penningmeester) en José Antonio Suarez Lianos (secretaris). De Belgische Rederscentrale voert het EAPO-secretariaat, waarbij Emiel Brouckaert de rol van algemeen secretaris zal blijven vervullen. Tweemaal per jaar komen Europese PO’s bijeen in het overleg van de European Association of Producer Organisations (EAPO) om te spreken over visserijthema’s. De afgelopen vergadering vond plaats in Sopot (bij Gdansk). Er werd gesproken over onder andere de aanlandplicht, Brexit, puls én over de vorming van het nieuwe EAPO-bestuur. Jaaroverzicht Voordat de (her)verkiezing plaatsvond gaf Pim Visser een jaaroverzicht. Hij legde uit voor wie wij het werk doen, namelijk de vissersfamilies. Het is voor hen belangrijk om goede visserij-omstandigheden te scheppen binnen het Gemeenschappelijk Visserij Beleid (GVB) en met de Brexit in aantocht. De EAPO heeft diverse werkgroepen (Markten, Noordelijk Pelagisch, Noordzee, Noord-Westelijke wateren en de Zuid-Westelijke wateren) die verslag uitbrachten van hun werkzaamheden. Thema’s die hierbij de revue passeerden waren TAC en quota’s voor 2019, de regionale meerjarenplannen, de besluitvormingsprocessen voor de Technische Maatregelen, het Europese Maritieme Visserijfonds (EMFZV) en de controleregels. De ‘Markt-werkgroep’ vertelde over de plannen t.a.v. de marktrichtlijnen, de autonome tariefstandaarden en de mogelijke inspraak op marktstandaarden. Bij al deze onderwerpen was er een goede discussie met mevrouw Chiara Bacci die de Europese Commissie vertegenwoordigde. In het aankomende jaar zal er voldoende werk blijven voor de werkgroepen. Zo gaat een werkgroep aan de slag met het 'IJslandse model' bij afvalverwerking. Dit houdt in dat vissers zelf het afval verwerken. Het is namelijk goedkoper om zelf zorg te dragen voor het opruimen van afval, dan dat uit te besteden. Politieke blik op EAPO Als afgevaardigde van de Visserijcommissie uit het Europees Parlement sprak Europarlementariër Jaroslaw Walesa aan het begin van de vergadering. Hij is de zoon van Lech Walesa, de leider van het verzet tegen het communistische regime in Polen en voormalig Pools president. Walesa jr. ging in zijn speech nadrukkelijk in op de Brexit en de consequenties die dat heeft voor de visserij. Karmenu Vella, lid van de Europese Commissie voor Maritieme en Visserijaangelegenheden, liet verder in een videoboodschap weten dat hij erg content is met de actieve rol van de EAPO. Hij refereerde onder andere naar de deelname van EAPO in Markt-Adviesraad. Het belang van een PO De Ierse Producenten Organisatie gaf nogmaals het belang aan van het PO-lidmaatschap. Alleen een PO kan juridische zaken aankaarten bij de overheid. Dit zou een belangrijk argument moeten zijn voor free-riders om lid te worden van een PO. Voorzitter Pim Visser besloot de vergadering met het bedanken van de organisatie voor het vertrouwen dat aan hem wordt gegeven door hem opnieuw te benoemen tot voorzitter. Hij heeft vertrouwen dat de EAPO ook in de toekomst een goede bijdrage zal blijven leveren in de vele uitdagingen van de Europese visserijsector. Eerste bedrijfssurvey tarbot en griet goed gestart op OD 17Tarbot en griet zijn belangrijke bestanden voor de kottervloot. De informatie over deze bestanden die door de internationale wetenschappers van ICES wordt gebruikt voor de bestandsschattingen is echter beperkt. De jaarlijkse boomkorsurvey (BTS) die voor Nederland door Wageningen Marine Research (WMR) wordt uitgevoerd, is niet ingericht voor het verzamelen van goede informatie over tarbot en griet. ICES geeft aan dat een gerichte tarbot en griet survey een belangrijke bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de kennis. Een samenwerkingsverband van de sector, wetenschap, en maatschappelijke organisaties heeft de handschoen opgepakt en is gestart met een bedrijfssurvey naar deze vissoorten. OD-17 trapte de bedrijfssurvey, die valt binnen het EFMZV-project ‘Onderzoekssamenwerking 2.0’, deze week af. Meten van leeftijd en lengte De OD-17 beviste in samenspraak met WMR meerdere ICES-kwadranten. De schipper mocht daarbij gebruik maken van zijn eigen netten. Van de gevangen tarbot en griet zijn onder andere otolieten (gehoorsteentjes) verzameld. Uit deze otolieten kunnen wetenschappers de leeftijd van de vis afleiden. Ook is de lengte van de vissen gemeten. Naast de OD-17 zullen ook de UK-284 en de UK-64 de aankomende weken van start gaan met de bedrijfssurvey tarbot en griet, elk met een eigen serie trekken. Volgend jaar zullen de schepen die de bedrijfssurvey uitvoeren, terugkomen op dezelfde visstekken om met dezelfde netconfiguratie, dezelfde trekken uit te voeren en dezelfde gegevens te verzamelen. Hiermee wordt een tijdsserie opgebouwd en worden veranderingen in de vangsten van tarbot en griet van jaar tot jaar op een gestandaardiseerde manier in kaart gebracht.
De survey reis op de OD 17 werd uitgevoerd door Edward Schram (projectleider bedrijfssurvey) en Ronald Bol van WMR. De samenwerking met schipper Kees Akershoek en bemanning verliep prima. Oorspronkelijk was de bedoeling dat de schipper de helft van de locaties van de vistrekken mocht bepalen. De andere helft was vooraf vastgelegd. In de praktijk bleek de keuzevrijheid van de schipper voor de 'eigen posities' beperkt te zijn, omdat deze erg bepaald werd door de vooraf door WMR vastgelegde plekken. Tijdens de reis moest dus samen een compromis worden gezocht tussen het houden van een goede ruimtelijke spreiding en het vissend kunnen afleggen van de afstanden tussen monsterlocaties. Het vissend afstanden overbruggen is nodig om het visverlet en daarmee ook de kosten voor de survey te beperken. Dit laatste is vooral belangrijk met het oog op de toekomst, na afloop van de projectfinanciering. In totaal werden tijdens deze eerste week 22 surveytrekken gedaan. Van ruim 300 tarbotten en bijna 280 grieten werden de gehoorsteentjes verwijderd en lengtes opgemeten.
Deze eerste surveyweek was ook bedoeld om ervaring op te doen met de uitvoering van de survey, zodat eventuele verbeterpunten kunnen worden meegenomen in de volgende twee reizen. Deze zijn gepland in week 44 (UK-284) en week 45 (UK-64). Tijdens deze reizen zullen medewerkers van respectievelijk VisNed (David Ras) en de Vissersbond (Florian Landstra) door WMR worden ingewerkt in de praktische uitvoering van de survey. Voor de survey is financiering voor drie jaar. ICES heeft een tijdsserie nodig van minimaal 5 jaar. De deelnemers aan het samenwerkingsproject hebben zich er aan gecommitteerd om financiering te zoeken voor het vervolg. Betere kennis over de tarbot en griet bestanden is nodig voor een nauwkeurigere bestandsschatting en een duurzaam beheer van de bestanden. Onderzoekssamenwerking 2.0 Het project Onderzoekssamenwerking 2.0 is een samenwerkingsverband tussen VisNed, NVB, WMR, Redersvereniging, PO WR ProSea en Stichting Noordzee. Het project wordt gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij. Aangepaste regels aanlandplicht wijtingIn tegenstelling tot eerdere berichten over de invoering van de aanlandplicht in 2019, zijn voor wijting andere regels van toepassing. Zoals in de vorige nieuwsbrief benoemd wordt op dit moment de laatste hand gelegd aan de besluitvorming over de invoering van de aanlandplicht in 2019. Daarbij kunnen we constateren dat volgend jaar, ondanks volledige implementatie, er voor de Nederlandse kottervloot (voorlopig) een werkbare situatie blijft. Voor wijting gelden echter nieuw regels. Wijting Wijting valt onder de soorten waarvoor dit jaar in de 80 – 119 mm boomkorvisserij de aanlandplicht geldt. Dit betekent dat ondermaatse wijting in het E-logboek genoteerd moet worden onder BMS en aangevoerd moet worden. Voor volgend jaar komt er voor wijting een de minimis-regeling en hoeven kotters, die met de boomkor met een maaswijdte van 80 - 119 mm vissen, de ondermaatse wijting niet aan boord te houden. Maar nu geldt tot het einde van het jaar dus dat ondermaatse wijting wel aan boord moet worden gehouden en geboekt onder BMS. Samenvattend:
Meer onderzoek naar doorvaart windmolenparkenTijdens de vergadering van de Scheepvaart Adviesgroep Noordzee is uitgebreid ingegaan op de ontwikkelingen rond de windmolenparken op de Noordzee.
De scheepvaart Adviesgroep Noordzee (SAN) wil de Noordzee, ruimtelijk gezien, bevaarbaar houden en daarom was er afgelopen vrijdag weer een bijeenkomst in de Rotterdamse haven. De Ruimtelijke Ordening op de Noordzee is een lastige puzzel is. Aan allerlei belangen moet worden gedacht. Omdat de Noordzee door diverse sectoren zo intensief wordt gebruikt, wordt de Noordzee soms ook wel een uitgebreide havenbekken genoemd. Er is maar beperkt ruimte. Deze zorg kende de visserij al, maar werd dus ook gedeeld door de andere aanwezigen. Compactere windmolenparken De stand van zaken omtrent de ontwikkeling van windparken was het belangrijkste punt op de agenda. De conclusie was dat niet alle aangewezen gebieden voor de windmolenparken volledig zullen worden benut. Zoals de vlag er nu bij hangt worden tot 2030 de parken compacter gebouwd, waardoor bijvoorbeeld de Bruine Bank vrij blijft bij het windparkgebied ‘IJmuiden Ver’, voor onze vloot natuurlijk van groot belang. Eind dit jaar komt er een rapport van Marin over de cumulatieve effecten van windparken. VisNed zegde toe een kaart van alle plannen rond wind op zee en natuur in de Centrale en Zuidelijke Noordzee ter beschikking te stellen. Onderzoeken over doorvaart Er zijn weinig schepen die gebruik maken van de corridors in de windmolenparken, behalve de corridor IJmuiden – Newcastle. Bij de vergadering werd uitgelegd hoe de doorvaart in de toekomst geregeld zal zijn voor de dagelijkse ferry vanuit IJmuiden. Er is ook een pilot gestart voor doorvaart van schepen tot 24 meter. Deze pilot zal bij succes opgeschaald worden naar schepen van maximaal 45 meter en mocht dat ook goed gaan, zelfs naar < 70 meter-schepen. Papieren zeekaarten niet verplicht De Dienst der Hydrografie is verantwoordelijk voor het maken van zeekaarten voor de Nederlandse gebiedsdelen. VisNed stelde de vraag of een kotter verplicht is papieren zeekaarten als back-up te hebben of dat die regel kan komen te vervallen. Er werd geantwoord dat het ook toegestaan is om commerciële digitale kaarten als back-up te hebben in plaats van een papieren variant. Kustwacht Een vertegenwoordiger gaf een presentatie over de ontwikkelingen binnen de kustwacht. In de nabije toekomst wordt deze organisatie vanwege de ontwikkelingen op de Noordzee uitgebreid met 24 personen. Ook wordt in 2021 een nieuw gebouw betrokken. Controleverordening, Eco-labels, Marketingstandaarden en de praktijkOptimale kennis over de markt voor vis en visproducten is van groot belang voor PO’s om hun werk goed te doen. Daarom is EAPO, de Europese koepel van PO’s een van de dragende organisaties van de Marktadviesraad (MAC). Hieronder een verslag van twee dagen vergaderen. Afgelopen week behandelde de Marktadviesraad in drie werkgroepen het voorstel van de nieuwe controleverordening, de ingewikkelde situatie rondom duurzaamheidslabels en de voorstellen over marktstandaarden. Die regelgeving moet dicht bij de praktijk van de varende vissers blijven. Daarom vertegenwoordigde Pim Visser VisNed en was hij onderdeel van de EAPO delegatie. Controleverordening moet praktisch uitvoerbaar zijn De nieuwe controleverordening kan enorme consequenties hebben voor vissers, voor afslagen en voor handelaren. In de Noordzee Adviesraad is VisNed actief in de Focusgroep die zich richt op alles wat met het vangen en aanlanden te maken heeft. Daar verzet VisNed zich tegen onpraktische bepalingen, zoals het verscherpen van weegverplichtingen. Maar ook tegen onterechte strafmaatregelen. In de MAC gaat het om marktbepalingen. Dus over etikettering (ook voor de afslagfase) over registratie en over traceerbaarheid van vangst tot verpakte verkoop. Kortom: ook hier veel werk om de bepalingen praktisch uitvoerbaar te houden. Eco-labels De consument raakt in het woud van eco-labels de weg kwijt. Daarom is het van belang voor de MAC om daar informatie over te verzamelen. Dat is lastig want het is commercieel gevoelige informatie. We zien dat de supermarkten MSC-certificering als voorwaarde stellen. Of we het daar nu mee eens zijn of niet, het is een gegeven. Dat heeft een positieve kant, want een goed label geeft vertrouwen. Het heeft ook gevaarlijke kant, dat het label de eisen onrealistisch gaat opschroeven. VisNed is enerzijds blij met MSC, maar anderzijds beducht. Daar ging de discussie over. De MAC gaat nu in overleg met de Europese Commissie, om genuanceerd over dit onderwerp na te denken. Eco-labels zijn een gegeven, dat staat wel vast. Marketingstandaarden De Europese Commissie heeft de vraag gesteld of de marketingstandaarden nog wel relevant zijn. Daar is een Focusgroep uit de MAC mee aan de slag gegaan onder voorzitterschap van Pim Visser. Een breed onderwerp, van tonijn in blok tot aan verse vis in afslagen van Noord tot Zuid. Tegelijkertijd een project om met veel landen samen te werken. Dat levert kennis en kennissen op, waar VisNed haar voordeel mee doet. De conclusie is dat de standaarden nuttig zijn en voldoen. Maar het is niet handig om lengte en gewicht door elkaar te gebruiken. Dat merken we vooral dit jaar nu de vis wat magerder lijkt te blijven. Daar moet de Europese Unie de regelgeving op aanpassen. Dat zijn relatief kleine aanpassinkjes. Belangrijker is dat de aanduiding A, B en E niet echt nuttig meer is. Daarom gaan we als ketenpartners aan de slag om dat systeem zelf te verbeteren. Dat zou een mooie gelegenheid zijn om vanuit Nederland en Frankrijk in een lastig dossier samen op te trekken. Ook goed om de afslagen erbij te betrekken. VisNed gaat daar een voorstel voor uitwerken. Dit vergt goede voorbereiding en lange doorlooptijd. We rekenen op twee jaar. Wordt dus vervolgd. Prikkelende stellingen op slotsymposium FMSY-project'De huidige Fmsy-waarden ertoe leiden dat er vangstmogelijkheden onbenut worden gelaten.' Zomaar een van de stellingen die op tafel lagen tijdens het slotsymposium van het Fmsy-project. Maar wat betekent dat nu voor de praktijk? De huidige Fmsy (vrij vertaald: duurzaam toelaatbare bevissingsniveau) bepalingen zijn gebaseerd op modellen die naar één soort tegelijk kijken. Niet meegenomen worden allerlei ecosysteemfuncties zoals draagkracht, dichtheidsafhankelijke populatiedynamica en soorteninteracties. Er zijn echter meer dan genoeg voorbeelden bekend waarbij deze zaken wel een rol blijken te spelen. Met name in de huidige situatie waarbij visbestanden een groei doormaken, kan het buiten beschouwing laten van dit soort effecten leiden tot een onderschatting van het duurzaam toelaatbare bevissingsniveau Fmsy. Het Fmsy project heeft tot doel om te onderzoeken wat het meenemen van deze effecten in de modellen voor gevolgen heeft, en om daarmee nieuwe Fmsy waarden te bepalen. Namens VisNed namen Geert Meun en Wouter van Broekhoven vorige week deel aan het slotsymposium van het project in Kopenhagen. De eerste presentatie viel direct met de deur in huis: het project komt op veel hogere Fmsy-waarden dan de huidige door ICES gehanteerde cijfers. Als voorbeeld de Noordzeetong: huidig ICES cijfer 0.20, "nieuwe" cijfer 0.40. Dit houdt overigens niet meteen in dat de vangstmogelijkheden automatisch evenveel hoger kunnen zijn. Maar het geeft natuurlijk wel te denken over de huidige bestandsschattingen. Schol als voorbeeld Bijvoorbeeld voor schol in de Noordzee is het niet ondenkbaar dat het meenemen van dichtheidsafhankelijke effecten in de modellen tot een ander beeld van het bestand zouden kunnen leiden. Een voorbeeld van een dichtheidsafhankelijk effect dat bij schol aan de orde zou kunnen zijn gaat over de groei: hoe groter het bestand, hoe meer onderlinge concurrentie om voedsel en hoe lager de individuele groeisnelheid. Een van de prikkelende stellingen die werd neergelegd was dat de huidige Fmsy-waarden ertoe leiden dat er vangstmogelijkheden onbenut worden gelaten. Als er dichtheidsafhankelijke groei optreedt, kan er meer duurzaam geoogst worden bij een wat lagere paaibiomassa. Want bij een hogere paaibiomassa zorgt de onderlinge concurrentie om voedsel ervoor dat de productie van het bestand terugloopt. De Praktijk? Hoe de nieuwe Fmsy-waarden nu in te zetten in de praktijk? Een mogelijkheid die werd benoemd was om een eventueel risico op overbevissing bij gebruik van nieuwe (hogere) Fmsy waarden uit te sluiten door de nieuwe waarde vanaf een bepaald voorzorgsniveau in te zetten. Als het bestand er goed aan toe is kan dan gebruik worden gemaakt van de grotere vangstmogelijkheden, als dat niet het geval is wordt de lagere Fmsy gehanteerd. Er werden meer prikkelende stellingen besproken en het was ook duidelijk dat er nog werk aan de winkel is voordat dit soort inzichten daadwerkelijk in de bestandsschattingen kunnen worden geimplementeerd. VisNed blijft nauw betrokken bij de ontwikkelingen en zet zich bijvoorbeeld via het Europese PANDORA project in om de wetenschap op dit gebied verder te helpen brengen. Meer informatie over het project, inclusief de presentaties op het symposium waarin de getallen ook op te zoeken zijn, is te vinden op: www.fmsyproject.net VisNed: verhuis NSAC van Aberdeen naar ZoetermeerVanwege de Brexit zal de Noordzee Adviesraad (NSAC) op korte termijn uit Aberdeen (Schotland) moeten vertrekken. VisNed zet zich in om de NSAC naar Zoetermeer te halen. De adviesraden (Advisory Councils, AC’s) geven namens belanghebbenden advies over visserijbeleid. De Noordzee Adviesraad (NSAC) richt zich specifiek op de Noordzee. De visserijsectoren van de verschillende landen rondom de Noordzee zijn in deze Adviesraad vertegenwoordigd, naast een aantal NGO’s. Als de leden van de Adviesraad het eens kunnen worden, schrijven zij een advies. Hiermee heeft de NSAC onder andere een belangrijke rol gespeeld in het werkbaar maken van de aanlandplicht. Nederland is een belangrijke speler op de Noordzee en om die reden is VisNed erg actief in de NSAC. Nu het secretariaat vanwege de Brexit zal moeten verhuizen, is dit een uitgelezen kans om het secretariaat naar Nederland te halen. In Zoetermeer is op dit moment reeds de Pelagic Advisory Council (de adviesraad voor de pelagische sector) gevestigd. De werkzaamheden van het secretariaat zullen vanaf 1 december 2018 moeten worden overgenomen. Het geheel van het verhuizen van de NSAC vanuit de Schotland zal vóór de Brexit, dus voor 29 maart 2019, moeten zijn voltooid. VisNed heeft in het voorstel aangegeven om de werkzaamheden van het secretariaat tijdelijk op te kunnen vangen. Zodra het secretariaat dan eenmaal hier is gevestigd, worden er werkkrachten gezocht om het secretariaat zelfstandig te laten functioneren. VisNed schreef het voorstel samen met de Nederlandse Elasmobranchen Vereniging. Naast het Nederlandse voorstel, liggen er ook voorstellen van Zweden en van Denemarken. Op maandag 29 oktober worden de voorstellen besproken in de vergadering van de NSAC en zal er een beslissing worden genomen. Overzicht benutting visquota 2018Hieronder het meest recente benuttingsoverzicht van de uitputting in 2018 van de belangrijkste Nederlandse quota voor de kottervloot. Het overzicht is van 1 november 2018 wat betekent dat de aanvoer tot en met week 42 verwerkt zal zijn.
Ter vergelijk onderstaand het overzicht per 3 november 2017. In vergelijking met de periode uit 2017 ligt de aanvoer van de belangrijkste soorten tong, schol, tarbot en Noorse kreeft nog steeds (duidelijk) lager.
Totaaloverzicht PO-maatregelenIn 2018 hebben de Nederlandse PO’s in CVO-verband maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te maken en om vroegtijdige sluiting van deze quota te voorkomen. Voor zeebaars gelden door de overheid ingestelde maatregelen. Het totaaloverzicht: PAP-regeling schol
Rog: Minimum aanvoermaat: 55 cm.
Tarbot, griet: Minimum aanvoermaat: 27 cm.
Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 – 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Noorse kreeft valt enerzijds onder Aanlandplicht maar tegelijk mogen ondermaatse Noorse kreeft gediscard worden onder de minimis-regeling, dus feitelijk is er niets gewijzigd t.o.v. vorig jaar. Daarom is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Zeebaars; Minimum maat voor zeebaars voor alle vlootsegmenten is 42 cm.
|
Postbus 59
8320 AB URK
Bezoekadres:
Vlaak 12 URK
Telefoon: 0527-684141
Fax: 0527-684166
Fotografie: oa. Albert de Boer, Willem Ment den Heijer en Jacob van Urk