Aangepaste regels aanlandplicht wijting

In tegenstelling tot eerdere berichten over de invoering van de aanlandplicht in 2019, zijn voor wijting andere regels van toepassing.

Zoals in de vorige nieuwsbrief benoemd wordt op dit moment de laatste hand gelegd aan de besluitvorming over de invoering van de aanlandplicht in 2019. Daarbij kunnen we constateren dat volgend jaar, ondanks volledige implementatie, er voor de Nederlandse kottervloot (voorlopig) een werkbare situatie blijft. Voor wijting gelden echter nieuw regels.

Wijting

Wijting valt onder de soorten waarvoor dit jaar in de 80 – 119 mm boomkorvisserij de aanlandplicht geldt. Dit betekent dat ondermaatse wijting in het E-logboek genoteerd moet worden onder BMS en aangevoerd moet worden. 

Voor volgend jaar komt er voor wijting een de minimis-regeling en hoeven kotters, die met de boomkor met een maaswijdte van 80 - 119 mm vissen, de ondermaatse wijting niet aan boord te houden. Maar nu geldt tot het einde van het jaar dus dat ondermaatse wijting wel aan boord moet worden gehouden en geboekt onder BMS.

Samenvattend:

  • In de 80 - 119 mm boomkorvisserij geldt op dit moment de aanlandplicht voor tong (tenzij gevist wordt met een Belgisch paneel), kabeljauw, schelvis, koolvis en wijting.
  • Wat betreft wijting geldt voor volgend jaar een de minimis en mag ondermaatse vis worden gediscard.  
  • Soorten die vanaf 2019 voor de 80 - 119 mm  boomkorvisserij  onder de aanlandplicht komen, zijn o.a. schol, Noorse kreeft, rog en tarbot en griet maar schol, Noorse kreeft en rog mogen in 2019 nog terug in zee, omdat er een - in ieder geval tijdelijke - uitzonderingen op basis van “hoge overleving” wordt verleend.