VisNed wil discussie over ingehouden contingenten

Door de Nederlandse overheid wordt van de soorten tong, schol, kabeljauw en wijting niet het volledige quotum uitgedeeld. Dit heeft te maken met het inhouden van kilogrammen in verband met uitzonderingen op de aanlandplicht. Omdat het hierbij inmiddels om substantiële hoeveelheden gaat, heeft VisNed deze week in het maandelijkse overleg over de Aanlandplicht bij LNV hier aandacht voor gevraagd.

Bij de introductie van de aanlandplicht in 2015 is er nogal wat veranderd als het gaat om de toekenning van vangstrechten. Tot die tijd werden TAC’s zijnde aanvoerquota toegekend die in Nederland onder inhouding van een kleine reserve, in feite 1 op 1 werden doorgeschoven naar de contingenthouders.

Na introductie van de aanlandplicht werden bovenop de aanvoerquota top-ups berekend om de verplichte aanvoer van ondermaatse vis mogelijk te maken zonder dat dit afgetrokken moest worden van het aanvoerquotum of contingent. In overleg tussen overheid en PO’s werd toen besloten de top-ups niet uit te delen maar bij RVO in beheer te houden en de aangevoerde discards werden van deze pot afgetrokken en niet van het contingent van de visserman.

Van aanvoer-TAC naar vangst-TAC

Bij ICES werden in de toestandsbeoordelingen wijzigingen doorgevoerd; aanvoer-TAC werd vangst-TAC en deze werd onderverdeeld in “wanted catch – maatse vis” en “unwanted catch – ondermaatsen”. Dit resulteert in een andere berekening van de TAC-verhogingen/verlagingen en van de uit te delen contingenten. Top-up wordt gewijzigd in Top-off.

Zonder teveel in detail te treden, is het vreemd dat bij schol de totale TAC 2020 ten opzichte van 2019 met 17% verhoogd wordt, maar uiteindelijk het Nederlandse scholcontingent 2020 op 89% gezet wordt, met andere woorden: een verlanging van maar liefst 11%. Bij tong wordt de TAC 2020 met 40% verhoogd maar het contingent met slechts 25%: maar liefst 15% wordt achter gehouden.

Een en ander houdt verband met de introductie van het begrip “unwanted catch” en de inhoudingen in het kader van de toegekende uitzonderingen op de aanlandplicht. Op grond hiervan ligt op dit moment bij de RVO op de plank: 6.300 ton schol, 1.800 ton tong, 230 ton kabeljauw en 225 ton wijting.

Maandelijks overleg over Aanlandplicht

VisNed heeft deze week in het overleg bij LNV aandacht voor deze ontwikkeling gevraagd, vooral met het oog op de voorspellingen vanuit de wetenschap dat in de loop van dit jaar er bij zowel tong als schol sterke jaarklassen in de vang komen en dit (in tegenstelling tot voorgaande jaren) kan leiden tot spanning in de benutting van de contingenten.

Het kan volgens VisNed niet zo zijn dat er straks een tekort dreigt aan tong- en/of scholcontingent met eventueel stijgende huurprijzen terwijl er bij RVO van deze soorten nog een grote hoeveelheid onbenut op de plank liggen. In het overleg heeft VisNed aangegeven dat hier een oplossing voor moet komen omdat anders het draagvlak voor de huidige invulling van de aanlandplicht snel zal afnemen.

Vanuit het beleid van LNV werd begrip getoond voor onze opmerkingen. Afgesproken is de vinger aan de pols te houden en ontwikkelingen nauwgezet in de gaten te houden. En over bovenstaande problematiek ook een fundamentele discussie te voeren; gaan we door met uitzonderingen op de aanlandplicht en welke gevolgen heeft dat voor de toekenning van de contingenten.